Levenskunst in het licht van de dood
René Gude was tot voor kort directeur van de Internationale School
voor Wijsbegeerte in Leusden maar moest afscheid nemen vanwege botkanker die
hem, zoals op de omslag te zien is, al een been kostte. Tijdens zijn afscheid spraken Peter Sloterdijk, Marnix
Februari en Connie Palmen over negatie. Samen met Volkskrant verslaggeefster Wilma
de Rek maakte hij Stand-up filosoof. Wilma
stelde de vragen, René beantwoordde ze.
Wim Brands begint met het einde van het boek, waarin het
over de dood gaat. Hij vraagt zich af wat het betekent om de dood aangezegd te
krijgen.
Gude zegt dat het leven op scherp komt te staan. Het krijgt
een andere toonaard.
Is er geen blinde paniek? vraagt Brands.
In eerste instantie nemen emoties als angst en verdriet de overhand
maar daarna zwakken die af en dan wordt het belangrijk wat je met je denken
doet. Bestendig je de emoties of kies je een andere richting?
Hoe doet men dat? wil Brands graag weten.
Door twee dogmatische reacties te vermijden, namelijk te
doen of er niets aan de hand is én bij de pakken neer te zitten, maar door te
twijfelen aan je eigen oordeel over de dood en de relatie aan te gaan met anderen.
In deze tijd waarin we langer leven hebben we daar meer oefenmogelijkheden toe.
Het helpt ook om je zelf in een continuüm te plaatsen van mensen die ons zijn
voorgegaan en nog na ons komen. We ijlen na in sociale gewoonten en neurale
netwerkjes en uiteindelijk zitten we versleuteld in onze nazaten.
Brands vraagt over filosofie als humeurmanagement.
Het gaat daarbij om de balans tussen emoties en verstand. De
laatste is een zwakke broeder, die pas later in het leven komt, eerst nog vol
bravoure en pas later op waarde wordt geschat. Volgens Confusius is de vrees
zich met het verstand te beschamen pas na het zeventigste jaar verdwenen en
volgens Descartes moet men de architect en niet de beul worden van de eigen
passies en tussen overmoed en neerslachtigheid laveren.
Gude zet Descartes als hij moedeloos op de bank ligt, omdat die
besluiteloosheid als de laagste vorm van vrijheid opvatte. Soms is het nodig je
los te maken van je omgeving om tot een eigen oordeel te komen, maar je dient
er niet in te blijven steken. Loslaten voelt unheimisch, maar het is iets wat
we steeds doen als het leven andere stappen vraagt, zoals al bij de overgang
van peuterschool naar basisschool.
Brands refereert aan Montaigne die schreef dat boeren zich
voorbereidden op de dood door een gloeiend heet bad te nemen, waarop Gude zegt
dat ze, om de overgang gemakkelijker te maken, beter in een bad met ijsklontjes
konden liggen omdat de temperatuur afneemt.
Gude heeft een belletje meegenomen dat hem eraan herinnert
als hij een onwelgevallige uitspraak over anderen wil doen. Het is voor hem een
training, waarbij slechte gewoonten worden vervangen. Daartoe dienen die eerst
herkend te worden. Gude noemt als voorbeeld onze neiging onze persoonlijke situatie
beter te waarderen dan de maatschappelijke. We hebben veel kritiek op
instituties als onderwijs maar we vergeten dat in Nederland de hoogst opgeleide
laagstopgeleiden heeft.
Hier meer
informatie over René Gude op de site van VPRO-Boeken, hier meer over de Internationale
School voor Wijsbegeerte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten