De liefde, altijd weer de liefde die nooit vergaat
Voordat Brands ingaat op de nieuwe roman van Margriet de
Moor die over liefdes in al haar gedaantes handelt – van loyale genegenheid tot
alles verterende hartstocht, vraagt hij haar te vertellen over het grote
katholieke gezin waar ze uit kwam en waarover hij eerder in een telefoongesprek
met haar hoorde.
De Moor was vierde in de rij van tien. Samen met haar zusje
die vijfde was, genoten ze van de vrijheid omdat er weinig op hen gelet werd.
Haar ouders bleven hun hele leven verliefd op elkaar. Ze schreeuwden nooit
tegen elkaar. Haar vader was erg complimenteus tegen haar moeder. Op zijn
tachtigste verjaardag toonde hij Margriet liefdesgedichtjes die haar moeder aan
hem geschreven had.
De kracht van verliefdheid is nauwelijks onder woorden te
brengen, maar de kinderen merkten niet echt dat hun ouders in de kamer dansten.
Zij waren leeswolven die zich eerder identificeerden met de personen uit hun boeken.
Het ouderlijk geluk vormde een tegenwicht tegen alle drama’s en tragedies die
ze meemaakten, zoals een auto-ongeluk en een gehandicapt dochtertje. Pas de
laatste denkt De Moor weer terug aan de verhouding van haar ouders.
Eerder schreef De Moor De
verdronkene (2005) waarin een storm de hoofdrol speelde. Hetzelfde deed ze
in Mélodie d’amour met de liefde, een
kracht te groot om mee om te gaan, zegt ze nog maar eens. Haar eerste
verliefdheid beleefde ze in de zesde klas van de lagere school, met zeventien
jaar haar eerste romance. Wanhoop kan toeslaan als je elkaar nader hebt leren
kennen, zegt ze.
In het eerste deel van Médodie
d’amour wordt een echtpaar uit elkaar gedreven, in het tweede deel ontmoet de
jonge Cindy in Amsterdam de man van haar leven, denkt ze, en gaat hem stalken. In
het derde deel ontmoeten we een meisje dat van haar broer hield en geplaagd
wordt door schuldgevoelens vanwege twee doden die ze op haar geweten heeft. In
het laatste deel leert een 18-jarige verpleegster een in haar ogen oude
architect van 64 jaar kennen, die door zijn verliefdheid zijn stervensproces
kan uitstellen en een ontwerp voor een gebouw kan voltooien. Een van de doden
uit het derde deel sterft met zijn volle instemming, dus is het omgekeerde
volgens De Moor ook mogelijk, om weer op te krabbelen met het gebruik van je
wil.
Ze heeft niets verzonnen, maar wel veel gemanipuleerd. Ze
wil tonen, niet vertellen. Het moeilijkst is het om de personages overtuigend
voor het voetlicht te brengen. Ze kon zich goed voorstellen hoe het is om
iemand te stalken en beschreef dat met plezier. Cindy wilde altijd weten waar
haar geliefde uithing en belde naar zijn vrouw en naar zijn werk, nadat hun
liefdesverhouding precair is geworden.
Of ze schrikt van haar eigen verbeelding? vraagt Brands. Ddat
blijkt niet het geval. Ook de moord van Elsje in De schilder en het meisje (2010) beschreef ze met plezier. Ze was
het eens met haar personage. Haar doodstraf beschreef ze daarentegen niet van
harte. Ze was het daarmee niet eens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten