Mooie impressie van de starre en autoritaire Saoedische
maatschappij door de ogen van tienjarig meisje
De Saoedische filmmaakster Haifaa al-Mansour maakte een
fraai portret van de tienjarige Wadjda uit Riyad, de hoofdstad van
Saoedi-Arabië en legt daarmee de ongelijkheid tussen de seksen bloot. Dat
blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat vrouwen in een stamboom niet genoemd
worden en zich niet ongesluierd in het openbaar mogen vertonen. Wadjda trekt zich weinig aan van de
bestaande mores en gebruikt die om haar eigen particuliere doel te bereiken.
Wadjda woont met haar knappe maar plichtsgetrouwe moeder in
een buitenwijk van Riyad. Haar vader is meestal afwezig omdat hij ook nog een
ander gezin heeft. Als hij bij Wadjda thuis is laat hij zich vetmesten en
speelt hij games met veel geweld op de televisie. Op school toont Wadjda weinig
interesse in het islamitisch onderricht. Ze luistert liever naar Westerse
popliedjes en speelt graag met haar buurjongen Abdullah. Als die haar eens
uitdaagt terwijl hij hard op zijn fiets van haar wegrijdt, zet ze haar zinnen
op een fiets, al is het niet gebruikelijk dat meisjes in Saoedi-Arabië fietsen,
net zo min als vrouwen auto rijden.
Wadjda ziet opeens een nieuwe blauwe fiets boven een muur
rijden, een mooi filmbeeld van al-Mansour. Ze volgt de fiets naar een fietsenmaker
en hoort dat die ruim achthonderd riyal moet kosten, terwijl zij met het
vervaardigen van armbanden slechts tien riyal verdient. Op school nemen haar
problemen toe. De frikkerige directrice Hoesa wil dat ze een sluier draagt en
verdenkt haar ervan dat ze betrokken was bij een ontmoeting tussen een
klasgenootje en een vreemde man. Als dat klasgenootje wordt uitgehuwelijkt,
kiest Wadjda eieren voor haar geld. Ze doet mee met een Koran wedstrijd waarmee
genoeg geld te verdienen valt om de fiets te kopen.
De moeder van Wadjda krijgt ondertussen ruzie met de norse illegale
chauffeur Iqbal die haar naar haar school brengt, een lange rit heen en terug.
Hij weigert haar nog langer te rijden. Wadjda en Abdullah gaan naar de wijk
Deraa waar hij woont om te vragen of hij toch gewoon weer wil chaufferen.
Abdullah zet hem onder druk met verwijzing naar een oom met een grote snor die
straks de verkiezingen zal winnen. Wadjda ziet een mogelijkheid om te leren
fietsen als Abdullah vraagt of hij lampen vanaf hun dakterras mag ophangen voor
het feest ter gelegenheid van de verkiezing van zijn oom. Het is grappig dat
Abdullah voor de gelegenheid zijwieltjes gemonteerd heeft, die hij er op het dakterras weer af
haalt omdat Wadjda te eigenzinnig is om daarmee te oefenen.
Als haar moeder een keer boven komt, valt Wadjda van schrik
van de fiets. Haar moeder neemt haar ook nog eens kwalijk dat ze zomaar een
jongen heeft binnengelaten in hun huis. Wadjda spant zich daarna in om de quiz
te winnen. Ze bekijkt een videoband met godsdienstige vragen en haar moeder
helpt haar om de soetra’s welluidend te reciteren. Door haar vasthoudendheid
wint ze inderdaad de quiz, maar daarmee heeft ze de geldprijs nog niet te
pakken. Als Wadjda in het openbaar zegt dat ze een fiets wil kopen, besluit Hoesa het geld over
te maken naar hun behoeftige Palestijnse broeders (niet eens zusters). Gelukkig loopt de
film goed af en kan Wadjda de race met Abdullah toch nog houden.
Hoewel het scenario wat rommelig is en de
verhaallijntjes weinig soepel met elkaar verbonden zijn, geeft Wadjda wel een goed beeld vanuit kinderogen van de starre en autoritaire Saoedische samenleving waarin mannen
kunnen doen wat ze willen en vrouwen het voetvolk zijn. Het is mooi dat
een vrouw dit in haar eerste film aan de kaak stelt.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten