Een duidelijke waarschuwing voor de gevolgen van het
opofferen van rust en stilte.
Paul Cohen, die tien jaar later de prachtige documentaire Janine maakte over violiste Janine
Jansen, houdt zich in Een staat van zijn
bezig met het vierde gebod, dat zegt dat men de sabbat moet heiligen. Cohen
steekt zijn eigen opvattingen niet onder stoelen of tafels. Voor hem is de
zondag meer dan een rustdag. He is een dag waarin het innerlijke een verbinding
aangaat met het uiterlijke dat zes dagen van de week het leven beheerst. De
sabbat is voor hem een staat van zijn, waarin men contact maakt met de
schepping.
De nogal fragmentarische maar daardoor ook boeiende beelden
van drukke koopzondagen afgewisseld met mooie plaatjes uit de natuur, zijn in
en rond Amsterdam geschoten. De documentaire begint met beelden van de op
zondag gehouden Van Dam tot Damloop als ik het goed heb gezien. Een van de
organisatoren is een zakenman die heel gehaast en nauwelijks verstaanbaar praat.
Daartegenover staat een roodharige man die in het dagelijks
leven gewonde roofvogels verzorgt. Hij geniet van het contact met de vogels die
op hem reageren als hij hun geluiden nabootst en voelt de band met de dieren in
de stilte. Met twijgen maakt hij op het terrein een zweethut, waarin mannen weer
kan tot zichzelf kunnen komen. Door gloeiend hete bakstenen in de hut te
brengen en die te overgieten met water ontstaat een hitte die alle gif uit het
lichaam drijft. Cohen doet zelf ook mee en zegt dat hij niet anders kon dan zich
eraan overgeven. Na afloop koelen de mannen af in het natte gras.
Cohen haalt een boek te voorschijn dat van zijn joodse opa
is geweest waarin over de overgang naar de sabbat wordt gesproken. Bij het
vallen van de avond wordt het leven kalmer en openbaart de stilte zich
duidelijker. Cohen stapt met de Grote stilte
atlas van Nederland waarin plaatsen staan waar het nog stil is, in de auto
en belt met Schiphol over de gang van zaken in het stiltecentrum aldaar. Een
vrouw, die een ander stiltecentrum leidt, vertelt over de waarde van de stilte
waarin we andere geluiden waarnemen dan wanneer we actief zijn. Ze geeft ook
cadeaubonnen uit die recht geven op drie uur in de stiltegroep.
Cohen vraagt zich door het contact met de zakenman, die nogal in
zijn eentje de beste wijnen proeft (zie foto), af of hij moet doorgaan met het verzamelen
van beelden die ervaringen van anderen weergeven. Zijn zus schrijft hem dat het
contact maken met de schepper nog is anders is dan met de schepping. Het andere
is overal maar veel over te zeggen valt er niet. Tegen een fotograaf die een portret
van hem maakt, vertelt hij over zijn project. Hij zegt dat hij al heel lang
bezig is met het onderwerp en dat het geheim in de eindsprint zit. In zijn huis
zit hij voor de televisie te spoelen terwijl zijn roodharige kat zijn best doet
om met een pootje contact met hem te maken.
Desondanks maakte Cohen een hele belangrijke documentaire,
waarin hij waarschuwt voor het teloorgaan van de stilte als essentiële
menselijke waarde door technologische ontwikkeling en vierentwintig uurs
economie. De gevolgen daarvan worden door de aankomende Klaartje Til en Jochem
Gunster sterk in beeld gebracht.
Ze zetten in Doorgedraaid
(2015) een streep door het documentaire gebod van Cohen, dat voorschrijft namelijk
om het idee over de film los te laten als men eenmaal aan het filmen is. Zij laten
een drietal knappe jonge vrouwen aan het woord over de druk die zij in hun
leven ondervinden door de eisen van werk, studie en een sociaal leven. Ze
hebben sterk het gevoel dat ze geleefd worden en niet echt zelf aanwezig zijn. Ze
zoeken op hun eigen manier naar rust. De vorm van dit tien minuten durende
project is boeiend: ze laten ook de gezichten van de vrouwen doordraaien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten