In de aankondiging horen we dat Nederland anderhalf miljoen
KNVB leden kent. Dat het de droom is van veel jongens om profvoetballer te
worden. Dat er maar zo’n duizend jongens zijn die dit lukt. En dat er maar
driehonderd toptrainers zijn. Coen Verbraak gaat op de hem bekende flitsende
wijze en afgewisseld met beelden van trainingen in gesprek met zeven van hen,
te weten: Guus Hiddink, Leo Beenhakker, Co Adriaanse, Foppe de Haan, Willem van
Hanegem, Louis van Gaal en Bert van Marwijk.
Aflevering 1: de coach
Aflevering 1: de coach
Verbraak begint met de jeugdjaren. Hiddink trapte vaak als
kind een balletje tegen de muur, Van Marwijk stond als het ware voetballend op,
De Haan schoot altijd een bal tussen de vork van een boom. Adriaanse noemt het
spelletje onvoorspelbaar, Beenhakker wil mensen bij elkaar brengen, Van Hanegem
kan ook van het spel van de tegenstander genieten, voor Van Gaal is het trainerschap
een uit de hand gelopen hobby. Hij wist al op zijn veertiende dat hij trainer
wilde worden en keek daarom vooral naar de trainende Michels terwijl zijn
vriendjes naar de Ajax spelers keken.
Na de inleidende beschietingen gaat het over het voordeel om
zelf op topniveau gevoetbald te hebben. Velen vinden speler zijn toch wel het
mooist. Van Hanegem zegt dat een speler veel meer invloed kan uitoefenen dan
een trainer. Adriaanse denkt dat hij als trainer hoger gekomen zou zijn, als
hij op topniveau gevoetbald had. Van Hanegem denkt dat zo’n speler als coach de
druk beter aan kan. Volgens Van Marwijk kan hij bijgelovigheid van spelers
herkennen en daarop inspelen. Voor Beenhakker is een goede verhouding met de
spelers het belangrijkste. Daarmee houdt hij de kikkers in de kruiwagen.
Adriaanse daarentegen staat boven de spelers. Hij heeft nu eenmaal een ander
karakter, zegt hij. Beenhakker vindt het erg als een eigenwijze speler voor
schut wordt gezet, zoals Martin Jol deed, die iemand de tribune op liet rennen.
Hiddink vindt het een voordeel dat een trainer als speler net niet de top
bereikte, want dan kan men zich beter inleven in een minder getalenteerde
speler. Volgens De Haan moet macht overgaan in gezag.
De Haan vindt het een valkuil dat een trainer te snel
resultaat wil boeken. Hidink herkent dit van een trainingskamp met het
Nederlands elftal waarbij hij meteen vanaf de eerste dag hard aan de slag wilde.
De Haan vertelt over een vriend uit een boerenmilieu die hem, nadat hij een
training had bezocht, toevoegde dat De Haan de natuur zijn werk moest laten
doen. Over het gebruik van alcohol in een trainingskamp zijn de meningen
verdeeld. Beenhakker staat wel wijn toe maar geen bier. Van Gaal zegt dat
Spaanse spelers heel anders wijn drinken dan de Nederlanders. Hiddink vertelt
over trainer Kurt Linder die in de auto van zijn vrouw op de avond voor een
wedstrijd langs de adressen van de spelers ging om aan de motorkap van hun auto
te voelen of ze uit waren geweest. Zoiets gaat Van Gaal te ver. In Barcelona,
waar hij een soort onderburgemeester was, had hij wel zijn informanten.
De Haan heeft veel trainers opgeleid. Hij was niet gecharmeerd
dat Van Hanegem op zijn vraag wat hij had opgestoken antwoordde: een sigaret.
Van Hanegem ging niet van harte naar de opleiding, maar had het papiertje nodig
om hoofdtrainer te kunnen zijn. De meesten stemmen in met de uitspraak dat een
goed paard nog geen goede ruiter maakt. Adriaanse ergerde zich aan Frank
Rijkaard die zonder papieren als trainer aan de slag ging.
Aflevering 2: de prijs
De tweede aflevering begint met het ouderlijk gezin van de coaches.
Van Gaal komt uit een gezin met negen kinderen en had veel voetballende broers.
Zijn vader heeft hij nauwelijks gekend. Hij werkte hard tot hij na een
hartaanval de laatste jaren in een ziekenhuis belandde. De vader van De Haan,
een boerenwagenmaker, wist niet wat buitenspel was, zijn moeder werd zo
depressief dat ze herhaaldelijk naar een inrichting ging en ten slotte een eind
aan haar leven maakte, op de verjaardag van de schoonmoeder van De Haan nog wel.
Bezoeken aan de inrichting waar zijn moeder niet behandeld werd, waren
ontluisterend. Hij heeft ervan geleerd dat sommige zaken niet te veranderen
zijn en dat men door moet. De vader van Van Marwijk was typograaf, een
zwijgzame man die wel trots op zijn zoon was. Voor Adriaanse waren zijn ouders
belangrijk op de achtergrond. Hoewel zijn moeder dement werd, bleef ze toch
vertrouwd. Na hun dood merkte hij dat hij voor hen had gepresteerd. De vader
van Beenhakker stierf in 1956 aan leukemie toen Leo veertien jaar oud is. Voor
een enig kind was zijn vader alles. Hij heeft het nooit een plaats kunnen geven
en is er nog boos over.
Het brengt Verbraak erop dat veel toptrainers op jonge
leeftijd hun vader verloren. Ook Dick Advocaat hoort bij het rijtje. Volgens
Beenhakker leert het knokken en de ambities waarmaken. Hij weet nog hoe zwaar
het voelde toen hij met kampioen Feyenoord op de Coolsingel stond. Hij verlies
kwam hard terug. Adriaanse denkt dat zo’n kind de rol van de vader overneemt en
al vroeg verantwoordelijkheid leert dragen. De Haan denkt dat hij door de ziekte
van zijn moeder antennes heeft ontwikkeld over het gemoed van zijn spelers.
Hierna volgt een fragment waarin Advocaat zegt dat de
kritiek na de uitschakeling in de halve finale van de EK in 2004 tegen Portugal
te ver ging. Van Gaal kan daar niet over oordelen. Hij schaamt zich niet voor
zijn eigen emoties, zegt hij, en vindt het oordeel van de media niet belangrijk
(al zal dit een overdekken met het tegendeel zijn, rs.). Hiddink zegt dat
Advocaat te gevoelig is. Van Hanegem vond het dom dat Advocaat naar
sportprogramma’s keek waarin hij bekritiseerd werd. De Haan zegt dat het
moeilijk is je daarvoor af te sluiten. Beenhakker herkent het gevoel uit de
jaren negentig, toen hij de grip verloor en zich alleen voelde staan. Adriaanse
weet dat veel trainers lijden: zie de kauwgom kauwende Ferguson, de groeven in
het gelaat van Wenger, de zware blik van Van Gaal in de eerste maanden als
trainer van Bayern München. Van Maurik zegt dat Advocaat goed terecht gekomen
is en kijkt zonder commentaar naar de uitbarstingen op televisie van Van Gaal. Beenhakker
ergert zich aan daaraan, Hiddink en De Haan moeten erom lachen. Adriaanse kan
zich de reactie van Van Gaal voorstellen omdat hij er alles aan doet om alles goed
te laten lopen. Van Gaal zegt daarop dat hij boos wordt omdat hij anderen in bescherming
neemt en vindt het niet erg dat collega’s zich daarover amuseren. Hij wordt
boos als Verbraak hem vraagt of zijn woede uitbarstingen geen verloren energie
zijn. Verbraak toont zich daarop verbaasd.
Hiddink wilde bij PSV stoppen nadat zijn ouders een
dreigbrief ontvingen. Adriaanse werd in Den Haag bedreigd door een anonieme
beller en kreeg enkele maanden politiebewaking. Na zijn Ajax tijd voelde hij
zich niet veilig bij Feyenoord of Excelsior. Verschillende keren werd hij
lastig gevallen, maar een hekel aan voetbal heeft hij er niet door gekregen. Van
Marwijk kreeg bescherming van anderen na ontvangst van een kogelbrief.
Beenhakker tankte als Feyenoord coach met kloppend hart in de buurt van Amsterdam
en werd eens ontzet door de Wegenwacht. Het maakte dat hij een tijd zijn heil
in het buitenland zocht.
Bij frequent verlies staat de trainer onder druk om te
vertrekken. Adriaanse maakte dit bij Ajax mee en kreeg de hoon van het publiek
over zich heen. Hij zegt dat men dan niets van collega’s hoort. Als hij opnieuw
mocht kiezen zou hij tot verbazing van Verbraak geen trainer meer worden. Als directeur
opleidingen had hij het bij Ajax wel naar het zin. Hij betreurt het dat hij de
top nooit gehaald heeft. Van Gaal constateert berustend dat een trainer vaak
onterechte kritiek krijgt. De Haan en Beenhakker zeggen dat de verantwoordelijkheid
voor prestaties zwaar drukt. Hiddink vindt het wel goed dat men daar alleen mee
is.
Van Marwijk zegt dat men in moeilijke tijden zijn vrienden
leert kennen. Het trainerschap heeft Beenhakker alles gebracht. De jongen in
hem kan trots zijn over hetgeen de man bereikt heeft. Ook Van Gaal is trots.
Hij wil nog wel eens bondscoach worden (en werd dat ook, rs).
Foppe had ook directeur van een school willen worden omdat dat
maatschappelijk meer betekent. Zijn kinderen hebben hem nooit gemist, omdat hij
er was als hij er moest zijn. Beenhakker heeft het opgroeien van zijn kinderen
wel gemist. Daarnaast heeft het hem zijn eerste huwelijk gekost. Hij weet niet
of dat het waard is geweest.
Af en toe kreeg het programma de allure van de Up serie van
Michael Apted. Vooral de tweede aflevering ging de diepte in. Het viel me op
dat Van Hanegem daarover niets te melden had. Wellicht stond hij op de binnenplaats
van het kasteel een sigaret te roken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten