Tijdens de Nacht van de Filosofie wordt door Clairy Polak en Ad Verbrugge in de Beurs van Berlage de aftrap verricht van een nieuwe programmareeks over identiteit.
Gewoontegetrouw zitten ze aan tafel met drie gasten. Dit
keer zijn dat emeritus historicus Willem Frijhoff, de Belgisch - Nederlandse filosofe
en econome Liesbeth Noordegraaf-Eelens en filosoof Jos de Mul (zie foto).
Hoe zie ik mezelf? De vraag die aan de gasten werd gesteld
wordt beantwoord met hun beroepsmatige functie, hun publieke identiteit die
anders is dan de persoonlijke en van belang voor het zelfbeeld, zegt Ad
Verbrugge. De binding met de werkplek geeft iets aan wat hetzelfde blijft. Persoonlijke
identiteit is iets moderns.
Volgens De Mul komt het begrip van idem, hetzelfde. Zo is het in het strafrecht belangrijk om zeker te
weten dat de misdadiger dezelfde is als de persoon die in het beklaagdenbankje
zit. In persoonlijke zin is het datgene van ons dat hetzelfde blijft, al is dat
moeilijker vast te stellen. Volgens John Locke reikt onze identiteit net zo ver
als onze herinnering. Dementerenden hebben dan ook last van identiteitsverlies.
Hetzelfde geldt voor de collectieve herinnering, maar daar gaat het vannacht verder
niet over.
Volgens Liesbeth (ik gebruik haar kortere voornaam) heeft
identiteit veel te maken met denken. Foucault definieerde subjectiviteit als
een combinatie van macht en weten. Als zij naar een dokter gaat is die
verhouding anders dan wanneer zij college geeft.
Polak definieert identiteit als de wisselwerking van het
beeld dat anderen van je hebben en dat je van jezelf hebt.
Frijhoff noemt nog een derde aspect van identiteit, namelijk
wat je ermee doet, de omgang met waarden en normen, habitus genoemd. In onze
onderhandelingssamenleving zitten we met elkaar aan tafel om tot een consensus
te komen.
Yunus
Het gesprek gaat over Yunus en de culturele verschillen
tussen Turkije en Nederland.
Frijhoff zegt dat in Turkije de rol van de staat voor de
identiteit belangrijker is dan in Nederland, waar de gemeenschap meer invloed
heeft. Vandaar dat er tussen de landen weinig wederzijds begrip bestaat.
Volgens De Mul heeft men in een moderne staat de keuze voor
bepaalde waarden. In Turkije wordt het conflict over de identiteit uitgevochten
tussen de stad en het traditionele platteland.
Verbrugge wijst op de emotie, de gehechtheid die een rol
speelt bij de binding. Onze moderne opvatting over keuze vrijheid is een
opvatting net zoals het traditionele idee.
De Mul ziet tegenwoordig ook keuzen zonder gehechtheid in de
zgn. lichte gemeenschap die t.o. de hechte gemeenschap staat en die minder last
heeft van sociale controle maar wel vatbaar is voor commercie.
Liesbeth acht de onze keuzevrijheid minder tijdens
economische neergang.
Polak neemt aan dat men dan ook onzekerder wordt over de
eigen identiteit en werpt meteen een befaamde Nederlandse tegenstelling op tafel:
De Nederlander als koopman
- dominee
Volgens De Mul is het vingertje, dat in de Gouden Eeuw de
lucht in ging, er nog steeds. Frijhoff schetst de macht die geloof en kerk
altijd hadden in Nederland. De vrijheidslievendheid die daaruit voortkwam trok buitenlanders
aan.
Individu en groep
Volgens De Mul spiegelt men zich aan anderen. Identiteit is,
zoals Frijhoff eerder al zei, het onderwerp van een doorgaande discussie.
Frijhoff zegt dat identiteit een begrip is met meer lagen,
maar Liesbeth acht de marges voor de nationale identiteit, waarin tolerantie en
pluralisme hoog in het vaandel staan, kleiner dan men denkt.
Volgens Verbrugge maakt het begrip tolerantie deel uit van
de verwarring over onze identiteit.
Polak werpt individuele vrijheid en homo economicus op als
centrale elementen in ons denken over identiteit.
Verbrugge stelt dat de emancipatie van het individu economisch
is ingevuld.
De Mul acht de keuzedwang op het gebied van
ziektekostenverzekering en energiemaatschappij niet bepaald bevorderlijk voor
onze vrijheid. De traditie gaf meer geborgenheid.
Moraal
Het is niet duidelijk wie de moraal van de postmoderne mens bepaalt.
Er zijn vele kansels en minder gedeelde waarden, zegt De
Mul.
Frijhoff vraagt zich af of er niet meerdere moralen tegelijk
kunnen bestaan.
Verbrugge begint over de atomisering die ook angst
veroorzaakt.
Liesbeth vindt het politieke debat tegenwoordig interessanter,
bijvoorbeeld als het gaat om de vraag of het huishoudboekje van de staat wel op
orde moet zijn.
Wie gaan we worden?
In deze context komt Europa aan de orde.
Volgens Frijhoff zien we pas in een ander werelddeel hoe
Europees we zijn. De Europese identiteit bestaat net als de nationale voor
zover men daar bij wil horen.
Liesbeth ziet de opkomst van lokale identiteiten in een
grootschalige structuur.
Verbrugge stelt het voor als een voetbalteam, waarin
iedereen een andere functie bekleedt maar wel voor hetzelfde doel gaat.
Polak wil terug naar het individu, het idee dat de homo economicus toch niet het
definitieve antwoord is. De Mul zet het individuele Angelsaksische model
tegenover het collectieve Aziatische. In Europa zoekt men naar de verbinding
tussen de twee modellen.
Verbrugge ziet door de crisis nieuwe identiteiten ontstaan,
alleen is nog onduidelijk langs welke assen die tot stand komen.
Polak vraagt tenslotte aan de gasten of ze hetzelfde
antwoord zouden geven op de vraag naar hun identiteit als in het begin van de
uitzending. Frijhoff zou meer zeggen over zijn liberale katholieke achtergrond
en zijn liefde voor Frankrijk die hem gemaakt hebben tot wat hij is.
Verbrugge vat het gesprek nog eens samen. Dat was nogal veel
en van alles wat, maar vanaf 16 juni a.s. wordt het thema in stukjes gehakt en nog
meerdere keren opgevoerd. Inmiddels kan men ook op Facebook op de hoogte blijven. Hier de site van Het Filosofisch
Kwintet.
Ja, dat was een lekker programma. Clairy houdt de boel altijd streng in de gaten want voor je het weet verzand zo'n discussie en Clairy denkt zeer strategisch, oplossingsgericht daar houd ik van. Het is jammer dat ze nog maar zo weinig op de buis is maar gelukkig hebben we nog radio 4. Ik denk wel eens, die Ad, die heeft iets aan zijn spraak wat ik niet kan plaatsen, hij laat sommige letters een beetje rollen. Het is niet frans dof duits maar misschien is het zeeuws, hoewel ik het bij Balkenende nooit gehoord heb. Ik vind die ad altijd een beetje een neppend. Wat mij betreft moeten filosofen een beetje abstract kunnen denken maar die Ad is helemaal verzand in bijzaken, houdt zich bezig met het onderwijs alleen omdat zijn vrouw in het onderwijs zat en eruit is geknikkerd. Mannen die de dingetjes van hun vrouw achterna lopen zijn in mijn ogen watjes.
BeantwoordenVerwijderenAls theoloog krijg ik soms ook tot eigen ongenoegen zin om steentjes te gooien in een filosofische vijver, maar... Heeft identiteit niet te maken met het van jongsafaan serieus genomen worden zoals je bent en dat je zo met jouw mogelijkheden mag worden wie je bent. Is dat ook niet meteen het levensprobleem van alle kinderen als Yunus en van alle mensen in welke cultuur dan ook. En is het uiteindelijk serieus genomen worden van je leven en daarom ook niet vergeten worden, zoals je was, niet de kern van alle levensbeschouwelijk en godsdienstig denken. joost tibosch sr
BeantwoordenVerwijderenTja, Joost volgens mij ging het ook helemaal niet over identiteit, maar was het een filosofische acabadabra, waarin de deelnemers hun eigen stokpaardjes bereden, Ad Verbrugge voorop (zoals Flip hierboven al stelde). Waarom niet een 'gewoon' gesprek over de manier waarop ze gevormd zijn? De persoonlijke identiteit is wellicht nog een brug te ver voor filsofen!
Verwijderen