Het maken van land is een daad van cultuur
Eindelijk dan een zomergast die iets te vertellen heeft,
sterker: die zich niet laat afleiden door de op de rem trappende gastheer, maar
zijn eigen ideeën uitdraagt. Landschapsarchitect en stedenbouwkundige Adriaan
Geuze (Dordrecht, 1960) is een man met visie zoals we die zo node missen in ons
dichtgetimmerde land.
Om een idee te krijgen van zijn werk zien we een viertal
voorbeelden van werk van Bureau West 8, het bureau waarbij hij werkt: de
pergola die in het Maximápark in Utrecht Leidserijn geplaatst is en die straks
verdwenen zal zijn onder het groen, Governors Island in New York, waarin hij
speelde met reliëfs, het nieuwe CS in Rotterdam, waarbij hij zich vooral met de
lichtinval bezighield en tenslotte Happy Isles, een ontwerp van eilandjes voor
de Nederlandse kust om ons te beschermen tegen de zeewaterstijging.
Het eerste fragment betreft een saai amateurfilmpje over het
dorsen van graan in een nieuwe polder dat wordt opgeleukt door een aardig muziekje.
Het brengt Geuze tot de uitspraak dat het maken van land een daad van cultuur
is. Op tafel ligt Polders! een stamboek
uit 2005 van vierduizend Nederlandse polders. Geuze houdt van de polder omdat
hij in die omgeving opgroeide. Zijn opa was opzichter van de Noordelijke
Lekdijk, die het leven van vele Hollanders beschermt. Geuze ging in de schoolvakanties
vaak met hem mee. Zijn opa speelde ook Bach op het orgel. Cultuur en natuur gingen
samen. Geuze kreeg dat met de paplepel ingegoten en is daar nog steeds mee
bezig.
Het volgende fragment gaat over de dustbowl die in de jaren
dertig in de Amerikaanse Mid West de vruchtbare grond weg deed stuiven. Geuze
legt uit dat dit kwam door een verandering in de landbouw. Na de Eerste
Wereldoorlog kwamen er machines die grootschalige landbouw mogelijk maakten.
Tegelijk was er een enorm gebrek aan graan. Door de dustbowl verhuisden
tweeëneenhalf miljoen mensen naar Californië. In de Sovjet Unie werd de
collectivisatie ingevoerd die een grote hongersnood veroorzaakte en het leven
kostte aan vijf tot tien miljoen mensen. In Nederland had men de mislukkingen
rond de inpolderingen, zoals van de Haarlemmermeer, achter de rug en pakte men
het kleinschaliger aan. Geuze spreekt met trots over de langzame implementatie:
plannen knipte men in stukjes en werden steeds verbeterd.
Geuze heeft op internet een fascinerend filmpje gevonden over
doeken van Piet Mondriaan die van figuratief tot abstract in elkaar overlopen,
beginnende met De rode boom en eindigend met Victory Boogie Woogie. Geuze zegt
dat de periode van De Stijl die van de Zuiderzeewerken overlapt. De verhouding
tussen kunst en landschap is essentieel voor ons land. Eerst maakte men het land,
daarna ging men het schilderen. Het kan zelfs zo zijn dat de schilderijen weer
invloed hadden op het landschap. Geuze tekent Zuidelijk Flevoland met daarin
het bevrijde hart dat Mondriaan in zijn abstracte werk gebruikte.
Het landschap is voor hem de bron, net als kunst en liefde. Het
brengt hem op Carmen Amaya (1913-1963), een Catalaanse flamencodanseres die volgens
eigen zeggen haar kunst van de zee leerde en in de Tweede Wereldoorlog furore
maakte op Broadway. Ze danst in het fragment in een broek waardoor volgens
Geuze haar bewegingen des te beter te zien zijn. Amaya woonde zichzelf uit en
werd daardoor maar vijftig jaar oud, maar is in Spanje een legende. Het fragment
leidt tot een ode aan Spanje, een oud land met veel lagen en traditie. We moeten
blij zijn, zegt Geuze, dat zij bij ons willen horen. Een verrassend geluid in
een tijd waarin alleen nog begrotingstekorten van landen lijken te tellen. Zelf
werkte hij aan ondertunneling van snelwegen in Madrid en het helen van de gaten
met parken. Over de film Jamon, Jamon
(Bigas Luna 1992) zegt hij dat onder de seksuele laag de verandering van de dictatuur
van Franco tot een massacultuur onderzoekt wordt en dat alles naar alles
verwijst.
De Jong begint over het nieuwe plan voor het Schouwburgplein
in Rotterdam dat veel kritiek heeft gekregen. Geuze laat het van zich afglijden,
zegt dat hij daar geen controle over heeft en vertelt over de mooie stadjes in
metropool Holland. Na een excursie rond de door Geuze bewonderde dichter H.H.
ter Balkt (1938-2015) die door de taal ploegde alsof het land was, een fragment
uit One life (BBC, 2011) over een
slimme dolfijn die een gemakkelijke manier ontdekte om vissen te vangen - hetgeen
Geuze brengt op mensen die innoveren in het bloed zit -, een fragment over het
bouwen van een pijlerdam in de Oosterschelde, dat hem deed denken aan de
televisieserie The Thunderbirds en de
gevaren van het werk van een ingenieur geïllustreerd aan de ineenstorting van
de Twin Towers, komt hij terug op de metropool. Naar aanleiding van een
compilatie van foto’s gemaakt aan de rand van het Groene Hart, uit hij zijn
afschuw over de verwording van het landschap dat na de tijd van de grote
projecten ten prooi is gevallen aan procedures. De Jong constateert dat Geuze
moedeloos klinkt, Geuze zelf spreekt van paniek. Het is van een grote treurigheid
dat De Jong de pijn van Geuze probeert te relativeren. Hij zou zich moeten
schamen net als hij deed toen hij naast een buitenlander zat die met de trein
van Schiphol naar Rotterdam reisde. Wat hebben we in godsnaam met ons landschap
gedaan? Geuze spreekt van een aanslag.
Het is anderzijds bevreemdend dat Geuze de kinderserie Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt
als voorbeeld neemt voor de Nederlandse kletscultuur. Het lijkt me dat je
kinderen toch nog niet met de complexiteit van de maatschappelijke problemen kunt
confronteren. Ook zijn bewondering voor Hirshi Ali kon ik moeilijk begrijpen. Wellicht
neemt hij haar standvastigheid als richtsnoer tijdens zakelijke onderhandelingen,
waarbij het redelijk alternatief wordt gepredikt. De muziekkeuze van Al Green
die zijn moe van het alleen zijn in soul bezingt, biedt Geuze troost in
moeilijke tijden. De film Silent Sonato
(Janez Burger, 2010) laat zien dat de machinerie het aflegt tegen de menselijke
creativiteit. De sluiting van de Afsluitdijk, gefilmd door Joris Ivens in 1933,
is een mooie vertolking van onze traditie. Geuze hoopt dat die in nieuwe
infrastructurele projecten weer terugkomt en ik - en ongetwijfeld velen met mij
– hoop dat met hem. Geuze biedt een blik naar de toekomst die weggevaagd lijkt
door de gekte van de dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten