Verlegen jongen ontpopt zich tot rock idool
De documentaire The great pretender over Freddie Mercury
begint met de manier waarop hij zijn publiek bespeelde. Ik had nooit
zoveel met zijn, wat ik vroeger een zigeunerachtige uitstraling zou noemen, maar werd geboeid door zijn
optreden in de documentaire, die acteur Rhys Thomas maakte. Hij weet op Live Aid een enorme menigte met zijn figuur, zijn
stem maar vooral met zijn performance aan zich te binden. De kijker voelt zich
meteen betrokken bij die man met zijn snor en in zijn onderhemd, wil daarvan deel van uit maken. Zelf zei hij daarover dat het
publiek slechts een kant van hem zag. Hij speelde een rol, maar genoot daar
zelf intens van.
Freddie Mercury werd als Farrokh Bulsara in 1946 geboren op
het eiland Zanzibar, dat tegenwoordig onderdeel is van Tanzania. Hij kreeg zijn
onderwijs op een Engelse kostschool in India en werd rijp gemaakt voor een
muzikale carrière door het zingen in een jongenskoor. Toen zijn ouders in 1964 vanwege
de gevaarlijke politieke situatie op Zanzibar naar Engeland vluchtten, ging
Freddie naar een kunstacademie, maar hij was meer bezig met muziek.
Begin jaren zeventig vormde Mercury samen met onder andere gitarist
Brian May en drummer Roger Taylor de band Queen die in 1975 veel succes had met
de hit Bohemian Rhapsody.
Mercury wilde steeds zijn grenzen verleggen. Hij keek naar
het ballet en de musical en maakt tijdens zijn optredens daar ook gebruik van.
Zijn succes voerde hem naar New York waar hij onderdook in
de homoscène. Later begon hij een solocarrière in Berlijn. Hij was niet iemand
van de politieke boodschap maar schreef vanuit zijn hart. Samen met Michael
Jackson nam hij enkele nummers op, waar onder het gevoelige There must be more in life than this.
Zijn solo album verkocht niet goed en met hangende pootjes keerde Mercury weer
terug bij Queen
In 1985 speelde
Queen op Live Aid. Met We will
rock you veroverde hij de harten van het miljoenenpubliek. Zelf genoot hij
er enorm van. Hij zegt dat hij misschien arrogant overkomt maar dat hij in het gewone
leven saai is. Vriendschappen aangaan is voor een artiest moeilijker dan voor
een ander, zegt hij. Mary Austin was een vertrouwelinge op de achtergrond. Zijn
vriend Jim Hutton noemt hem rustig en gereserveerd.
Op zijn 39 ste gaf Mercury een afscheidsfeest in München. Het
is zijn laatste uitspatting, maar hij ging verder met muziek maken. Omdat hij
Pavarotti bewonderde ging hji naar een concert van hem. Hij was nog meer onder
de indruk van de optredende Spaanse sopraan Montserrat Caballé en maakte het
klassieke Excercise in great love tot
B kant van de musicalachtige cover The
great pretender van The Platters.
Hij was heel zenuwachtig voor een ontmoeting met haar in Barcelona
en speelde het nummer in het Ritz hotel. Het kwam tot een samenwerking die
leidde tot het hitnummer Barcelona,
onderdeel van een album over vriendschap en wederzijds muzikaal begrip.
Pavarotti vond het waardeloos maar het publiek was zeer enthousiast. Montserrat
Caballé begreep uit uitlatingen van Freddy al gauw dat hij leed aan aids.
Tijdens interviews is hij over het algemeen tegendraads,
maar in een interview uit 1987 vertelt hij openhartig dat hij niet meer aan
seks deed. Zijn vertraagde doodvonnis wakkerde zijn creativiteit aan. Hij speelde
weer met Queen, maakte I want it all, I
want it now tot hij niet meer kon. Hij gaf meer om zijn katten dan om
mensen en vond troost bij hen.
In 1991 stierf Mercury. Brian May en Roger Taylor gingen
voor de televisie in tegen de negatieve manier waarop hij in de pers werd
afgeschilderd. Freddie was een verantwoordelijk, genereus en zorgzaam mens. In
1995 kwam het nieuwe album met de toepasselijke titel Made in heaven uit met zang van Mercury. In 2012 volgde een
orkestversie van Barcelona met de stemmen van Freddie Mercury en Montserrat
Caballé. Hij blijft in de herinnering als een geweldig performer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten