Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 8 januari 2013

Paul Rosenmöller en de scherpe kanten van de euro, vierdelige tv-serie, december 2012


Oud vakbondsman Paul Rosenmöller heeft weer de koffers gepakt. Dit maal bezoekt hij vier Zuid-Europese landen om te horen hoe men zich daar door de economische crisis slaat. Hij is eerst in Portugal, bezoekt vervolgens Spanje, Italië en tenslotte Griekenland. Waarin vindt men houvast? Wat zijn de ankers, waarmee men stand houdt?

 

 

Aflevering 1: Ankers in crisistijd


De vissersplaats Aveiro in Noord Portugal kende na de Anjerrevolutie van 1974 economische voorspoed. Die tijd is voorbij. De mosselvissers kunnen moeilijk overleven. Ook door de illegale visserij raken ze hun vangst nauwelijks kwijt. De vissersvloot is geslonken. Er vaart nog één boot op sardines. Die is net twaalf uur weggeweest. De visser heeft geen vast inkomen, minder te besteden en inmiddels meer tijd voor zijn familie. Ze boeten voor het consumentisme, zegt hij. Ze leefden boven hun stand. De ouderen hadden geleden onder onvrijheid en wilden dat hun kinderen het beter kregen, maar die vergaten de waarden uit het oog. Hij neemt Paul mee naar zijn huis. Zijn echtgenote zegt dat de demonstraties anders dan in Spanje rustig zijn. Dat heeft mogelijk met een cultuurverschil te maken, net als het verschil tussen fado en flamenco. Ze toont het beeld van Onze Lieve Vrouwe van Fatima, die haar beschermt. Als haar man op zee is brandt ze een kaars.

Op de dag van de processie in Fatima roept de kardinaal op tot solidariteit. De kerk biedt hulp in een opvangcentrum. De beheerster zegt dat er meer mensen uit de midden- en hogere klasse aankloppen. Families zijn meer verbonden. Men vindt steun bij het geloof.
De 26-jarige hulpverleenster Vera is werkloos. Ze was eerder in Fatima maar niet praktiserend katholiek. Jongeren zijn volgens haar niet met religie bezig. De overheid heeft gesnoeid op de culturele en sociale instanties, daarom vindt ze geen werk op haar vakgebied. Ze is apatischer geworden. Ze woont weer thuis en heeft minder vrijheid. Ze houdt de hele maatschappij verantwoordelijk. De veranderingen gingen te snel. Mensen zijn egoïstischer. Het is ieder voor zichzelf.
De alleenstaande Sofia, 28 jaar, heeft een dochter van acht jaar. Ze is met haar moeder naar de processie gekomen. Ze treurt over haar vader die vroeg overleden is. Ze plukte peren om de schooluitgaven van haar dochter te kunnen betalen en heeft nog wat alimentatie. Ze hoopt troost en vrede te vinden, maar ze vreest de toekomst.

Lissabon is het decor van demonstraties. Een vakbondsman deelt soep uit aan leden die een mars gelopen hebben. Hij wil de ontevredenheid een stem geven en voorstellen doen tot verbetering. Portugal heeft geen actie-traditie, maar men is de massa ontslagen beu. Een van de getroffenen is vrachtwagenchauffeur Carlos Baptista, 55 jaar. Hij verbouwt en verkoopt groente. Hij wil een andere regering die meer vaderlandsgezind is. De demonstratie is voor hem een anker. Net als tijdens de Anjerrevolutie vecht hij weer voor een betere toekomst.
De econoom Eugénio Roza vreest voor de toekomst, die wel eens zwaarder kan worden, vooral voor werknemers en gepensioneerden. Hij houdt de voormalige regeringen en de EU verantwoordelijk. Het Noorden geeft hen geen tijd de schulden af te lossen. Hij denkt dat deze toestand niet vol te houden is. Men weet niet hoe ermee om te gaan.      

Aflevering 2: De verloren generatie


Spanje kent de hoogste werkloosheid van Europa. De jeugdwerkloosheid is zelfs dramatisch te noemen. Wekelijks wordt er geprotesteerd in de grote steden. Rosenmöller gaat echter eerst naar het platteland.

In Navatrasierra, een leeggelopen dorp op het Spaanse platteland, woont de Nederlandse Annie, getrouwd met een gastarbeider, die ruim dertig jaar bij Philips werkte. Begin jaren zestig vertrokken veel mannen. In 2006 kwamen Annie en haar man hier terug. Een andere oudere gastarbeider zegt dat leven in Nederland beter was dan de werkloosheid hier.
Ze drinken een kop koffie in de plaatselijke bar, gerund door José Cerezo, een afgestudeerd werkloos historicus. Hij ziet het als de schuld van de banken dat de rijkdom oneerlijk verdeeld is. Onder de vijfendertig is iedereen de dupe van de crisis. 

Niet ver van Navatrasierra probeert landbouwkundige Efrén samen met zijn broer een alternatief bestaan op te bouwen. Ze kweken oude fruitbomen en biologische aardbeien. Cerezo gaat er met Rosenmöller naar toe en discussieert met Efrén. Zelf kan Cerezo, hoewel hij beseft dat de consumptiemaatschappij op een leugen berust, geen afscheid nemen van zijn flat screen tv. Demonstraties halen volgens hem niets uit. Volgens Efrén heeft de revolutie tijd nodig. Er is een signaal afgegeven.

In Quadelupe vindt een bisschoppenconferentie plaats. Een van de bisschoppen spreekt over soberheid en eenvoud als de positieve gevolgen van de crisis, maar is wel bezorgd over de schuldenlast.

In Sevilla ontmoet Rosenmöller de 65-jarige werkloze Manuela die haar huis is uitgezet omdat ze na haar ontslag de huur niet meer kon betalen. Ze is samen met haar eveneens werkloze zoon van 27 jaar in een leegstaand nieuw huis getrokken, maar heeft daar geen licht en water en het vooruitzicht is onzeker. Na een bezetting van de bank, die eigenaar van het huis is, horen ze dat ze deze winter niet uitgezet worden. De woordvoerder voelt zich zelf niet verantwoordelijk voor de problemen en verwijst naar zijn bazen. 
De enorme onvrede heeft geleid tot landbezetting door de vakbond. Het project is uit nood geboren, zegt een vakbondsleidster. De werkende klasse is de dupe van de crisis. De eigenaar van de grond, de regering van Andalusië, liet het gebied braak liggen, terwijl het zoveel monden kan voeden. Ze zegt dat de ouderen de jeugd zelfzuchtig maakte, maar dat die inmiddels ook de straat op gaat.
Rosenmöller loopt mee in een massademonstratie voor beter onderwijs. Scholiere Clara Santos heeft geen geld om de middelbare school af te maken en denkt eraan om het land te verlaten.

Aflevering 3: Profiteurs van de crisis


Rosenmöller is in het zuiden van Italië, dat het hardst getroffen is door de crisis omdat die daarvoor het gebied al in zijn greep had.

Hij zit in Napels achterop bij Enzo Loia, die gek is op zijn scooter en er mensen mee beroofde nadat hij als timmerman zonder werk zat. Hij werd in 2010 gearresteerd en opgesloten en kwam onlangs weer vrij. Hij roofde voor de camorra, de Siciliaanse maffia, om zijn gezin te onderhouden en ziet zichzelf als slachtoffer van de crisis.
Pietro Loia zat twintig jaar in de gevangenis voor bankovervallen. Hij heeft een vereniging opgericht die ex-gedetineerden aan werk helpt om te voorkomen dat ze zich bij de camorra aansluiten. Die bindt burgers aan zich, zegt hij, en vormt een parallelle staat.
Burgemeester Luigi de Magistris, een maffiabestrijder, zegt dat de regering- Monti niets doet voor de werkgelegenheid en daarom de mensen in handen drijft van de camorra.
Pietro neemt Rosenmöller mee naar de Pioggoreale, de gevangenis die overvol zit en waar bezoekers getraineerd worden. Genaro is een ex-monteur die een deel van zijn lijf verbrandde, arbeidsongeschikt werd en illegale CD’s verkocht voor de camorra. Hij zat acht maanden in de gevangenis en verwerkt nu oud ijzer voor een bevriende garagehouder.
Pietro zegt dat banken geen geld meer uitlenen waardoor mensen naar de camorra gaan die woekerrente’s berekent. Het gesprek wordt gestoord door een informant die duidelijk maakt dat ze in de gaten gehouden worden.

Melfi in het binnenland was ooit een landbouwgebied tot Fiat met een nieuwe fabriek de bevolking massaal naar zich toe trok. Een van hen is Maria Pugliese die sinds de crisis bang is dat ze haar hypotheek niet meer kan betalen. De bisschop, die Rosenmöller spreekt - toch zeker niet omdat hij voor de Ikon bezig is? –, vraagt tijdens het vormsel aandacht voor de problemen. Vrijgevigheid en delen zijn van belang. De familie is belangrijker dan geld. ‘Dank de Heer voor wat u hebt.’ De man vindt de jeugdwerkeloosheid zorgelijk en geeft de kortzichtige politici hiervan de schuld.

In Barletta aan de Adriatische Zee is een jaar geleden een illegaal naaiatelier vanwege renovatiewerkzaamheden ingestort. De pastoor is nog steeds van streek. Hij kwam er meteen naar toe en zag de hel op aarde. De hulpverlening deugde niet, zegt hij. Alle opgebouwde rechten van werknemers zijn in rook opgegaan. Men is ten prooi aan uitbuiting zoals voor de oorlog. Weduwenaar Pasqualle is ook nog zijn baan kwijt geraakt en woont met zijn dochter weer bij zijn ouders. Hij toont het huwelijksalbum en vertelt dat beloften niet zijn waargemaakt. De pastoor schreef uit woede en machteloosheid over de uitbuiting van de armen een brief aan de Italiaanse president, maar hoorde daar niet op. Hij vindt het niet vreemd dat naar kleine mensen niet wordt geluisterd, deze gevoelige, rechtvaardige herder.

Aflevering 4: Zwakke schouders, zware lasten


In Patras, de derde stad van Griekenland, waar Rosenmöller aanmeert, voelen immigranten zich bedreigd. De 29-jarige zwarte Morsar woont in een oude fabriekshal en wil, verstopt onder een vrachtwagen, naar Italië. Eens zal het hem lukken, zegt hij, uitkijkend op de veerboot.

In Perama, een havenstad dichtbij Athene, lijden voormalige havenarbeiders gebrek. Iedereen is schuldig aan de crisis, zegt een vakbondsman. Sophia Barbitaki, de echtgenote van een werkloze vrachtwagenchauffeur, woont met haar gezin bij haar ouders in. Al meer dan vier jaar hebben ze geen electriciteit. Haar moeder vreest dat ze het huis kwijtraken. Sophia heeft problemen aan haar hart en ziet geen oplossing. Voor eten gaan ze naar de gaarkeukens van de Grieks-orthodoxe kerk.

Rosenmöller spreekt in Athene een vertegenwoordiger van deze kerk over de geringe belasting die zijn kerk betaalt. De man weerlegt de kritiek en vindt dat de beeldvorming door de media niet klopt. In de hoofdstad wordt ook weer eens een demonstratie gehouden waaraan ook de vakbondsman uit Perama meedoet. Rosenmöller spreekt van een rituele dans.
Parlementslid Kouzilos van Gouden Dageraad ontkent dat zijn partij garen spint bij de crisis. Vanwege de hoge werkloosheid moeten illegalen het land uit. Men gebruikt geen geweld tegen hen, maar alleen zelfverdediging. Ahmet, een Egyptische bouwvakker, vertelt daarentegen dat hij aangevallen werd in een park en bewerkt met een Engelse sleutel terwijl omstanders niets deden. Na zijn behandeling wil hij weg.

In Korinthe, in het noorden van de Peloponnesen, raken boeren hun oogst niet meer kwijt omdat de bevolking geen geld heeft om de groente te betalen. Een boer heeft zich daarom aangesloten bij een vrijwilligersorganisatie, die zijn producten aan de man brengt. Hij heeft altijd geleerd zijn eigen boontjes te doppen maar inmiddels de voordelen van de coöperatie ontdekt. Voormalig reclamemaakster Litska Katemi is een van de initiatiefneemsters van de organisatie, waarin men activiteiten kan uitwisselen. Ze verzorgt daarnaast haar zieke moeder die geen geld heeft voor de dokter. Dankzij de hechte familiebanden is de maatschappij nog niet ingestort, zegt ze. Haar waardigheid is niet afhankelijk van de financiële toestand, al is het leven niet gemakkelijk en vreest ze een burgeroorlog.

Deze laatste woorden blijven hangen, zetten aan het denken over de politiek van Rutte en consorten om geen strobreed toe te geven aan de broodnodige behoeften van de Zuid-Europeanen, door Paul Rosenmöller op duidelijke, vaak schrijnende, wijze in beeld gebracht.    
              






Geen opmerkingen:

Een reactie posten