Creativiteit en gemak voorop in modeontwerp
Ter gelegenheid van de presentatie van het nieuwste boek Uit één stuk van Pieke Stuvel (Rotterdam,
1947)praat journaliste en schrijfster Joyce Roodnat aan het eind van de middag
met de auteur in de bomvolle Athenaeum Boekhandel in Haarlem. Zoals te lezen is
op de omslag gaat het in dit boek - een buitenbeentje in een literaire
boekwinkel - om het zelf maken van tijdloze en unieke jurken, jassen en truien,
iets waar volgens Pieke tegenwoordig weer meer belangstelling voor is. Zelf
toont ze een door haar zelf gemaakte creatie die net als de andere ontwerpen in
het boek uit één stuk is, dat wil zeggen dat ze uit één lap stof gemaakt is en
dat in principe alleen de zijkanten dicht gestikt moest worden.
Joyce, zelf gekleed in een bevallig roze jurkje, begint over
de lange carrière van Pieke, niet alleen wat betreft het ontwerpen en maken maar
ook het schrijven erover.
Pieke begon al in 1976, na de geboorte van haar eerste zoon,
met het Babykleertjesdagboek en heeft
in veertig jaar tijd heel veel boeken over modeontwerpen geschreven. Twee jaar
geleden zag Recycle Chic het licht,
een boek voor de luie naaister. Uit één
stuk is een constante, de voortzetting van eerdere ideeën over kleding die
uit één lap stof gemaakt is. Ze ziet haar werk niet als een bedrijfsmatig iets,
maar schrijft haar boeken uit liefde voor mensen die niet goed in naaien zijn.
Een boek als Uit één stuk zou over de
streep kunnen halen om zelf aan de slag te gaan. Na veertig jaar keert men weer
terug tot het zelf maken. Pieke ziet dat als een reactie op de digitale
maatschappij, waarin het handwerk een ondergeschoven plaats heeft. Mensen
willen onthaasten. De naaimachine wordt weer vaker verkocht. Ze toont haar eigen
jurk met een fraai zwart wit dessin uit een stof die ze op de maandagse
Noordermarkt in Amsterdam heeft gekocht.
Joyce ziet daar alleen maar lelijke stoffen, maar Pieke zegt
dat als men goed kijkt daartussen ook veel moois ligt. Behalve naar de
Noordermarkt gaat ze ook naar de Dappermarkt, de Albert Cuyp en de Ten
Catemarkt. Het is de bedoeling dat de stof goed voelt. Ze gebruikt soms ook de
achterkant van de stof. Het roze kleed dat over het tafeltje ligt waaraan de
dames zijn aangeschoven, zou geschikt zijn voor een jas of een vest. Ze heeft,
net zoals in de film Gone with the wind,
ook wel eens wat van gordijnstof gemaakt.
Joyce prijst de gebruiksaanwijzingen en de tekeningen in het
boek, waarin ook foto’s zijn opgenomen van Renske Francissen en vraagt Pieke naar de stijl.
Pieke houdt erg van grafisch werk, van zwart wit. Ze begon
ooit in de Volkskrant en ontdekte dat ze steeds haar eigen profiel en houding
tekende en ging daarom andere koppen tekenen. Ze leeft zich graag uit op haren.
Het meisje rechts op de omslag is naar een vriendin van haar dochter Anna de
Rijk, inmiddels een internationaal bekend model. Ze vond dat de vriendin
grappig haar had. Het is de enige tekening gebaseerd op een bestaand persoon,
maar het is soms onvermijdelijk dat een getekende vrouw toch weer op haar
lijkt. Mannen tekent ze niet, het maken van ontwerpen voor hen vindt ze
wellicht te moeilijk, zegt ze.
Joyce vindt ook de jassen aantrekkelijk en vraagt naar de
stoffenberg.
Pieke vertelt dat haar moeder ook kleren naaide en dat zij
haar dochter tijdens het werk haar gang liet gaan, waardoor haar creativiteit
gestimuleerd werd. Door de verhuizing van Bussum naar Den Haag kwam er een hele
berg stoffen vrij, waaruit Pieke nog steeds put. Haar moeder kocht ook op de
markt, maar was meer dan zijzelf gericht op kwaliteit. Het gebeurt ook wel eens
dat een ontwerp niet lukt omdat de stof toch niet geschikt is, maar dat hoort
bij het creëren.
Hier de site van
Pieke Stuvel.
Ik heb zelf de presentatie gemist, leuk om toch nog even terug te kunnen lezen.
BeantwoordenVerwijderen