Wie is er geheel toerekeningsvatbaar?
Richard de Nooy woonde vanaf zijn vierde in Zuid-Afrika.
Zijn vader kwam uit Indonesië en wilde daar aan het werk omdat het klimaat
overeenkomsten had met Indonesië en hij graag bomen in zijn tuin wilde. Op zijn
twintigste kwam De Nooy terug naar Nederland om de dienstplicht te ontlopen.
Hij zag er niet veel in tijdens de noodtoestand op te moeten treden tegen de
zwarte bevolking. Hij was blij met zijn Nederlandse paspoort. Dat voorkwam dat
hij zeven jaar de gevangenis in zou moeten. Hij ging hier psychologie studeren.
De rustige toestand in Nederland vormde een grote tegenstelling met die in
Zuid-Afrika. In Zuid-Afrika was hij altijd op zijn hoede. Hij maakte daar mee
dat de politie de universiteit binnenviel en studenten oppakte.
Wim Brands begint over de hoofdpersoon in Zendingsdrang
die door het lint is gegaan.
De Nooy schreef drie boeken, waarvan Zendingsdrang de
laatste is, die los van elkaar kunnen worden gelezen. Het eerste boek speelt in
Zuid-Afrika, het tweede in Nederland en het derde in een TBS kliniek. Daarin
staat de journalist en oorlogscorrespondent, die De Nooy wilde worden tegenover
de psycholoog, die hij zich op grond van zijn studie mag noemen.
Brands stelt dat het over (on)toerekeningsvatbaarheid
gaat.
De hoofdpersoon in het boek zegt dat de wereld niet kapot gaat door lieden die niet
geheel toerekeningsvatbaar zijn, maar door de apathie van de omstanders. Hij
spreekt de lezer - en volgens Brands ook de kijker - hierop aan.
Brands vraagt naar de research die De Nooy voor zijn boek
deed.
De Nooy verdiepte zich onder andere in het conflict in
Bosnië, waar scherpschutters actief waren. Het verhaal in zijn boek wordt door
iemand verteld, die na akelige gebeurtenissen in de familie in het
oorlogsgeweld is terechtgekomen. De maatschappij bepaalt de levensloop van individuen.
Hoe wordt men geprogrammeerd door de maatschappij? vraagt
Brands.
De Nooy geeft als voorbeeld dat hij op een Engelse school
terechtkwam en vervolgens op een Engelse universiteit. Als hij daarentegen naar
een Afrikaner school was gegaan, had zijn toekomst er heel anders uitgezien.
Misschien was hij dan een scherpschutter in het leger geworden. Uitgangspunt
van Zendingsdrang is dat het moeilijk is een beschuldigende vinger naar
anderen uit te steken. Al vroeg in het leven kan men gecorrumpeerd worden.
De Nooy wil morele kwesties in het boek aan de orde stellen.
Door je in te leven in een ander kun je die persoon doorgronden. Het gaat hem
er niet om antwoorden te geven, maar vragen te stellen waardoor de blik van de
lezer verandert. Hij vergelijkt het met luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog
waarop luchtmachtbases en concentratiekampen te zien zijn. Ook in het boek
vinden heftige voorvallen plaats, die hij in Zuid-Afrika meemaakte, maar de
lezer kan er als een vogel overheen vliegen en ze weer loslaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten