Een protserige Cria Cuervos
Dat de Mexicaanse film meer geneigd is tot het fantastische
bewijst Pan’s labyrinth. De film doet
sterk denken aan Cria Cuervos (1976) van
Carlos Saura omdat de hoofdrol ook hier voor een meisje is, de film speelt in
de tijd van Franco na de Spaanse burgeroorlog en de sfeer poëtisch is, maar anders dan Saura
vergaloppeert Willem de Stier zich met een al te nadrukkelijk tentoongesteld drama.
Pan’s labyrinth begint
met een verteller die melding maakt van een ver rijk met daarin een prinses die
het paleis uit vluchtte, haar herinneringen vergat en op miserabele manier aan
haar eind kwam, terwijl haar vader de koning nog steeds op haar wacht.
Vervolgens schakelen we over naar Noord Spanje, 1944. Carmen
en haar dochter Ofelia reizen per koets naar de bossen in Noord Spanje waar de
brute kapitein Vidal in een oude molen woont. Hij voert vandaar het bevel over
de strijd tegen partizanen die zich na de burgeroorlog in de bergen verschanst
hebben. Hij heeft zijn vrouw Carmen naar de molen gehaald omdat ze zwanger is
en hij zijn opvolger gezond en wel te leven wil zien komen. Zijn dromerige stiefdochtertje
Ofelia van twaalf leest sprookjes en is meer geïnteresseerd in de magische kant
van het leven. Daar biedt het labyrinth naast de molen volop mogelijkheid toe.
De waarschuwing van bediende Mercedes om niet te ver naar binnen te gaan is
koren op de molen van Ofelia om daar, de weg gewezen door een soort grote
wandelende takken die kunnen veranderen in feeën, een kijkje te nemen.
Terwijl Mercedes en de dokter een dubbelspel spelen en de
partizanen bevoorraden vanuit de schuur van Vidal, probeert Ofelia drie
opdrachten uit te voeren die haar weer terug moeten voeren naar het paleis van
haar vader. Ze leest over de opdrachten in een boek dat aan de Neverending story doet denken, alleen is
het grotesker. De figuren die haar bijstaan of haar de weg versperren zijn
ontsproten aan de fantasie en het weergeven daarvan maakt de kijkervaring niet
boeiender. Wat dat betreft was enige suggestie meer op zijn plaats geweest.
Datzelfde geldt voor de ongehoord brute manier waarop Vidal met zijn tegenstanders
omgaat. Als zijn mannen en vader en een zoon opgepakt hebben die zeggen dat ze
landbouwers zijn en op konijnenjacht waren, steekt Vidal niets ontziend de zoon
met vele messteken neer en schiet de vader dood. Daarna controleert hij de tas
die ze bij zich hadden en haalt daaruit een konijn te verschijn. Nogal
achteloos zegt hij tegen zijn mannen dat ze volgende keer beter moeten
controleren met wie ze te maken hebben en geeft het magere konijn aan Mercedes
om daarmee een bouillon te bereiden. Ook tegen anderen is Vidal erg agressief.
Bij het minste of geringste haalt hij zijn blaffer uit holster en doodt degenen
die tegen hem zijn, zoals de dokter, nadat hij heeft ontdekt dat die ampullen
met antibiotica via Mercedes doorsluist naar de partizanen.
Een aardig stukje is als Ofelia tijdens haar eerste opdracht
naar een stervende boom gaat om daar een sleutel af te troggelen van een kikker
die onder de stronk woont. Ze is al gekleed voor een feest van Vidal en hangt
dat zolang aan een tak. Ze doet daar goed aan omdat ze erg vies wordt onder de
grond. Nadat ze tenslotte de sleutel bemachtigd heeft die in een soort
kaasfondu lijkt te drijven, ziet ze dat haar kleren op de grond zijn gevallen
en vies geworden. Haar moeder is boos omdat ze veel te laat was voor het feest
en zet haar onder de douche.
Het zijn vooral de scènes op de molen en in de bergen die
een mooie sfeer hebben, maar als geheel is het allemaal te protserig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten