Kijkje achter de schermen van de televisiejournalistiek
Pieter Fleury koppelde het negende gebod, dat zegt dat gij
geen valse getuigenis mag spreken tegen uw naaste, aan een markant voorbeeld
uit de televisiejournalistiek, namelijk de verslaggeving rond het drama in
Screbrenica. Het is interessant om eens een kijkje achter het nieuws te nemen
en dit onderwerp ligt nog eens extra gevoelig. Later zegt Fleury tegen
filmacademiestudente Mea de Jong dat de vraag naar de waarheid hem altijd al
geboeid heeft, vooral omdat die zo lastig te vatten is. De werkelijkheid is
onzichtbaar, niet met een principe te vangen en steeds weer anders.
Fleury ondervraagt NOS verslaggever Gerri Eickhof die ten
tijde van de genocide onder de moslims in voormalig Joegoslavië verslag deed
van de oorlog. Hij zegt dat hij de essentie van hetgeen zich ergens afspeelt
over het voetlicht wil brengen en dat zijn moeder daarbij een goed
referentiepunt is. Als zij geboeid heeft gekeken naar zijn reportage dan zullen
er velen zijn die dat gedaan hebben. Na een bombardement op het gebouw van de staatstelevisie
in Belgrado toonde hij zich in zijn verslag in het Zes uur journaal (zie foto) geschokt, omdat
er vrienden van hem werkten. Hij doorbrak zijn eigen principe dat hij niet persoonlijk
betrokken met het onderwerp diende te zijn. In Hilversum veranderde men zijn
commentaar in het Acht uur journaal. Zo zijn de verhoudingen, zegt hij gelaten.
Samen met een cameraman gaat hij vijf jaar later terug naar
Screbrenica om verslag te doen van de herdenking van de moslims bij de
legerbasis van Dutchbat in Potocari, een plaats in de gemeente Screbrenica. Fleury
filmt de voorbereidingen, de acties ter plaatse en de communicatie met
Hilversum. Er zijn beelden van de lijkenzakken in een enorm mortuarium, die met
Nederlands geld gefinancierd is. Fleury vraagt of dit Eickhof schuwt maakt,
maar hij heeft er, anders dan met beelden uit Rwanda waar het Franse leger lijken
met een bulldozer begroef, geen moeite mee. Hij wil begrijpen hoe dit zo
gekomen is. Hij regelt een interview met de voorzitter van de partij van
Karazic, die een herdenking in Screbrenica niet nodig vindt. Eickhof heeft
evenmin problemen met uitspraken van anderen, zolang zijn eigen eindcommentaar
geen voorbarige conclusies bevat. Hij oefent zijn commentaar voor een televisiescherm
in de hotelkamer waarbij ook de cameraman aanwezig is. Later bezoekt hij een oudere
moslim die zijn huis laat herstellen door Servische bouwvakkers. De man heeft
er geen moeite mee om de voormalige aartsvijanden de klus te laten doen. Een
andere moslim heeft weinig vertrouwen in de Servische extremisten en de
internationale gemeenschap. Hij bevestigt de vraag van Eickhof of hij bang is.
Fleury vraagt Eickhof of de laatste man zijn verhaal niet al te erg nuanceert.
Soms houdt het op, geeft Eickhof toe.
Op 11 juli 2000 is er in Hilversum druk overleg over de
reportage van Eickhof betreffende de herdenking in Potocari. Omdat bussen met
mensen in de file staan wordt het moeilijk nog in het Zes uur journaal erover
te berichten. Eickhof is ontdaan over het verdriet van de Bosnische vrouwen en
vertelt tegen nieuwslezeres Pia Dijkstra dat hij haast heeft en dat ze straks in
de uitzending maar moet vragen wat bij haar opkomt. In de uitzending van acht
uur vertelt hij dat de eerste steen voor een monument niet gelegd is vanwege
een meningsverschil tussen de Serviërs en de Bosniërs. In de auto op de weg
terug zegt hij tegen de cameraman dat ze de huilende vrouwen onder zijn quote
hadden moeten zetten. Een dag later voert hij overleg over een herdenking van
Serviërs. Fleury vraagt of het onderwerp nieuwswaarde heeft. Eickhof geeft toe dat
het wellicht onder de drempel zit. Soms wordt zijn berichtgeving gestuurd door
de kennis van de kijker en is dat frusterend, al is dat dit keer niet zo. Hij
vindt dat alle partijen schuld hebben aan de oorlog. Door het bezit van zware
wapens van de Serviërs kwam hun geweld veel zwaarder aan. Hij belt met de
redactie in Hilversum die het verslag wel wil hebben vanwege het fraaie
beeldmateriaal, maar later komt er weer een kink in de kabel.
Mea de Jong stelt het principe van Fleury dat men niets dan
de waarheid zal tonen, ter discussie. Ze schetst zelf een ander beeld met
hetzelfde materiaal, maar Fleury vindt dat ze manipuleert, omdat men altijd de
context moet laten zien. Fleury wil ethisch verantwoord filmen, niet dwingend zijn
en legt de kijker uit wat hij doet. In dat kader wil hij dat De Jong de camera
ook op zichzelf richt. De Jong wil Eickhof voor haar karretje spannen door
Fleury met een vals voorwendsel voor het blok te zetten, maar Eickhof wil
daaraan niet meewerken en Fleury prijst dat. Hij vindt het een mooi voorbeeld
van het niet doorbreken van de integriteit.
Hier
het acht minuten durende aandeel van Mea de Jong in dit project.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten