Tactvolle moralist Horatius nog steeds vaak aangehaald
Jeroen van Kan heeft, naar aanleiding van de 47 ste editie
van Poetry International, latinist Piet Schrijvers uitgenodigd om te praten
over een werk van Horatius (65-8 v. Chr). In De dichter als vakman gaat het, zoals de ondertitel aangeeft, om de
vraag wat goede poëzie goed maakt, of dat talent is of techniek.
Van Kan vraagt Schrijvers of deze vertaling, gezien diens
levenslange omgang met Horatius, nog iets toevoegt aan zijn kennis van deze
dichter.
Schrijvers antwoordt dat hij op de vierkante centimeter
werkt en dat hij de nuances van Horatius steeds beter gaat begrijpen. Horatius
is een moralist met gevoel voor mensen, die zijn kritiek niet plompverloren
spuit, maar die subtiel verpakt. Ondanks soms harde wetenschappelijke
uitspraken wijst hij anderen met tact op hun tekortkomingen en kiest hij een
persoonlijke benadering als hij iemand troost die dood gaat.
Van Kan recapituleert dat Horatius met zijn spot niet verder
ging dan een grens en zegt dat het boekje invloed heeft gehad op latere
generaties.
Schrijvers dateert het werkje op het hoogtepunt van de
klassieke Romeinse periode, waarin keizer Augustus aan de macht was. In die
tijd werd veel poëzie geschreven. Horatius was zelf onnavolgbaar was met zijn
Oden en diens uitspraken en spreuken staan nog steeds vermeld achterin de dikke
van Dale omdat zijn metrische patronen gemakkelijk te onthouden zijn. Hij gaat
in tegen het amateurisme dat met veeldichterij gepaard gaat en wil het peil
opkrikken. Hij deed dit door middel van een brief aan een adellijke familie die
druk meedeed met het dichten.
Van Kan zegt dat sommige aspecten van de inhoud
tijdsgebonden zijn, zoals over de spraakkunst.
Schrijvers heeft in zijn Uitleiding uitspraken van Horatius
geconfronteerd met ideeën uit de romantiek. In de klassieke tijd hanteerde men een
retorische invalshoek terwijl de romantici hun gevoelens wilden uiten, zoals we
nog steeds wel zien in bundels waarin het niet om een boodschap of om de
techniek gaat. Horatius benadrukt de verhouding tussen dichtwerk en lezer en
vindt dat poëzie een boodschap moet uitdragen.
Van Kan merkt op dat de term engagement angstvallig vermeden
is.
Schrijvers noemt zichzelf een nurkse moralist, misschien nog
wel erger dan Horatius, maar zegt dat het bij Horatius niet om politiek
engagement gaat, al was hij het wel eens met keizer Augustus, die in
tegenwoordige visies nog altijd een omstreden figuur is. Schrijvers noemt het
een wonder dat Horatius in de gunst van de keizer kwam, nadat hij eerder partij
had getrokken voor de moordenaars van Caesar.
Van Kan typeert de stijl van Horatius als een strikte vorm
gekoppeld aan harmonie.
Schrijvers houdt wel van vormelijke poëzie, zoals die van
Ida Gerhardt. Door de metrische dwang ontstaat meer expressie. Toch kan hij ook
de poëzie van Lucebert zeer waarderen vanwege de vervreemding die eruit
spreekt. Zelf vertaalt hij met zijn oor en is gevoelig voor klank en ritme. Hij
vertaalt voornamelijk poëzie. Dat is een intensieve bezigheid. Hij noemt dat
topsport waardoor hij in een manische flow komt.
Hier
mijn verslag dat Wim Brands vijf jaar eerder met Piet Schrijvers had over De natuur van de dingen van Lucretius.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten