Traditie versus experiment
De ANV Debutantenprijs is de nieuwe naam voor de Dordtse
Debuutprijsm die tussen 2008 en 2014 in handen was van sponsor Academica. Het
Algemeen Nederlands Verbond – what is in a name? – financiert nu de prijs. De
vakjury onder leiding van Casper Markesteijn heeft uiteindelijk drie romans
uitgekozen, waarover een lezersjury zich mag uitspreken. De romans zijn:
We zullen niet te
pletter slaan van Nina Polak ( hier
mijn recensie)
Birk van Jaap Robben
(hier
mijn recensie)
De consequenties
van Niña Weijers (hier
mijn recensie)
Anders dan vorige jaren moeten lezers elk boek beoordelen en
zo hoort het natuurlijk ook. Ze hebben daarvoor de eenmalige keuze tussen een
6, een 7 of een acht en worden daarmee meer gelimiteerd dan vorige jaren toen
men boeken nog met hetzelfde kwalificering kon waarderen. Voor dat laatste valt
iets te zeggen in geval men boeken als gelijkwaardig beoordeelt. Wellicht zal
het volgend jaar weer anders zijn. Wie weet komt men nog eens - als in the good
old days - weer op vijf nominaties uit, maar daarover ga ik niet opnieuw
zeuren.
De keuze voor de beste debuutroman van 2015 gaat dit jaar tussen
één man en twee vrouwen die ook nog eens vriendinnen van elkaar zijn. Beiden
heb ik een jaar geleden mogen aanschouwen tijdens een vraaggesprek in Athenaeum
Boekhandel Haarlem. Jonge aanstormende talenten, dat moet gezegd. Ik herinner
me nog dat Nina zich op Facebook afvroeg wat ze zou aantrekken. Of een trui
niet te warm zou zijn. Maar ik treuzel. Ik vind het lastig mijn keuze te
bepalen en wil daarmee liever wachten.
Ongeveer een maand geleden las ik Birk als laatste van de drie debuten en ik was zeer te spreken over
het verhaal in het koude noorden van Europa waarin een jongen moet zien te
leven na de verdrinking van zijn vader en zijn, als gevolg daarvan,
getraumatiseerde moeder.
Het was een mooie coming of age roman, waarvan ik niet
zoveel verwachtingen had. Ik vergeleek Robben zelfs met Bernlef en zette het
nogal gedegen, bijna ouderwets heerlijke boek af tegen de debuten van Weijers
en Polak, die meer engagement lieten zien: Weijers met een moderne roman over
de verhouding tussen kunst en leven, Polak met een intrigerend
familiegeschiedenis waarbij de twee kinderen van een gescheiden lesbisch stel door
het leven zien te komen.
De hoofdpersonen van de drie romans laten zien hoe verschillend
de verhalen zijn. Mikael, de zoon van Birk, moet zich staande houden in een
desolate omgeving en zoekt troost bij een meeuwtje; de ondermaatse Minnie Panis
wordt door haar moeder naar een kliniek in de Verenigde Staten gebracht, waarna
ze haar leven in dienst stelt van de kunst; Anna Katz en haar broer Schard
nemen twee heel verschillende posities in het leven in.
Ook de stijl van de debuten verschilt aanzienlijk. Terwijl
Robben rechttoe rechtaan schrijft, hult Weijers zich met een soepele schrijfhand
in nevelen en neemt Polak een tussenpositie in. In mijn recensie over We zullen niet te pletter slaan was ik
nogal kritisch over de toon van Polak, maar achteraf zie ik dat de kracht ervan
toch duidelijker naar voren komt.
Zou het toch weer een kwestie van smaak zijn die het oordeel
van de lezers bepaalt? Of men van een meer traditioneel verhaal houdt of kiest
voor een experiment? Ik hou het erop dat durf dit jaar beslissend is en geef
daarom de meeste kans aan Weijers omdat zij in De consequenties de meeste lef toont.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten