Omgang met Groene Hart als omgang Taliban met Boeddhabeelden
De VPRO herhaalt naar aanleiding van de uitzending van
Zomergasten met Adriaan Geuze op 16 augustus j.l. de Tegenlicht uitzending New Orleans in de polder, gemaakt door Rudi
Boon waarin de tien jaar jongere Geuze zich onder het kopje Een
eenmansoorlog van een landschapsarchitect tegen het planologisch bureaucratisch complex als beschermer van
het Groene Hart opwerpt. Hij bezoekt het gebied, praat met betrokkenen
beleidsmakers en toont zijn liefde voor het open landschap aan de hand van een schilderij
van Jacob Ruysdael en het lied Mijn vlakke
land van Jacques Brel. Terwijl hij door het stadsbestuur van Cairo wordt
uitgenodigd om te voorkomen dat de piramides van Gizeh door bebouwing bedolven
worden en bestuurders uit New Orleans de manier komen bekijken waarop Nederland
zich wapende tegen het water, bouwt men hier tegenwoordig vrolijk onder de
zeespiegel.
De Schieveen Polder staat na zevenhonderd jaar op het punt
staat te verdwijnen. Er wordt daarom een manifestatie gehouden waar
verschillende kunstenaars, waaronder Jules Deelder, aan deelnemen. Geuze spreekt
de verzamelde mensen toe over de teloorgaan van de natuur, het opgeslokt worden
door urbanisatie, wijst op de gigantische opblaaskoe door wiens benen, net als
op een schilderij van Paulus Potter, het open landschap nog meer tot zijn recht
komt en vraagt zich af wanneer een nieuwe natuurbeschermer als Jac P. Thijsse
opstaat.
Geuze is ook in de Zuidplaspolder waar kassen naar beneden
gevallen lijken te zijn en men een stad diep onder de zeespiegel heeft gepland,
waardoor een onafzienbare stenen massa ontstaat waar de bewoner niet meer uit
kan, zoals de Amsterdammer nog wel: naar het noorden naar Waterland, naar het
zuiden naar Amstelland, om de dichtstbijzijnde open landschappen te noemen.
Wim Derksen, directeur van het Ruimtelijk Plan Bureau, wil
het Groene Hart opgeven omdat het behoud ervan slechts een loze kreet geworden
is in een politieke cultuur die weinig opheeft met landschapsbehoud. In plaats
daarvan wil hij onderdelen van het Hart proberen te redden. Derksen vindt dat
hij anders de kleren van de keizer beschermt, maar begrijpt het probleem dat
Geuze ermee heeft.
Kees Vriesman, directeur Staatsbosbeheer, wijst de suggestie
van Geuze dat SBB geen interesse zou hebben voor het open landschap van de
hand. Tien procent van hun eigendom bestaat uit weiland, dat verpacht wordt aan
boeren. Hij schaamt zich evenwel voor de bestuurlijke opvattingen over het
behoud van de natuur.
Wim van Hulsenbeek is een outsider die een stukje land zocht
om te vissen en vijftien hectare grond kocht die hij weer in de oude staat
terugbracht.
Joost Schrijnen, directeur Ruimtelijke Ordening provincie
Zuid-Holland, noemt het Groene Hart slechts een planologisch concept, ontstaan
als restgebied waarin niets te bouwen was en daarmee geen realiteit. Hij vindt
het dan ook niet erg dat stukken worden opgegeten, zoals hij dat noemt. Geuze gaat
volgens hem het verkeerde gevecht aan. De provinciale apparaten zijn
gepolitiseerd en zien de grenzen van het Groene Hart als onderhandelingsruimte.
Alle belanghebbenden stellen het economisch doel voorop, ook de boeren. Geuze
spreekt hem tegen. Hij vergelijkt de manier waarop men met het landschap omgaat
met de Taliban die Boeddhabeelden vernietigt en toont, wat betreft het bouwen
in de Zuidplaspolder, zijn alternatief: het bouwen op lege gebieden in de stad
zelf. Schrijnen haalt staatssecretaris Melanie Schulz aan die gezegd dat zij er
niet was om Nederland mooi te maken. Dit vormt een welkome aanleiding voor
Geuze om haar aan de tand te voelen. Schulz ziet het bouwen onder de zeespiegel
echter als een uitdaging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten