Door het leven getekende striptekenaar houdt moed om door te
gaan
Regisseuse Nathalie Crum, die in 2014 afstudeerde aan de
Filmacademie en eerder een opleiding tot beeldend kunstenaar deed, lijkt de
geschikte persoon te zijn om een portret te maken van striptekenaar Theo van
den Bogaard, die bekend is van zijn strips over Sjef van Oekel in samenwerking
met Wim T. Schippers. Dat dit zo is, blijkt uit de manier waarop ze de gepijnigde
Van den Boogaard ondervraagt. Die doet denken aan Frans Bromet: direct, aanhoudend en met medegevoel.
De documentaire begint met
een beeld waarin Van den Boogaard de kamer insluipt en met een
jas over zijn hoofd aan de tekentafel plaatsneemt. Hij wil het liefst niet
gezien worden. Het leven heeft hem getekend na zijn ziekte en de dood van zijn
partner Karel Sol. Hij maakt een kindertekening die een cover voor HP/De Tijd moet
worden en haalt daarbij Piet Keizer aan die al wist dat simpel het moeilijkst
was.
Het is mooi dat Crum niet meteen over de ziekte van Van den
Boogaard begint. Dat levert de nodige spanning op in de documentaire. Net als
het kaarsje dat hij voor Karel aansteekt, die door een hartaanval om het leven
kwam. Af en toe werpt Crum een blik naar buiten vanuit het benedenhuis aan een
Amsterdamse gracht waar rondvaartboten moeite hebben met draaien en een
stelletje aan de waterkant zit te zoenen, net zoals Van den Boogaard eerder
tekende.
Hij laat oud werk uit zijn archief zien met kwartovellen die
hij van zijn vader kreeg. Als zesjarige was hij al in de ban van Suske en Wiske
die hij erg levendig getekend vond. Dat wilde hij zelf ook. Hij herinnert zich
dat hij tegenover zijn moeder aan tafel zat en bezig was om zijn favoriete figuren
na te tekenen, toen de inkt op zijn korte broek viel en zijn moeder erg haar
best deed om die er weer uit te krijgen. Ze hadden het niet breed in het gezin
met elf kinderen.
Van den Boogaard illustreerde de seksuele revolutie in de
jaren zestig en werkte later samen met Wim T. Schippers. Ze bedachten de figuur
Sjef van Oekel die door Dolf Brouwers op televisie werd neergezet. Crum merkt
op dat Van den Boogaard de stripfiguur steeds realistischer ging tekenen. Van
den Boogaard antwoordt dat diens raarheid daardoor beter tot zijn recht kwam.
Over de afloop van dat project wil hij niet veel zeggen. ‘Ik ben geen Hans
Goedkoop!’ roept hij uit, waarschuwend dat hij niet te veel in het verleden wil
spitten.
Na een behandeling tegen darmkanker in 2007 kreeg hij last
van neuropathie, waardoor hij niet zo gemakkelijk meer tekende. Later kwam daar
ook nog artrose bij. De klare lijn, een term die bedacht werd door Joost Swarte
naar aanleiding van de precieze stijl van Hergé, de maker van Kuifje, wilde
niet meer zo lukken en daarom veranderde hij van stijl in Bob Dylan Illustrated.
Die werd noodgedwongen losser.
Van den Boogaard blijft zich ontwikkelen. Hij is op dat
moment bezig met illustraties voor het project Four winters in a row over een lied dat hij op zijn 27 ste schreef
over een man die vier winters achter elkaar beleeft. Hij zingt het nummer zelf
in, net als hij deed met Bob Dylan. De man zit onder de sneeuw en heeft het
moeilijk, net als hij zelf in die tijd. Geluk moet je in jezelf vinden, weet
Van den Boogaard. Door zijn doorzettingsvermogen weet Van den Boogaard toch nog
wat van zijn leven te maken en zijn moed maakt de documentaire zeer de moeite
waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten