Kleine jongen, door zijn moeder in de steek gelaten.
Hoe zich te wapenen tegen een maatschappij die individuen
aan hun lot over laat en ontwikkelingskansen vernietigt? Die zo is
ingericht dat velen daarin niet kunnen meedoen? Werklozen staan aan de kant en worden, als ze al ouder zijn, nog gedwongen om gewoon te blijven solliciteren om daarmee de schijn op te houden van volledige werkloosheid.
De ongetrouwde 23-jarige moeder Nina houdt zich met haar vijfjarige
zoontje Enzo in Parijs op de been met tijdelijk werk en slaapt in duistere slooppanden,
tot ze tenslotte wordt opgepakt en naar een opvanghuis in Versailles wordt
gestuurd. Als ze vandaar uit weer terug wil naar de hoofdstad, stuit ze, op weg
naar het treinstation, op een man die zich in een hut in het bos heeft
teruggetrokken. Hij heet Damien Deplank en wil niets meer te maken hebben met
een maatschappij die mensen laat bungelen, die hen van alles voorhoudt,
maar niets voor hen doen. Cynisch spreekt hij bij het kampvuur Nina toe, maar
zij moet weinig van zijn ideeën hebben. Na een nacht waarin ze toch met hem vrijt,
wellicht uit een biologische behoefte, laat ze een briefje achter dat ze werk gaat
zoeken. Ze laat haar zoontje Enzo en haar kleren bij hem achter. Damien is boos,
wellicht uit vrees dat zijn schuilplaats straks verraden wordt. Hij heeft geen zin om opgescheept te zitten met de kleine jongen. Hij zet hem met
wat geld op de bus, maar Enzo valt in slaap en voor het nacht is, is hij alweer
terug bij Damien.
Nina is inmiddels naar het Noord-Franse Vouzay gereisd. Eerder las ze in een gratis
krant een artikel - met de kop dat werkloosheid niet onvermijdelijk is - waarin
werk werd aangeboden. Herchel, de vrouw die het initiatief heeft genomen en haar
te woord staat vindt dat Nina eerst moet gaan studeren voordat ze in de zorg
kan worden ingezet. Dat doet ze dan ook. Lang horen we niets van haar. De
aandacht richt zich op de gebeurtenissen in het bos.
Langzaam ontstaan een nauwere band tussen Damien en Enzo en ook tussen
de kleine jongen en andere wildemannen die zich in het bos ophouden. Hij doet
mee met hun activiteiten en groeit op voor galg en rad. Als Damien ziek wordt
roept hij Enzo op hulp te gaan halen. In de mooiste scène van de film zien we
hem de trappen van Versailles opklauteren en op een, als lakei geklede, suppoost
afschieten, die actie onderneemt. Damien wordt opgenomen in het ziekenhuis en trekt vervolgens in bij
zijn vader en onwillig staat tegen de binnenkomst
van zijn zoon, maar Enzo loopt gewoon het huis in en stelt de vader voor een
voldongen feit.
Als Nina tenslotte weer terug gaat naar het bos, blijkt de
hut van Damien afgebrand. Moedeloos zakt Nina neer op de bladeren.
Damien vindt werk als sloper en laat Enzo bij zijn vader en
zijn vriendin. Die zien meteen hoe verwaarloosd de jongen is. De vader roept Damien
op om de jongen als zijn zoon te erkennen, hem naar school te sturen en in een
pleeggezin te laten opnemen, maar dat is niet wat de jongen en Damien willen. Uiteindelijk
wordt Enzo erkend door Damien en blijft hij bij de vader en Nadine. Pas veel
later hoort hij weer van zijn moeder.
Guillaume Depardieu speelt de rol van Damien overtuigend, net
als Judith Chemla die van Nina, maar het is vooral Enzo, die de film draagt. De kleine
jongen met zijn grote onschuldige ogen die met zich laat doen, maar af en toe
ook zich sterk verzet tegen zijn omgeving is vertederend.
Het is veel donker in de film als om de duistere kant van het
onderwerp te benadrukken.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten