Sociaal democraat met passie
Op 28 februari 1986 werd Olaf Palme (1927) op straat doodgeschoten.
Hij was met zijn vrouw in Stockholm naar de film geweest en wilde liever naar
huis wandelen. Zijn vrouw stapte in een taxi. Het bericht dat de sociaal democratische
premier vermoord was, veroorzaakte een schokgolf in de wereld die vergelijkbaar
was met de moord op Martin Luther King in 1968, al werd Palme in eigen land
voorafgaande aan de moord behoorlijk beschimpt.
Maud Nycander en Kristina Lindström gaan, aan de hand van
archiefbeelden en interviews met betrokkenen, terug in de tijd om de
populariteit van Palme te verklaren. Hij kwam uit een aristocratische familie.
Zijn moeder kwam uit Letland, zijn vader overleed toen hij zeven jaar was. Olaf
werd naar een elitaire kostschool gestuurd waar hij als kleine jongen gepest
werd. Hij ging rechten studeren en bracht daartoe een jaar door aan het Kenyon
College in Ohio. Hij deed daar kritische ideeën op en bekwaamde zich in
retoriek. Hij wilde in de V.S. blijven, maar dat vonden zijn ouders niet goed.
Olaf trok drie maanden door het land om het dagelijks leven te leren kennen.
Eenmaal terug was zijn politieke bewustzijn gegroeid. Hij
trouwde met Lisbet die welgesteld was, maar in zijn ideeën geloofde. Ze gingen wonen
in de sociale nieuwbouwwijk Vällingby en kregen drie zoons. In 1953 nam de
toenmalige sociaal democratische premier Erlander hem in dienst. Palme werd
zijn onmisbare assistent en later minister van Onderwijs. De sociaal democraten
boekten tijdens de verkiezingen grote winst. Het Zweedse maatschappijmodel met
een hoogwaardige industrie en een uitgebreide verzorgingsstaat werd alom
bewonderd.
In 1969 werd Palme premier. Met zijn 36 jaren werd hij vergeleken
met John Kennedy. Palme liep mee in een anti-Vietnamdemonstratie, waarop de V.S.
hun ambassadeur terugtrok. Hij beslechte een studentenstaking met een beroep op
democratische waarden, maar kon een mijnwerkersstaking in Kiruna niet stoppen.
Hij werd boos toen dat niet lukte, hoewel hij geen kwade aard had.
In 1972 keerde hij zich tegen de bombardementen op Noord
Vietnam. Kissinger vond het standpunt van Zweden getuigen van
zelfingenomenheid. De oppositie vond de opstelling een gevaar voor de Zweedse
neutraliteit, maar Palme verwierp eveneens de inval van de Sovjets in
Tsjecho-Slowakije. Vlak voor de verkiezingen van 1973 werd men opgeschrikt door
een gijzeling in een bank. Een van de gijzelaars sprak door de telefoon met
Palme om de gijzelnemers vrij te laten, maar uiteindelijk werden de gijzelaars
bevrijd door de politie. Het Stockholm-syndroom werd door dit incident bekend. Na
de val van Allende, vlak daarna, hield Palme een vlammend betoog voor de democratie.
Hij keurde goed dat de Zweedse vlag op de Cubaanse ambassade geplant werd waar
veel tegenstanders van Pinochet naar toe gevlucht waren. Als men daar
binnenviel riskeerde men een oorlog met Zweden. Palme won de verkiezingen met
een nipte meerderheid.
Er kwam een moeilijke tijd met affaires en lastige vragen. De
veiligheidsdienst bespioneerde 150.000 aanhangers van links, de zgn. IB affaire.
De ontkenning van Palme en de veroordeling van de klokkenluiders kostte hem veel
steun. Een affaire van een vakbondsleider die de bloemetjes buiten zette in het
fascistische Spanje deed afbreuk aan zijn imago, net als het vertrek van Ingmar
Bergman die verdacht werd van belastingfraude en het onbegrip van Astrid Lindgren
dat ze meer dan honderd procent belasting moest betalen. Het viel hem allemaal
zwaar, zegt een zoon. Zij kregen zelfs doodsbedreigingen. Door de sterke oppositie
tegen kernenergie verloor Palme de verkiezingen in 1976. De tijd van het
neoliberalisme, die in privatisering een oplossing zag voor de stijgende werkloosheid,
kwam eraan.
Na zes jaar kwam Palme weer terug. Hij verzette zich tegen vreemdelingenhaat,
maar venijnige kritiek was zijn deel. Er viel weinig meer te winnen voor de
sociaal-democraten en voor Palme. De politiek werd een sleur. Tijdens zijn
begrafenis hield minister Anna Lindh een gloedvol betoog in de kerk over
internationale solidariteit. In 2003 werd zij zelf door een Serviër doodgeschoten.
De moord op Olaf Palme is nog nooit opgelost.
Hier
de trailer, die begint met een interview door David Frost, ook alweer
overleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten