Tot mijn verontwaardiging te groot werd, heb ik op eergisteravond 28 januari j.l. de heisa rond de troonopvolging gevolgd. Ik kwam voor het
nieuws en verbaasde me over de Oranjegezinde gevoelens die in de publieke
omroep geventileerd werden, op de eerste plaats door de verslaggevers zelf.
Alles in omroepland leek in rep en roer. Gekakel van jewelste. Op een volkomen
overdreven verslaat men het afstand nemen van de troon door Beatrix, alsof er
geen ander nieuws in de wereld is, alsof er niet gevochten wordt in Mali, alsof
men niet lijdt in Syrië of van mening verschilt in Egypte, om naar enkele
onderwerpen te noemen die onze aandacht verdienen. Bij ons niets van dat al. In
Nederland wordt van zetel gewisseld. Daar moet alles voor wijken. Hier geen
werkelijkheid, hier gelooft men in een sprookje. Het is het begin van de
volksverdwazing die, net als het tweejaarlijkse nationale voetbalevenement, tot
eind april ongekende vormen zal aannemen.
We leven in de eenentwintigste eeuw, meende ik. De tijd van
de monarchie ligt ver achter ons. We zijn geen onderdanen meer van een koning
die de scepter zwaait. We zijn een parlementaire democratie, waarin we een
gekozen vertegenwoordiging de macht geven om namens ons de gang van zaken te
regelen, althans dat was ooit de bedoeling van het democratische systeem. Dat
is echter in de loop der tijd uitgehold door internationale ondernemingen,
financiële instellingen en slimme advocaten die de mazen van de wetgeving weten
te vinden. Er waren ook altijd nog koningen die een vinger in de pap wisten te houden. Het was verheugend dat het parlement onlangs op de macht van de
koningin beknibbelde. Zij dient geen rol te spelen in de kabinetsformatie en
andere politieke zaken. Het kan niet zo zijn dat een absolute vorst de dienst
uit maakt en de gang van zaken in het land regelt. Nog steeds zijn sommigen
daar niet helemaal van overtuigd. Rutte zag in zijn reactie op de
troonsopvolging nog steeds ruimte voor meer
koningsmacht dan alleen de ceremoniële.
Leve de republiek, schreef ik, nadat ik het televisietoestel
had uitgeschakeld, op Twitter. Niet als cynische reactie op het nieuws van de
troonsopvolging, maar om mijn hart te luchten over zoveel domheid,
meegaandheid, kritiekloze instemming met de koninklijke plannen. Nederland was
ooit een republiek geweest. Het zou van durf getuigen als de politiek een
discussie zou beginnen om de monarchie te heroverwegen. Wat mij betreft hoeft
er geen president voor in de plaats te komen. Verkiezingen daarvoor zijn duur,
omslachtig en hebben weinig betekenis. Waarom kiest de Tweede kamer niet een
Minister van Staat, iemand die zijn sporen verdiend heeft? Laat die een aantal
jaren de ceremoniële functie bekleden zoals staatshoofden uit andere landen
ontvangen. Nederland zou daarmee een voortrekkersfunctie vervullen.
Een belangrijk aspect tegen de monarchie is dat het
nationalisme erdoor wordt versterkt. Juist in een tijd van ruimere grenzen in
een wereld die steeds kleiner wordt zou het van werkelijkheidszin getuigen om
minder het nationale karakter te benadrukken en meer vanuit de internationale
gemeenschap te redeneren. Wereldburgers zijn we, of we het willen of niet. Om
de betrokkenheid van de bevolking te waarborgen zou de politieke
schaalvergroting hand in hand moeten gaan met een grotere invloed voor de regio’s.
De staat speelt in die wisselwerking slechts een ondergeschikte - zeg
administratieve - rol, die later kan worden overgenomen door een
internationale, misschien wel digitale, organisatie. Het wordt tijd om oude structuren los te laten, achterhaalde
tradities op te geven en de blik vooruit te werpen.
Leve het internationalisme, leve de democratie!
Inderdaad hoogst vreemd al dat kritiekloze suikergespin over Oranje.
BeantwoordenVerwijderenOver de mythevorming rond de Oranjes gaat het boekje van Anton Constandse Oranje zonder mythe. Uit 1980, dus niet over de laatste tijd.
Hier het hoofdstuk over Willem de Zwijger uit dat boekje.
Bedankt voor de info over De Zwijger alias Van Oranje.Anton Constandse, die missen we.
BeantwoordenVerwijderen