Kroongetuige is een sleutelroman over voormalig
opsporingsambtenaar Denise de Wit, die als strafpleiter aan het werk gaat en de kroongetuige
beter kent dan haar lief is, maar daarover gaat het gesprek niet, wel over weinig serieuze advocaten, een beeld dat deze week door rechters nog eens bevestigd werd.
Wim Brands begint over de samenwerking van het
schrijversduo, dat bestaat uit journalist Marc Josten en openbaar aanklager Rob
Smits. Josten zegt hierover dat ze eerst op een boot algemene sessies houden
over een nieuw boek met een actueel thema. Smits voegt daaraan toe dat ze,
behalve een spannend verhaal, ook zaken aan de orde willen stellen die in de
advocatuur spelen. Hoofdpersoon in Kroongetuige is een mengeling van
Bram Moskovicz en andere spraakmakende collega's, die te dicht op de cliënt
zitten, terwijl een advocaat het algemeen belang en een goede rechtsgang in de gaten
dient te houden. Smits zegt dat het verleidelijk is mee te gaan met criminele
cliënten, omdat het slimme, streetwise ondernemers zijn omringd door
mooie vrouwen, boten en snelle auto’s. Volgens Josten kwam zo’n vijfentwintig
jaar geleden de glitter in de rechtsspraak binnen en het idee dat Greed is
good.
Over de verdere samenwerking wat betreft het schrijven horen
we niets meer. Brands gaat door over de manier waarop advocaten van zich laten
spreken, zoals in populaire praatprogramma’s.
Smits heeft daar geen oordeel over, maar het gevaar bestaat
wel dat men afglijdt als men meedoet met de glamourcultuur. Josten voegt
daaraan toe dat tijdens de opkomst daarvan, vijfentwintig jaar geleden dus,
communicatiemedewerkers werden ingezet door advocatenkantoren om de
naamsbekendheid te promoten. In de beeldvorming in de media volgde een omkering
van de antiheld in een held. Smits verwerpt in dit verband het optreden van
Holleeder in College Tour. De verdachte gaf helemaal geen college. Zo’n
uitzending gaat over een grens. Het gaat om kijkcijfers. Een wereld waarin
imago’s belangrijker zijn dan professionaliteit, zoals ook in Kroongetuige blijkt.
Een advocaat hoort niet in quotes te spreken. Volgens Josten werd de trend
gezet door de commerciële omroep die brengt wat de kijker vraagt. Zoiets leidt
tot een uitzichtloze weg die niets meer met de werkelijkheid van doen heeft.
Hij haalt David Bowie aan die Hitler de meest sprekende persoon van de
twintigste eeuw vond.
Inmiddels valt men in herhaling. Smits zegt dat het een
algemene tendens is om zo gemaakt te gedragen, dat het ook in de politiek niet
anders is en dat jongeren moeten oppassen om niet dit pad op te gaan. Gelukkig
zien we dit gedrag nog niet in de rechtszaal, maar er zijn wel elementen die
erbij horen zoals de wrakingen tijdens het proces tegen Wilders. Josten heeft
waardering voor een recente actie van rechters in Leeuwarden, die zich niet de
wet lieten voorschrijven door ondernemers. Volgens Smits willen rechters de
diepte in gaan, zich van alle kanten op de hoogte stellen van een zaak.
Terwijl Brands nog eens opmerkt dat de werkelijkheid dus
geruststellender is dan de weergave ervan, waarschuwt Josten nog eens voor
korte lontjes, grote monden en het zich inlaten met de maffia. Het gevaar van
het denken in quotes, zegt Smits tot besluit, is dat het leidt tot vervlakking.
Daarbij passeert men een grens waarin men gelooft in beelden en imago’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten