Wat is kunst?
Documentairemaker Ditteke Mensink zocht een antwoord op de
vraag wat kunst is en ging kijken bij De ateliers, een postacademische
opleiding in Amsterdam waar een zeer select groepje kunstenaars de gelegenheid
krijgt om ideeën uit te broeden. De ateliers wordt dan ook een broedplaats
genoemd voor talenten in de beeldende kunst. De tien personen die jaarlijks
worden toegelaten krijgen een atelier toegewezen en ondersteuning in de vorm
van tutors, die hun sporen op dit vakgebied hebben nagelaten, zoals Marlene
Dumas, die in de jaren zeventig in De ateliers werkte. Het uitbroeden van
ideeën blijkt vooral een zware zelfconfrontatie te zijn, die ook invloed heeft op
het camerawerk van Mensink. Daarbij wordt door de regering ook nog ernstig
geknaagd aan de subsidie voor de instelling.
Mensink begint met een urinoir van Marcel Duchamp, die in
1917 alle voorwerpen tot kunst verklaarde en daarmee een levensgrote vraag boven
dit terrein van het leven hing die daar nog steeds hangt. Ze brengt de
soepblikken van Andy Warhol in beeld en Piero Manzoni als voorbeelden van kunstenaars
die de toeschouwer anders willen laten kijken naar de werkelijkheid. Daarvoor
is volgens het idee van De ateliers rust en vrijheid nodig en een confrontatie
met gevestigde kunstenaars.
De directeur zit aan de telefoon om geïnterviewde kandidaten
mee te delen dat ze zijn afgewezen dan wel aangenomen. De maatstaf van de
toelatingscommissie is of iemand iets te bieden heeft. Timmy van Zoelen heeft
in het interview laten zien dat hij de film Salo
van Pasolini als uitgangspunt wil nemen en daar een laag over heen zetten om te
laten zien hoe verlangens gereflecteerd worden. De toelatingscommissie geeft
hem het voordeel van de twijfel. Tijdens het eerste jaar leert hij door de
uiteenlopende meningen van anderen vooral zichzelf te blijven. Hij vindt het
wel waardeloos als niemand op dinsdag wanneer iedereen mag binnenlopen, niemand
bij hem langskomt. Aan het eind van het jaar toont hij zijn work in progress:
drangers van deuren die iets zeggen over de druk die hij op zich voelt.
Lennart Lahuis maakt objecten die tussen schilderijen en
beeldhouwwerken in zitten. Hij vindt dat Mensink teveel wil begrijpen. In het
tweede jaar voelt hij zich ontvankelijk en transparant tijdens het verwerken
van zijn ervaringen, maar heeft het idee dat hij iets moet teruggeven. De tutor
vindt zijn raamwerken te veilig, te veel en te ingekaderd. Mensink voelt zijn
weerstand en hoort dat Lennart niet meer gefilmd wil worden.
Daniel de Roo is op zoek naar het grotere geheel en snijdt
politieke thema’s aan, die door een tutor als te abstract worden beoordeeld. Er
zou nog een laag overheen moeten. Daniel zegt dat hij nogal blind binnen kwam
en het ook wel eng vindt dat er meteen een documentaire gemaakt wordt. Hij
koestert de mening van een oudere kunstenaar die zeer te spreken was over zijn
werk. Een vrouwelijke tutor kan geen begin of eind aan zijn nieuwe werk
ontdekken, waarop Daniel zegt dat hij nog zoekende is. Mensink heeft het idee
dat hij haar ontloopt. Na het tonen van een computeranimatie wil ook hij niet
meer gefilmd worden.
De Engelse Penny tekent in een boekje om aan haar gevoelens
te ontsnappen en praat in verband met haar werk over de relatie tussen zien en
weten. Dumas praat op haar in over het gevaar om niet te weten. Het gevoel van Mensink
over de kwetsbaarheid van een wordingsproces is, wordt bewaarheid omdat Penny
haar medewerking aan de documentaire opzegt.
Mensink verbaast zich erover dat er tijdens de presentatie
van de tweedejaars filosofische gesprekken worden gevoerd en dat ze denkers
hoort die zich in beelden willen uitdrukken, maar niets over hun persoonlijke
motivatie willen prijsgeven. De tutoren zeggen haar dat dit ook niet kan, dat
zij de kunstenaar achter de mens zoeken in plaats van andersom.
De Zweed Andreas Arndt is slecht op zijn gemak en bouwt het
atelier na, hetgeen een niet al te bemoedigend gesprek oplevert over ironie. De
commissie is kritisch. Arndt zegt daarop dat hij niet slim wil zijn, maar
gelukkig. Zijn knäckebrödvormen die door muizen zijn aangevreten, krijgen
evenmin een positief onthaal. Mensink vindt Arndt openhartig en filmt zijn
voorbereiding om als een soort kunstwerk met een rubberboot terug te varen naar
Zweden (zie foto). Ze ziet een jongen in de kunstenaar die zijn mislukking toelaat en iets
echts wil doen, hoe moeilijk te vatten dit begrip ook is. Verder dan de
stadsgrenzen van Amsterdam komt hij niet. Het is te koud. Wel maakt hij een videoverslag
over zijn project waarin hij een tutor het vuur aan de schenen legt.
Victoria de Heus en haar man Henk sponsoren De ateliers en
kopen werk van de Engelse Fiona McKay die daar zeer blij mee is. Tijdens een
etentje voor begunstigers zegt De Heus dat ze weet hoe eenzaam het beroep van
kunstenaar is en dat ze daarom nog meer van hen houdt.
Wat kunst is, is zo complex dat een antwoord daarop niet te
geven is en misschien is dat maar goed ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten