Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 21 juni 2016

Francois Truffaut, regissseur (2014), documentaire van Alexandre Moix


Jong gestorven filmregisseur vertelt zijn eigen levensverhalen

Francois Truffaut l’insoumis, zoals de Franse titel luidt, is een boeiend portret van de Parijse filmmaker, acteur en schrijver Francois Truffaut (1932-1884), die vanaf zijn vierentwintigste jaarlijks een film maakte waarin hij, uitgaande van de auteurstheorie, zijn ideeën over het leven tot uitdrukking bracht. De basis daarvoor werd gelegd in zijn jeugd, waarin hij als kind verwaarloosd werd door zijn moeder en zijn vader niet kende. Het maken van verhalende films waarin gevoelens centraal staan en die gebaseerd zijn op zijn leven, maakte hem gelukkig.

Filmmaker Jean Renoir zegt in de documentaire dat Truffaut een dichterlijke kijk had, zoals blijkt in Jules et Jim uit 1961, waarin Jeanne Moreau uitzinnig lacht. Zelf zegt Jeanne daarover dat ze zich ontspannen voelde met Truffaut, die was als een puber, een periode die bepalend voor zijn leven moet zijn geweest. Truffaut vertelt in een interview dat hij een minderwaardige jeugd had in de buurt Pigalle, waar hij vaak rondzwierf. Als ongewenst kind werd hij in een pleeggezin geplaatst en later door zijn grootouders opgevoed, tot hij op zijn tiende weer terugkeerde naar zijn moeder, die niet tegen lawaai kon en hem in huis eerder gedoogde dan accepteerde.

In zijn eerste lange speelfilm Les Quatre Cents Coups uit 1959 toont hij zijn afkeer van zijn moeder, iets waar hij geen spijt van had, zoals hij tegen zijn stiefvader zei. Het feit dat ze hem niet ophaalde om een tentamen te doen voor het lyceum, waardoor hij op zijn twaalfde naar een gemeenteschool moest, deed hun relatie geen goed. Een jeugdvriend zegt dat zijn moeder en zijn stiefvader in het weekend altijd weg waren en dat er dan met Truffaut veel lol te beleven was. Troost vond hij, nadat hij van school gestuurd was, in de bioscoop. Later kwam hij er achter wie zijn vader was: een joodse tandarts die Roland Levy heette. Truffaut, die zijn achternaam had gekregen van zijn stiefvader, achtervolgde hem eens maar zocht geen contact uit angst voor teleurstelling. In Le dernier métro uit 1980 komt men te spreken over het joods-zijn.

Scenarist Jean Gruault vertelt dat Truffaut veel brieven schreef en verzot was op antiquarische boeken zoals een brievenboek van Proust. Hij begon ook een filmclub. Vanwege agressief gedrag werd hij opgesloten in een half open jeugdinrichting en later gearresteerd omdat hij zijn dienstplicht wilde ontduiken, maar filmcriticus André Bazin zette hem op een goed spoor. Truffaut schreef recensies waarin hij meedogenloos was over de kwaliteit van het vertoonde en zelf altijd een onafhankelijk cineast bleef.

Les Quatre Cents Coups vormde de aanzet tot de Nouvelle Vague. Anders dan Luc Godard hoefde Truffaut niet zo nodig beroemd te worden. Hij leidde een burgerlijk leven vlak buiten Parijs, dicht in de buurt van de filmstudio. In zijn films zocht hij erkenning, zegt zijn tweede vrouw Fanny Ardant (1949). Hij maakte drie kinderfilms en ook in zijn volwassenenfilms komt de eenzaamheid van het kind ter sprake. Hij kon goed met hen omgaan, vond de overdracht tussen leraar en leerling kostbaar en werd door anderen als een goed pedagoog gezien.

Antoine Doinel speelde de hoofdrol in Les Quatre Cents Coups. Truffaut ging met hem door omdat hij veel van zijn eigen karakter in de jongen herkende. Hij blijft lachen, ook in tijden van tegenslag, zoals blijkt in Baisers volés uit 1968. Volgens Ardant zorgde zijn moeilijke verhouding met zijn moeder ervoor dat hij graag de aandacht van vrouwen zocht, zoals de actrices Jeanne Moreau, Catherine Deneuve en Isabelle Adjani. Zijn liefde voor vrouwen oversteeg het niveau van de verleiding. Hij zag de vrouw als de baas van de wereld, die achtergesteld wordt door de man. Film is voor hem een vrouwelijke kunst. Hij ondertekende een manifest van Simone de Beauvoir over de legalisering van abortus en een petitie van Sartre tegen de oorlog in Algerije, maar deelde diens maatschappijopvatting niet. Hij wilde liever twijfelen, maar erkende wel dat een sociaal leven noodzakelijk was zoals hij in L’enfant sauvage uit 1970 laat zien. ’s Avonds zat hij zelf het liefst thuis op de bank met zijn dochters naar een Louis de Funès film te kijken. Alles had hij over voor zijn films. Alle andere activiteiten moesten daarvoor wijken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten