Laatst zei Herman Brusselmans in het programma VPRO-Boeken
dat wij westerlingen niets meer beleven. Voor een echte ervaring moeten we naar
Syrië. Het was een uitspraak die me aan het denken zette. De documentaire van John
Appel geeft daarop min of meer een antwoord. In het Westen valt nog genoeg te
verwerken.
Appel gaat terug naar een gebeurtenis van 35 jaar geleden die
diep ingreep in het dorpsleven in Bovensmilde. Vier dagen en nachten lang werden
105 schoolkinderen en hun vijf onderwijzers gegijzeld door Molukkers die een onafhankelijke staat wilden en vrijlating
eisten van gevangen genomen kameraden, twee jaar eerder tijdens een treinkaping
in Wijster.
Aan het woord komen leerlingen van de school en Eef van der
Vliet, in die tijd een jong schoolhoofd die heel wat te verhapstukken kreeg. Zijn
vrouw Marianne had vijfentwintig jaar lang veel met hem te stellen. Hij was
niet in staat zijn emoties met haar te delen. Tijdens zijn dromen probeerde hij
haar te wurgen.
Deze hoofdonderwijzer was op 23 mei 1977 juist bezig met een
kringgesprek toen een leerling hem attendeerde op een stel jonge mannen achter
het raam. Vrij netjes vertelden ze over de gijzeling. De oudere leerlingen
moesten de ramen afplakken met kranten. De anderen werden ondergebracht in het
overblijflokaal. Ze deden daar spelletjes en keken naar de televisie. Geert
Kruit van klas 2 zag ’s avonds zijn vader op het zeven uur Journaal. Klaas
Dekker, vader van een leerling, werkte in Assen en kwam meteen naar huis. Hij
mocht niet in de school. Als hij erbij had gekund had hij de kapers afgeslacht,
zegt hij grimmig.
Er kwam later die dag een psychiatrische patiënte in een wit
schort langs. De kapers dachten dat het de moeder van een leerling was en
wilden die doodschieten, maar Van der Vliet wist hen tot rede te brengen. Hij
trilde op zijn benen, maar gedroeg zich uiterlijk rustig. De kapers waren net
zo bang als hij, zei hij. Later moesten leerlingen uit het raam tegen Van Agt scanderen
dat ze wilden leven. Als er een handgranaat gegooid zou worden, zou de leraar
die het dichtst erbij was erop springen, hadden ze in het team afgesproken. Van
der Vliet raadde de leerlingen aan ziekte voor te wenden zodat ze per ambulance
weg konden. Later werden alle kinderen vrijgelaten. Van der Vliet herinnert
zich de bevrijding die begon met het stukschieten van de ramen en een granaat
om schrik aan te jagen. De leerkrachten hadden zich in het leermiddelenhok teruggetrokken.
Eenmaal buiten in een pantserwagen had hij het gevoel dat hij het niet meer
onder controle had. Marianne bezocht hem in het ziekenhuis en schrok van zijn
emotieloze blik.
Zeer aangrijpend is het verhaal van oud vijfdeklasser John
Warries die naast zijn oude moeder zit en een opstel voorleest met zijn beleving
van de gijzeling. Na dertig jaar sloegen bij hem de stoppen door. De woede dat
er nooit iets mee gedaan was kwam eruit. Zijn kinderen waren bang voor hem.
Net zo aangrijpend is het relaas van zijn klasgenote Gonda
Stel. Ze krijgt nog kippenvel als ze het woord gijzeling hoort. Ze herinnert
zich nog kaper dikke Willem die met een geweer de klas binnenkwam en beval dat
de gordijnen dicht moesten. Ze zag de angst op het gezicht van haar leraar, maar
begreep er weinig van. Ze zorgde voor haar jongere zusje en zonderde zich af
qua gevoel. Tot drie jaar terug voelde ze zich altijd alleen. Na haar
vrijlating deed ze zich tegoed aan aardappelen met boontjes. Haar ouders
merkten wel dat ze van een flapuit veranderd was in een gesloten type, maar
dachten dat het wel weer goed zou komen. Haar vader wil het boek na
vijfendertig jaar sluiten. Hij heeft genoeg aan zichzelf. Gonda is altijd boos
op zichzelf gebleven, dat ze de gijzeling niet naast zich kon neerleggen. Later
moest ze van een therapeut door de Molukse wijk wandelen, maar haar angst werd
alleen erger.
Roelof Snippe, eveneens uit de vijfde klas, vertelde na de
gijzeling honderd keer onbewogen zijn verhaal aan de media. Later kon hij er
niet meer over praten. Vanaf dat moment was zijn jeugd over. Waakzaamheid trad
in zijn systeem. Het was gebeurd dus het was normaal. Hij nam zelf het advies
aan de ouders over om het te laten rusten en schrok meer van reacties van
anderen op zijn verhaal dat van zijn eigen gevoelens. Hij ging aan de drugs, kwam
tot rust in een therapeutische gemeenschap maar vertrok toen het te dichtbij
kwam. Hij ging slaapwandelen en begint nu pas wat bij te trekken.
De documentaire met als ondertitel Het zwijgen van Bovensmilde bevat veel archiefmateriaal en begint
met een krat eten dat voor de met kranten afgeplakte schooldeur wordt neergezet.
Tussen de gesprekken door zien we beelden van het opzetten van de partytent
voor de jaarlijkse herdenking (zie foto). De dochter van Van der Vliet vertelt dat
kinderen als pressiemiddel en gebruikt werden en een speelbal waren. De school die
tussen de Molukse en de Nederlandse wijk in lag, werd door de inval met tanks
verwoest. Het braakliggende veld wordt ingericht met een bloemperk, zitbankjes
en een bescheiden monument.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten