Pasolini verfilmt negen verhalen uit de Decamerone van Bocccacio, volkse verhalen waarin de godsdienst op
de hak wordt genomen en men het met seksuele relaties niet zo nauw neemt. Geloof
en liefde, wat is er belangrijker in het leven? De anekdotes zijn te mooi om ze
niet samen te vatten, al begint het meteen heftig met een jongeman die een
ander doodslaat en zijn lijk in de ochtendschemering over zijn schouder door
het dorp zeult en in de rivier werpt.
We zien een knappe jonge vrouw die op een markt de jonge, rijke
en zelfvoldane Andreuccio ziet. Ze hoort dat hij in Napels is om paarden te
kopen. Ze nodigt hem uit bij haar thuis en maakt hem wijs dat hij haar broer
is, dat haar moeder het contact met hun vader is kwijtgeraakt. Als Andreuccio
het toilet bezoekt en in de drek valt, steelt de vrouw zijn zilverlingen en
laat hem niet meer binnen. Twee dieven nodigen de stinkende jongeman uit met
hen mee te gaan. Ze willen een pas overleden aartsbisschop, die in een stenen
kist in de kerk ligt, van zijn juwelen bestelen. Nadat ze de deksel losgewrikt
hebben, laten ze Andreuccio in de kist. Als ze de buit binnen hebben, op de dure
bisschopsring na, sluiten ze de kist en vertrekken ze. Niet veel later komt er
een ander groepje langs om de dode te bestelen. Ze schrikken zich dood als ze
bij het openen van de kist Andreuccio zien. Die gaat er met de bisschopsring
vandoor.
Een doofstomme jongeman vraagt in een vrouwenklooster om
werk. De nonnen zien dat sterke lijf wel zitten. Als hij een boom aan het
snoeien is, wandelen er twee nonnen langs. De ene is geïmponeerd door zijn
geslacht dat op ooghoogte hangt. Ze wil wel eens ervaren hoe het is om door een
man gepenetreerd te worden. Ze neemt hem naar een hut, ervaart zijn lijf en
laat ook de andere non ervan genieten. Ze hebben niet in de gaten dat ze worden
gadegeslagen door de andere nonnen. Die willen ook wel. Als de overste de
jongen tenslotte verleidt, vindt hij het te zwaar worden en zegt dat ook. De
overste luidt de klok ten teken dat er een wonder is gebeurd.
Peronella bedrijft thuis de liefde met een minnaar als
opeens haar man aanklopt. Het duurt even voor ze open doet, want ze moet de
sporen ongedaan maken en de minnaar moet zich verbergen in een manshoge kruik.
De man verkondigt bij de deur tegen zijn maat dat hij zo’n hardwerkende
monogame vrouw heeft. Als ze eenmaal heeft opengedaan, zegt de man dat hij een
koper voor de kruik heeft meegebracht. Peronella antwoordt slim dat er net een
ander is gekomen die meer geld voor de kruik wil betalen en de binnenkant van
de kruik aan het inspecteren is. De minnaar roept dat de kruik van binnen nogal
vies is, waarop de man erin gaat om schoon te maken, gadegeslagen door Peronella
die toekijkt en van achteren genomen wordt door de minnaar, die nog niet aan
zijn gerief gekomen was.
De zondige jongeman Ciappelletto door een heer wordt naar het
noorden van het land gestuurd om schulden te innen. Hij overnacht bij twee
broers van de heer en voelt zich na een copieus maal doodziek. De broers halen
een priester. Ciappelletto vertelt over zijn goede leven en wordt na zijn dood
vereerd als een heilige.
Riccardo is verliefd op Caterina. Ze besluiten tijdens een
verstopspelletje de nacht samen door te brengen op het terras van haar ouders.
Caterina zegt tegen haar ouders dat ze vanwege de warmte buiten wil slapen. Ze
kan dan ook de nachtegalen horen. Haar ouders vinden dat goed. Als de vader in
de ochtend gaat kijken ziet hij de twee daar slapend, Caterina met haar hand op
het geslacht van Riccardo. Hij waarschuwt zijn vrouw dat Caterina zelfs een
nachtegaaltje gevangen heeft (zie foto). De ouders zijn niet geschokt, maar zien er een
mooie partij in voor Caterina.
Bediende Lorenzo deelt het bed met Elizabetha, maar dat is
tegen het zere been van haar broers. Ze zoeken hem op, vermoorden en begraven
hem. Elizabetha vindt zijn graf, neemt zijn hoofd mee en zet dat in een pot
peterselie.
Pietro en dokter Don Gianni keren huiswaarts van een markt.
Pietro zegt dat zijn vrouw Gemmeta het doet een andere vrouw. Don Gianni ziet
de borsten van Gemmeta en heeft daar wel een oplossing voor, zegt hij. Hij kan
haar in haar droom veranderen in een merrie. Hij maant Pietro over zijn transformatie
methode te zwijgen, maar als hij zijn pik in Gemmeta steekt om een staart te
maken, wordt het Pietro toch te gortig. Hij wil geen vrouw met een staart.
Schuinmarcheerder Mueccio praat met de jongere godsvruchtige
Tingoccio over de dood. Degene die het eerste overlijdt vertelt de ander hoe
het aan gene zijde is. Meuccio doet het met een vrouw die zich zondig voelt,
maar voor hem is dat geen reden om zich in te houden, integendeel. Na zijn
overlijden komt hij op een nacht terug bij Tingoccio en vertelt dat overspel
niet wordt bestraft, waarop Tingoccio zich aankleedt en naar een vrouw rent.
Hier tussen door zien we een meesterschilder op weg naar
Napels om het interieur van een kerk te schilderen. Het verhaal is als een
raamvertelling in stukjes geknipt. Waarom kunst maken als je aan iets zoveel
zoeters kan dromen, vraagt de schilder tenslotte.
De anekdotes zijn prachtig, net als de esthetische opnames
met volkse typen: zinnelijk, levendig en tolerantie vragend voor hun aardse
behoeften. De levenslust en vrijheidsdrang maken van deze tijdloze klassieker een
lust voor het oog.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten