Deens literair criticus in de jaren dertig op zoek naar
vrijheid
De al in 1930 geschreven en afgelopen juni tijdens het
Schwobfest door VN criticus Jeroen Vullings gepitchte roman Vernieling gaat, zoals de titel duidelijk
maakt, over de teloorgang van een Deens literatuurcriticus in de turbulente
politieke jaren voor de Tweede Wereldoorlog. Zoals Vullings al zei loopt hoofdpersoon
Ole Jastrau, criticus van Het Dagblad, gevestigd in Kopenhagen - de stad waarin
de lezer overvloedig rondwandelt - bijna vijfhonderd bladzijden lang bergafwaarts.
Meteen in het begin van de roman krijgt Jastrau bezoek van
twee communistische vrienden Bernard Sanders en Stefan Steffensen die door de
politie gezocht worden en die hij niet de deur kan wijzen, al wacht hem veel
leeswerk en heeft hij ook de zorg voor zijn zoontje Oluf. Zijn vrouw Johanne is
bij thuiskomst niet gecharmeerd van het duo en wacht hun vertrek niet af, maar
gaat met zoonlief bij haar ouders slapen. Tegelijk wordt ze aangetrokken door
de branieachtige zelfverzekerdheid van Sanders. Tegen diens bevlogen commentaar
op de politieke achtergrond van het burgerlijk huwelijk kan de beschaafde echtgenoot,
die zichzelf het liefst als een Christusfiguur ziet, weinig inbrengen. Hij ziet
lijdzaam toe hoe Sanders langzaam maar zeker zijn vrouw van hem afneemt en
trekt daarna op met driftkikker Steffensen, die uit de Aarhusiaanse bourgeosie afkomstig
is, maar inmiddels een parasitair bestaan leidt, waarin hij gedichten schrijft maar
zich vaker volgiet. Jastrau, die het liefst ook dichter was geworden maar iets
anders moest om zijn gezin te kunnen onderhouden, komt hierdoor steeds meer in
de goot terecht.
Fraai is de opening waarin Jastrau tussen de nog niet
opengesneden romans zit en van deurbel naar telefoon loopt. Tussendoor moet hij
ook nog op zoonlief letten. Rust krijgt hij niet. Het kostte me moeite het
beeld van Jeroen Vullings daarbij uit mijn hoofd te krijgen. De spanning in de
roman wordt aangewakkerd doordat Steffensen een zoon is van een Deens
schrijver, wiens godsdienstige roman Jastrau heeft afgekraakt, iets dat hem
door de redactie niet in dank wordt afgenomen, net als het feit dat hij een
gedicht van Steffensen ter publicatie heeft aangeboden. Een jaar later, als
Johanne een scheiding aanvraagt, trekt Steffensen en diens, door hem en zijn
vader besmet geraakte, vriendin Anna Marie bij hem in.
De stijl waarin de neergang in vijf delen is beschreven is,
zoals Vullings al zei, bedwelmend. Bijna vijfhonderd bladzijden lang leven we
in het dichterlijke hoofd van Jastrau en volgen we hem in zijn zwakte voor
drank en vrouwen. Als Jastrau Steffensen en Anna Marie in huis neemt doet hij
dit om aan de leegte te ontsnappen: ‘In
lege kamers spookte het. Nonsens. Dat was echt zo! Deuren gingen vanzelf open.
De klink werd door een onzichtbare hand traag omlaag gedrukt en dan sprong de
deur open. Lege woningen baarden monsters. En ten slotte zag je jezelf, in
levende lijve, op een stoel zitten. Nee maar, goeiedag Jastrau. Dezelfde
verlegen glimlach.’
Er zijn ook zinnetjes die als terugkerende bliksemschichten
het hoofd van Jastrau teisteren.
De lange lappen tekst blijken over een lange spanningsboog
te beschikken. Het was alleen jammer dat soms niet zo duidelijk was wie wat
zegt.
Vaak staat Jastrau voor de keuze om zich aan te passen aan
het burgermanbestaan, maar net zo vaak kiest hij voor verzet, voor
oorspronkelijkheid, voor vrijheid, al is die in een vorm van dronkenschap slechts
tijdelijk te verwezenlijken. We krijgen daarmee een kijkje in het karakter van
een mens, die zich niet kan neerleggen bij de maatschappelijke conventies en
zoekt naar iets dat de gewoontepatronen overstijgt. Het maakt Jastrau sympathiek.
De ideeën van Nietzsche over de eeuwige wederkeer en de oneindigheid van de
ziel bedrukken hem. De kerk biedt geen soelaas. Het menselijk tekort is niet op
te lossen, Men heeft zich neer te leggen bij de realiteit die van ons vraagt af
te zien van totale lust, om het met Freud te zeggen.
Hier
mijn bespreking van het laatste Schowfest met daarin de prachtige bijdrage van
Jeroen Vullings, die ik helaas niet op video kon vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten