Gelijkwaardigheid kan niet bestaan binnen natiestaten die zich
afschermen van anderen
De menselijke gelijkwaardigheid is een van de vijf duurzame
menselijke waarden, zoals vastgesteld door een groep filosofen en dit seizoen
besproken door Het Filosofisch Kwintet. Gasten zijn dit keer politiek filosofe Tamar
de Waal (zie foto), publicist Paul Scheffer en historicus en journalist Rutger van der
Hoeven.
Clairy Polak leidt het onderwerp in met een vraag over de
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die door bijna alle landen
onderschreven is. Geldt die voor iedereen?
De Waal zegt dat de Verklaring niets betekent zolang de
rechten niet vastgelegd zijn in burgerrechten en staatsburgerschap. Tegenwoordig
geldt daarom eerder een geboorteloterij. Bootvluchtelingen bijvoorbeeld kunnen
naar zorg fluiten.
Volgens Van der Hoeven is het een Westers concept dat moralistisch
wordt ingezet en een cultureel politieke achtergrond heeft.
Scheffer gaat in op het verschil tussen het juridische
begrip gelijkheid en het normatieve begrip gelijkwaardigheid. Deze staan soms
haaks op elkaar, bijvoorbeeld bij homorechten.
Ad Verbrugge komt daardoor op het verschil tussen mens en
burger. De volkssoevereiniteit die na de Franse Revolutie uitgedragen werd,
werd in de praktijk door de nationale identiteit begrensd. Vandaar dat na de
Tweede Wereldoorlog de mensenrechten meer op de voorgrond kwamen.
Polak wil de meningen horen over de praktijk waarmee het
bedroevend slecht gesteld is.
Van der Hoeven stelt dat er een discrepantie is tussen de
opeisbare rechten van mensen en rechteloze anderen, zoals bootvluchtelingen.
Scheffer vraagt zich af of we de hoge normen in de eigen
samenleving wel kunnen laten gelden voor andere samenlevingen: we drijven handel
met Saoedie Arabië en keuren de staatsgreep in Egypte goed.
De Waal ziet hierin een spiegel om na te denken over onze
eigen opvattingen. Hobbes ging al uit van gelijkwaardigheid maar koppelde dat
meteen aan burgerschap, waardoor een Januskop ontstond die zacht was naar
binnen en hard naar buiten.
Er lijkt een twistgesprek te ontstaan tussen haar en
Scheffer over de negatieve dan wel positieve aard van de huidige migratie die
door Polak wordt afgekapt. Ze gaat terug naar het onderwerp en wil weten of
grenzen nog wel van belang zijn.
Van der Hoeven stelt dat de huidige politieke grenzen vooral
bedoeld zijn de eigen levensstijl te beschermen.
Scheffer stelt dat grenzen in historisch opzicht al
wisselden en dat de hoge grenzen rond Europa het resultaat zijn van onze, in
vergelijking met de Verenigde Staten en Australië, hoog ontwikkelde
verzorgingsstaat.
Verbrugge stelt dat de natiestaat de grenzen duidelijk
markeerde.
Dit brengt Polak tot de vraag of de natiestaat dan niet beter
kan ophouden te bestaan.
In plaats dat deze vraag volmondig te beantwoorden en te
zoeken naar andere modellen dan het nationalisme - zoals eerder wel gebeurde
tijdens andere uitzendingen van Het Filosofisch Kwintet - , zegt De Waal dat
dit niet hoeft en dat men ook de portemonnee kan trekken als men de grenzen
niet wil openstellen. Volgens Van der Hoeven laat de waardigheid van de mens in
economisch opzicht te wensen overlaat. Velen zoals Al Qaida en Russen voelen
zich vernederd. Scheffer dreigt weer terecht te komen in een twistgesprek met
De Waal over de maakbaarheid van onze samenleving en de hoop de welvaartskloof
zal afnemen, waarop Polak overgaat van wereld - naar microniveau.
Ze brengt een vluchteling in die zojuist naar Amsterdam
gekomen is en vraagt haar gasten of die zonder paspoort meteen gelijkwaardig is.
De Waal zegt dat dit afhangt van de achtergrond van de
vluchteling. Er zijn personen die door de immigratiedienst zijn afgewezen maar
die niet kunnen worden uitgezet en toch op een zeker moment als burger moeten
kunnen participeren, willen wij onze moraal niet ten grabbel gooien.
Volgens Verbrugge zijn burgerrechten altijd een geschenk.
Scheffer zegt dat tegenwoordig na vijf jaar het
staatsburgerschap wordt toegekend, maar vraagt meer in het algemeen of men dat
kan toekennen aan iemand die niet van zins is de ander als gelijkwaardig te
erkennen, zoals salafisten doen.
Polak vindt deze vraag inhoudelijk interessant. Wat is dan
nog de waarde van gelijkwaardigheid?
De Waal vindt dat de vraag niet alleen op de islam van
toepassing is maar een algemener gebied rond godsdienstvrijheid en persoonlijke
vrijheid bestrijkt, iets waar Scheffer het mee eens is.
Volgens Van der Hoeven nemen de gevolgen van migratie met de
voortschrijdende globalisering toe. Eigen ideeën moeten opnieuw weer worden
bijgesteld hetgeen geen gemakkelijke zaak is.
Verbrugge vraagt zich af hoeveel moraal een samenleving aan
kan die ook weer op een moraal gebaseerd is. Een aardige kluif voor filosofen
lijkt me.
Volgens Scheffer kan de moraal nooit juridisch opgeëist
worden. Hij komt met het voorbeeld van orthodoxe joden in Jeruzalem die een
grote invloed op de samenleving uitoefenen. Veranderingen zijn niet af te
dwingen maar alleen voor te leven.
De Waal schetst in navolging hiervan het voorbeeld van
groepen in onze eigen samenleving die het niet zo nauw nemen met rechten van
anderen en de eigen burgerij voorop stellen.
Daarop vraagt Scheffer haar naar haar opvatting over de door
de overheid gepromote en door de belastingbetaler gefinancierde grotere onderwijskansen
voor vrouwen.
De Waal ziet een verschil tussen promoten en uitvoeren, Van der
Hoeven ziet onderwijs als een mensenrecht, Verbrugge onderkent dat de vraag
scherp gesteld is. De Waal voegt daar aan toe dat landen universele waarden niet
kunnen claimen. Ze geeft als voorbeeld een rechtse partij in Denemarken die
zoiets doet en meteen bijval krijgt van andere partijen. Zo zegt de sociaal
democratie daar tegenwoordig dat men een Deense opvoeding moet hebben gehad om
mee te kunnen praten over de samenleving.
Dit filosofische onderwerp afsluitend zegt Verbrugge dat mensenrechten
nooit genoeg waarborgen aan individuen en minderheidsgroepen bieden, maar dat
die door culturele instellingen gecultiveerd dient te worden. Scheffer sputtert
na over de geboekte morele vooruitgang, maar volgens Polak was dat niet het onderwerp.
Ze weet zich nog net te bedwingen om hem niet te vragen naar zijn standpunt
over de gelijkwaardigheid tussen mens en dier. Ook een aardig onderwerp
trouwens.
Hier
meer informatie op Facebook, hier mijn bespreking
van de uitzending van Het Filosofisch Kwintet over Identiteit en Europa (2013).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten