Noorse frontzusters kampen met hun goedbedoelde verleden
Onder de titel Solace,
hetgeen troost betekent, portretteren de Noorse documentairemakers Karoline
Grindaker en Hilde Kjøs
een zestal frontzusters, verpleegsters die min of meer vrijwillig in dienst
traden van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verliezen aan het
Oostfront maakte dat men veel medische hulp nodig had. De zusters haalden zich echter
veel ellende op de hals. Hun doorleefde gezichten spreken boekdelen. Het
lamento van Dido op het eind Gedenk mij
maar vergeet mijn lot is hartverscheurend.
Bjørg
kan er niet over praten. Het verleden laat haar niet los. Het voelt vals dat ze
niets verkeerds heeft gedaan en toch in Oslo in de cel belandde waar ze
misbruikt werd. Ze heeft een terugkerende droom waarin ze in aanwezigheid van
soldaten baby’s verbrandt. In een begeleidend commentaar lezen we dat de
frontzusters ondanks protesten van het Rode Kruis na de oorlog werden gestraft
met geldboetes, het verlies van hun burgerschap en openbare veroordeling tot
gevangenschap.
Astrid was negentien jaar oud toen ze met de trein naar Duitsland
vertrok. Na een tussenstop in Krefeld ging het richting het Oosten. Ze
herinnert zich hoe heerlijk ze zwommen in de Dnjepr. Vanwege de vele zwaargewonden
werkten ze de hele dag door. Ze werd later slachtoffer van groepsverkrachting
door de Russen. Ze maakte geen vrienden omdat die anders ook veroordeeld zouden
worden. Op straat werd ze nageroepen. In haar huis draait ze klassieke muziek. Ze
gaat naar een tehuis en vindt het vervelend om haar kat achter te laten. In het
tehuis zal ze moeten zwijgen over haar verleden.
Janna werd na de oorlog opgesloten in een cel. Ze zag haar
advocaat pas vijf minuten voor haar proces. Ze vertelde dat ze niets van
politiek wist, maar mensen wilde helpen. Een aardige propagandaleider haalde
haar over zich als lid van de partij te laten registreren. Het leverde haar
drie jaar cel op. Gelukkig kan ze met haar man, die vroeger soldaat was, over
het verleden praten. Ze hebben niet veel vrienden. In haar hoofd draait ze vaak
films af die in operatiezalen spelen. Ze vindt het wel de mooiste tijd van haar
leven.
Gunvor woont in Stendal, voormalig Oost Duitsland. Ze wilde
graag vroedvrouw worden, maar kreeg geen beurs en ging, omdat ze niet naar
Duitsland wilde, voor het Rode Kruis werken. Daardoor belandde ze toch in
Duitsland. Ze kreeg een verhouding met een soldaat die zijn benen was
kwijtgeraakt door een granaat en kreeg met hem kinderen. In 1955 ging ze eens
terug naar Noorwegen, maar later kon dat niet meer vanwege de Muur. Haar moeder
zei al dat een mens niet aan zijn of haar lot kan ontsnappen.
Grete woont kleinbehuisd in Oslo en rommelt wat heen en
weer. Ze geeft een vijftig jaar oude plant geen water meer, omdat ze zelf
geestelijk is opgedroogd. Ze wilde verpleegster worden maar werd van de
opleiding gestuurd omdat haar moeder uit Dresden kwam. In Noorwegen werden zij
en haar broer, die later in Estland sneuvelde, gepest. Ze had een groot gezin
gewild, maar is achteraf blij dat ze vanwege haar verkniptheid nooit kinderen
heeft genomen. Ze vertelt dat ze in de oorlog met Eugen, een jonge bescheiden soldaat,
de liefde bedreef omdat hij dat nooit met zijn vriendin gedaan had. Ze schreef na
zijn dood aan de ouders van de jongen, die blij waren met haar brief.
Aase werd volwassen tijdens de slag om Berlijn. Ze zal nooit
vergeten dat een zesjarige jongen met een rode koffer door de kapotgeschoten
stad zeulde. Hij moest van zijn moeder goed op de koffer passen, waarin zijn inmiddels
twee jaar oude dode broertje zat. Ze volgde de soldaten aan het front en
stuurde overlijdensberichten aan familie. In alle ogen zag de glinstering van
het sterven.
Solace wordt
afgewisseld door archiefbeelden, onder andere van soldaten die klaprozen
plukken om die op de graven van de omgekomen soldaten te leggen. De begeleidende
beelden zijn traag en veelzeggend, zoals van een vroeger leeggeruimd ziekenhuis.
Het doet denken aan beelden van een concentratiekamp. Juist in de leegte wordt
het leed des te groter.
Hier
enkele foto’s op de Facebook pagina van Solace
ofwel Sju kammers – frontsøstrene,
zoals de documentaire in het Noors heet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten