Philip Gröning schreef in 1984 het kartuizerklooster La
Grande Chartreuse in de Franse Alpen aan met het verzoek om het leven in een
van de strengste christelijke kloosters te filmen. Zestien jaar later kreeg hij
daartoe toestemming. Hij doet dat met veel betrokkenheid en zonder commentaar. Ook
de geluiden zoals die van klossende schoenen in de gang zijn natuurlijk.
De beelden van het biddende, zingende en werkende mannen in
witte pijen worden afgewisseld met teksten, die soms meerdere keren langs
komen, zoals de uitspraak uit Lucas 14:33 Wie
geen afstand doet van zijn bezittingen kan mijn leerling niet zijn. Of die
uit Jeremia 20:7 Heer, u hebt mij verleid
en ik ben bezweken. Soms komen na zo’n tekst de hoofden van enkele monniken
in beeld. Ze kijken ons rustig aan, soms even naar de cameraman, wellicht ten
teken dat ze het genoeg vinden.
Twee jonge monniken worden vaker in beeld gebracht. Ze zijn
daar op proef, ze kunnen nog terug. Ze hebben de geloften nog niet afgelegd,
maar krijgen wel een vredeskus van de andere monniken. Ik had verwacht dat de
documentaire zou afsluiten met hun opname als monniken maar dat gebeurde niet. Het
begint en eindigt met sneeuw. We maken een rondgang door de seizoenen: het
dooit, het licht neemt toe, de bomen ruizen in de wind, het regent, het sneeuwt
weer. We horen dat de monniken het advies krijgen de natuur in te gaan als de
discipline te zwaar wordt. De natuur geeft verlichting. En plezier. De monniken
gaan met een board op de rug de berg op en glijden staand of zittend naar beneden.
Na het middageten dat gezamenlijk genoten wordt, is er tijd om met elkaar te
praten. Ze hebben het over de regels, zoals handen wassen voor het bezoek aan
de kapel. Of dat zinvol is. Een van de monniken wil de rituelen in stand houden,
omdat er anders niets over blijft.
De stilte is weldadig. De kijker komt ook tot rust door de
trage maar sprekende beelden. De tekst van onbekende oorsprong luidt: Ziet, dit is de stilte: de Heer een woord in
ons laten spreken dat hij zelf is. Een oude monnik is niet bang voor de
dood. Het is ons mensenlot. Hoe dichter bij God, des te gelukkiger. Ik ben die er zal zijn. Exodus 3:14
Het motto aan begin en eind is ontleend aan het boek Koningen:
En daar kwam de Heer voorbij. Er ging een
grote, krachtige windvlaag voor de Heer uit, die de bergen spleet en de rotsen
aan stukken sloeg, maar de Heer bevond zich niet in die windvlaag. Na de
windvlaag kwam er een aardbeving, maar de Heer bevond zich niet in de
aardbeving. Na de aardbeving was er vuur, maar de Heer bevond zich niet in dat
vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. I Koningen 19,
11-13
Op een onbewoond eiland neem ik toch de nieuwe bijbelvertaling
mee. Dan zal ik me niet vervelen. Al duurt het een leven lang.
Ik zal jullie een
nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een
levend hart voor in de plaats geven. Ezechiël 36:26
Jullie zullen mij
zoeken en ook vinden als jullie mij tenminste met hart en ziel zoeken. Jeremia
29:13
Ziet, ik ben een mens
geworden. Als gij weigert God met mij te worden, dan doet ge mij onrecht.
Meester Eckhart, preek XVII en Tractaat XV.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten