Een tweegesprek over ons gehypte bewustzijn
De twee broers Meesters, beiden gekleed in witte overhemden
zonder stropdassen onder een eenvoudig jasje, hebben anders dan hun twee andere
broers niet voor de electrotechniek, maar voor de filosofie gekozen. Ze zijn
voorstanders van de publieksfilosofie en treden, op aanraden van de vrouw
van Frank (links op de omslag) die vond dat hun onderlinge discussies door meer mensen gehoord
mochten worden, onder andere op in de Nacht van de Filosofie.
Het is inderdaad een toneelstukje dat de broer opvoeren,
maar wel van een ernstige soort. In hun gesprekken hoor je eerdere discussies
terug. Ze zijn het nooit helemaal met elkaar eens en moeten zich bedwingen om
de ander niet in de rede te vallen. Wim Brands heeft een aantal
gespreksonderwerpen bij hen opgevraagd, maar begint met een eigen onderwerp, de
discrepantie tussen het geluk dat Nederlanders zeggen te ervaren en het
toenemende gebruik van anti-depressiva.
Helaas zijn de pillen net al ter sprake gekomen. Naar
aanleiding van de opmerking van Brands dat wij tegenwoordig van gebeurtenis
naar gebeurtenis snellen. Hij doelt daarmee op het hype-achtige karakter van de
media die steeds weer een nieuwsfeit tot blikvanger promoveren. Of het nu een
zieke bultrug is, een jongen die alleen rauw vlees te eten krijgt van zijn
moeder of een Pakistaans meisje dat zwaar mishandeld wordt omdat ze haar recht
op onderwijs opeist.
Maarten duidt deze gang van zaken vanuit onze behoefte aan
spektakel. We zitten vast in ons bewustzijn. Hij gebruikt daarvoor het boeiende
beeld van dozen: we rijden ’s ochtends in een doos naar een grote doos
(kantoor) en kijken daar weer naar een doosje (het computerscherm). Daardoor beleven
we niets en zijn we gevoelig voor gebeurtenissen die onze emotie opwekken. De
filosofie probeert ons uit die dozen te halen.
Frank heeft tegen deze zienswijze bezwaar. In dit programma
zitten zij ook in een doos. Alles wat we meemaken wordt vertaald als een
spektakel. Onze woorden vallen niet samen met de werkelijkheid.
Maarten onthult dat de visie van Frank ontleend is aan René
Boomkes. Hij is het wel met Frank eens. We zitten vast en willen daar vanaf.
Hij licht dit toe aan de hand van het voorbeeld depressie, waarover Trudy DeHue
in De depressie-epidemie (2008) stelde dat het begrip depressie pas laat
is ontstaan. Eerst was er sprake van melancholie die ook nog mooie kanten had,
nu is het gerelateerd aan een bio-medisch model. Een tekort in de hersenen kan
worden opgeheven met een pilletje. De filosofie zoekt naar de oorsprong van
begrippen en maakt de ontwikkeling en daarmee ook de betrekkelijkheid ervan
duidelijk.
Dan komt Brands met zijn stelling over de discrepantie
tussen geluk en pillen. De broers betwisten de waarde van het onderzoek door
Ruut Veenhoven. Ze zijn het erover eens dat men niet de mensen zelf moet
ondervragen, want die hebben geen inzicht in dit onderwerp.
Maarten zegt dat geluk te maken heeft met gelukt zijn,
geslaagd zijn, met het ontwikkeld hebben van je vermogens. Zoiets kun je pas
aan het eind van je leven vaststellen.
Frank begint over de innerlijke plicht onszelf te zijn.
Sinds we niet meer onze waarde ontlenen aan onze positie, moeten we die uit
onszelf halen.
Volgens Maarten is dat niet gemakkelijk. Hij vindt dat we
daartoe niet meer naar de televisie moeten kijken en zeker niet naar reclames
omdat die verkeerde prikkels in ons hoofd activeren, die ons bewustzijn
gevangen houden. Beter is het om naar buiten te gaan, te bewegen, goed voedsel
te eten, veel te lezen en met anderen te spreken over wat je van waarde vindt
in het leven. Concentratie is belangrijk, zoals door een muziekinstrument te
bespelen.
Frank, die niet zoveel van de dozen moet hebben, zegt dat
men daarmee weer in een andere doos terechtkomt. De vinger die we naar onszelf
wijzen, keert zich al snel tegen een ander.
Het gaat om beheersing, concludeert Brands, nadat de heren
nog enige tijd over dit thema gesproken hebben.
Maarten noemt de publieksfilosofie het nieuwe moraliseren,
waarbij men als het ware nieuwe software in zijn hoofd brengt.
Zelf denk ik dat een eerdere suggestie, namelijk dat de
maatschappij teveel van mensen vraagt, zoals om zichzelf te zijn, meer
steekhoudend is. Het gaat niet in de eerste plaats om een verandering van
bewustzijn, maar om een andere maatschappelijke organisatie waardoor een minder
gehypt en meer onafhankelijk bewustzijn vanzelf volgt.
Hier
een link naar het eerste hoofdstuk van De depressie-epidemie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten