Groot verlangen naar vrijheid bij lichamelijk gehandicapten
Damien O’Donnell was na East
is east (1999) en Heartlands (2002)
een regisseur om te blijven volgen vanwege de levensechte films die hij maakte.
Datzelfde geldt ook voor Inside I’m
dancing, een drama dat in een Ierse inrichting voor lichamelijk
gehandicapten speelt en over de bevrijding van twee jonge inwoners gaat uit de nauwelijks
te vermijden starre woonvorm.
Michael Connolly verblijft al lang in de inrichting
Carrigmore Residential Home in Dublin. Hij slijt sinds zijn jeugd vanwege een
hersenverlamming zijn dagen in een rolstoel en geeft, omdat hij zich door zijn
spasticiteit niet verstaanbaar kan maken, op een kaart met letters zijn wensen
weer. Dit verandert als de rebelse Rory O’Shea (op de poster in het midden) zijn intrek neemt in de
inrichting. Hij lijdt aan progressieve spierdystrofie maar zijn spraakvermogen
is daardoor niet aangetast. Met het nodige cynisme neemt de punker de gebruiken
van de bewoners waar en met het nodige verzet voegt hij zich in. Volgens een
poster aan zijn kamerdeur mogen er alleen meiden met grote borsten naar binnen.
Michael is opgetogen als blijkt dat Rory hem kan verstaan. De
twee sluiten een verbond. Als de verpleging geen stekels op het hoofd van Rory
wil zetten, neemt Michael die taak zo goed en zo kwaad als het gaat waar. Rory
neemt Michael tijdens een collecte in het centrum mee naar een pub, waar hij
regelt dat twee vriendinnen hun de drankjes toedienen die zij voor hun vieren met
het collectegeld betalen. Op het eind dreigt een ruzie met een weinig
invoelende caféganger, maar die wordt door de blonde Siohan met haar big boobs gesust.
De jongens hebben nog niet genoeg gefeest en gaan naar een disco waar ze
toegang krijgen nadat ze de uitsmijter gedreigd hebben voor het gerecht te
slepen vanwege discriminatie van gehandicapten. Tijdens de gelegenheid neemt
Michael de rol van advocaat op zich, die uitstekend op de hoogte zou zijn van
de Europese wetgeving.
Samen met Michael vraagt Rory zelfstandige woonruimte aan
bij een wooncommissie die daarvoor is opgericht. Zijn verzoek wordt echter nog
niet ingewilligd omdat hij samen met Michael het geld van de collecte verbrast
heeft. Daarop neemt Michael zijn kans waar. Zijn aanvraag wordt ingewilligd met
Rory als zijn onvermijdelijke tolk. Om aan geld voor een flat te komen
chanteren de jongens de rijke vader van Michael en daarna gaan ze op zoek naar
een persoonlijk begeleider. Nadat ze veel sollicitanten gehoord hebben zonde daarbij
de geschikte kandidaat te vinden, strikken ze Siobham die ze toevallig
tegenkomen.
De drie beleven mooie tijden in het appartement en in de
stad tot Michael voelbaar verliefd op haar wordt, terwijl Rory dat in het
geheim altijd al was. Tijdens een verkleedfeestje waarvoor Siobham wordt
uitgenodigd barst de bom. Ze gaat als stoute verpleegster en neemt de jongens
mee, maar die voelen zich buitengesloten in hun rolstoelen. Als Michael niet
anders kan dan Siobham zijn liefde bekennen, regelt ze een mannelijke
begeleider en neemt zelf de benen.
De crisis die daaruit voorkomt wordt door Rory bedwongen.
Hij houdt Michael, die terug wil naar de inrichting, voor dat het zonde zou
zijn de vrijheid moet opgeven en dat hij de hele wereld voor het grijpen heeft.
Als het slechter gaat met de gezondheid van Rory, onderneemt Michael de noodzakelijke
actie om bij de wooncommissie om eerherstel voor zijn vriend te regelen.
Michael Connolly deed me sterk denken aan Joey Deacon uit de
prachtige Britse documentaire Joey (1974),
waarin de hoofdpersoon (1929-1988) lijdende aan cerebral palsy op latere
leeftijd een autobiografie over zijn vreselijk onbegrepen leven schrijft.
Tot mijn verbazing zag ik dat Damien O’Donnell na Inside I’m dancing geen nieuwe speelfilms
meer heeft geregisseerd. Juist de Ierse sfeer voegt weer een extra element toe
aan de vele Engelstalige films.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten