Lichtvoetig dansen op een vulkaan
De sfeer rond Casa Mondo is, anders dan elders op het
vrolijke Parade terrein in Amsterdam Zuid, verdrietig. Voor de ingang van het kleine
theater staat een doodskist met daarnaast een condoleanceregister. Een
overledene wordt beweend. Het blijkt te gaan om de eigenaar van The Royal RooCoocooclub in Berlijn, die niet
voor niets meneer Weimar heet. De vraag wie hem gedood heeft, begeleidt de
nachtclubgasten die achter de baar naar binnen schuifelen. Omdat voorstelling van
kwart over acht is uitverkocht moet men op de banken inschuiven, hetgeen juist
de intimiteit vergroot.
Het gaat de spelers Jacob Nieuwenhuijsen en Sarah Vink,
bijgestaan door muzikant Bas Peters, niet om kritiek op het decadente leven in
Berlijn aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Het is zomer en het moet
leuk blijven. Daarom hebben ze onder regie van Eva Tijken een doldwaze crimi
bedacht over de moord op Weimar, de verpersoonlijking van het uitzinnige
uitgaansleven in de jaren twintig en dertig in de Duitse hoofdstad. Zang en
muziek geven kleur aan de voorstelling in een rokerige sfeer die ruim een half
uur duurt.
Assistent Helmut is duidelijk aangedaan over het verscheiden
van zijn baas. Hij huilt en blaast zwarte ballonnen op die hij daarna van zich
afwerpt om uiting te geven aan zijn verdriet. Lili Goldstein, dochter van een
juwelenhandelaar uit New York, probeert een zoen van hem af te troggelen, want
ze voelt zich bevrijdt nu haar baas geen claim meer op de assistent legt. Bij
Helmut kan er net een klein kusje af, druk als hij is met een brief die hij in
de zak van zijn baas heeft gevonden. Daarin staat op welke wijze Weimar wilde
dat zijn laatste avond in de club gevierd zou worden. Als een apotheose dus met
op het hoogtepunt het nummer Du bist
alles was ik habe auf der Welt van Peter Maffay, dat door het publiek van
harte wordt meegezongen, terwijl Helmut met zijn onderlichaam tegen de kist
rijdt.
De voorstelling krijgt een dramatische wending als Helmut
doorkrijgt hoe de vork in de steel zit en het podium stante pede door de
nooduitgang verlaat. Lili blijft ontroostbaar achter, vlijt zich op de kist en
steekt zich in het jasje van meneer Weimar. Hoewel hij dood is, weet hij wel wat er om hem heen gebeurt en vraagt hij zijn jasje terug, hetgeen Lili dan
ook doet, al is het met walging. Haar hulpvaardigheid wordt echter niet
beloond. Als Helmut weer terug is, na zelf op straat ook tot moes te zijn
geslagen, neemt hij wraak op een manier die net zo lang duurt als eine
Zigarette und ein letztes Glas im Stehen.
De b
urlesque sfeer is goed getroffen in de
uitdossing van Lili en past mooi bij de warme zomeravond. Ondanks de
lichtvoetigheid klinkt de zwaarmoedigheid van het naderend einde aan het
vermaak door. Na afloop roept Helmut, die nog helemaal in zijn rol zit, de
gestoomde nachtclubgasten op om vooral plezier te hebben en het leven te
vieren, iets wat heel goed kan op het kleurrijke Paradeterrein, dat morgen
alweer zijn laatste dag beleeft. Gaat dat zien!
Hier
een impressie van de Parade, maar anders dan gisteravond, met regenachtig weer,
gevolgd door een indruk van The Royal
RooCoocooclub, hier
het programma van de Parade. Hier het nummer Du bist alles. Hier nog een opname van Lili Marleen door Marlene Dietrich om in
de stemming te blijven, al is het valse soldatenromantiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten