Jong gestorven filmregisseur vertelt zijn eigen levensverhalen
Francois Truffaut
l’insoumis, zoals de Franse titel luidt, is een boeiend portret van de
Parijse filmmaker, acteur en schrijver Francois Truffaut (1932-1884), die vanaf
zijn vierentwintigste jaarlijks een film maakte waarin hij, uitgaande van de
auteurstheorie, zijn ideeën over het leven tot uitdrukking bracht. De basis
daarvoor werd gelegd in zijn jeugd, waarin hij als kind verwaarloosd werd door
zijn moeder en zijn vader niet kende. Het maken van verhalende films waarin
gevoelens centraal staan en die gebaseerd zijn op zijn leven, maakte hem
gelukkig.
Filmmaker Jean Renoir zegt in de documentaire dat Truffaut een
dichterlijke kijk had, zoals blijkt in Jules
et Jim uit 1961, waarin Jeanne Moreau uitzinnig lacht. Zelf zegt Jeanne
daarover dat ze zich ontspannen voelde met Truffaut, die was als een puber, een
periode die bepalend voor zijn leven moet zijn geweest. Truffaut vertelt in een
interview dat hij een minderwaardige jeugd had in de buurt Pigalle, waar hij
vaak rondzwierf. Als ongewenst kind werd hij in een pleeggezin geplaatst en
later door zijn grootouders opgevoed, tot hij op zijn tiende weer terugkeerde naar
zijn moeder, die niet tegen lawaai kon en hem in huis eerder gedoogde dan
accepteerde.
In zijn eerste lange speelfilm Les Quatre Cents Coups uit 1959 toont hij zijn afkeer van zijn
moeder, iets waar hij geen spijt van had, zoals hij tegen zijn stiefvader zei.
Het feit dat ze hem niet ophaalde om een tentamen te doen voor het lyceum,
waardoor hij op zijn twaalfde naar een gemeenteschool moest, deed hun relatie
geen goed. Een jeugdvriend zegt dat zijn moeder en zijn stiefvader in het
weekend altijd weg waren en dat er dan met Truffaut veel lol te beleven was.
Troost vond hij, nadat hij van school gestuurd was, in de bioscoop. Later kwam
hij er achter wie zijn vader was: een joodse tandarts die Roland Levy heette.
Truffaut, die zijn achternaam had gekregen van zijn stiefvader, achtervolgde
hem eens maar zocht geen contact uit angst voor teleurstelling. In Le dernier métro uit 1980 komt men te
spreken over het joods-zijn.
Scenarist Jean Gruault vertelt dat Truffaut veel brieven
schreef en verzot was op antiquarische boeken zoals een brievenboek van Proust.
Hij begon ook een filmclub. Vanwege agressief gedrag werd hij opgesloten in een
half open jeugdinrichting en later gearresteerd omdat hij zijn dienstplicht
wilde ontduiken, maar filmcriticus André Bazin zette hem op een goed spoor.
Truffaut schreef recensies waarin hij meedogenloos was over de kwaliteit van het
vertoonde en zelf altijd een onafhankelijk cineast bleef.
Les Quatre Cents Coups
vormde de aanzet tot de Nouvelle Vague. Anders dan Luc Godard hoefde
Truffaut niet zo nodig beroemd te worden. Hij leidde een burgerlijk leven vlak
buiten Parijs, dicht in de buurt van de filmstudio. In zijn films zocht hij
erkenning, zegt zijn tweede vrouw Fanny Ardant (1949). Hij maakte drie kinderfilms
en ook in zijn volwassenenfilms komt de eenzaamheid van het kind ter sprake. Hij
kon goed met hen omgaan, vond de overdracht tussen leraar en leerling kostbaar
en werd door anderen als een goed pedagoog gezien.
Antoine Doinel speelde de hoofdrol in Les Quatre Cents Coups. Truffaut ging met hem door omdat hij veel
van zijn eigen karakter in de jongen herkende. Hij blijft lachen, ook in tijden
van tegenslag, zoals blijkt in Baisers
volés uit 1968. Volgens Ardant zorgde zijn moeilijke verhouding met zijn
moeder ervoor dat hij graag de aandacht van vrouwen zocht, zoals de actrices
Jeanne Moreau, Catherine Deneuve en Isabelle Adjani. Zijn liefde voor vrouwen
oversteeg het niveau van de verleiding. Hij zag de vrouw als de baas van de
wereld, die achtergesteld wordt door de man. Film is voor hem een vrouwelijke
kunst. Hij ondertekende een manifest van Simone de Beauvoir over de
legalisering van abortus en een petitie van Sartre tegen de oorlog in Algerije,
maar deelde diens maatschappijopvatting niet. Hij wilde liever twijfelen, maar
erkende wel dat een sociaal leven noodzakelijk was zoals hij in L’enfant sauvage uit 1970 laat zien. ’s Avonds zat hij zelf het
liefst thuis op de bank met zijn dochters naar een Louis de Funès film te
kijken. Alles had hij over voor zijn films. Alle andere activiteiten moesten
daarvoor wijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten