Over het demonische dansfeest dat de wereld is
Maanlicht is een verhalenbundel van Hella Haasse die
postuum is uitgegeven. In het Nawoord zegt redacteur Patricia de Groot
dat de verhalen die erin staat pas na de dood van Haasse ontdekt zijn. De
auteur maakte er zelf gewag van, maar was de verhalen kwijt. Het blijft onzeker
of Haasse de selectie bedoeld heeft die in deze bundel staat.
Het betreft vier jeugdverhalen, waarin verbeelding en
werkelijkheid door elkaar lopen. Het eerste verhaal Een verhaal geheten,
kreeg eerder van de schrijfster de toevoeging (1938) mee. Volgens Patricia is
niet duidelijk of het verhaal speelt in 1938 of dat Haasse het in dat jaar
schreef. Dat laatste lijkt me gegeven de stijl het meest voor de hand liggen.
Het is wat uitbundig van toon en ademt de sfeer van een adolescent. Het verhaal
gaat over een voormalige bankmedewerker, die zich heeft teruggetrokken op een
ver eiland. De man richt zich tot een ander, die van het eiland weggaat, om uit
te leggen wat hem ertoe gebracht heeft de boze wereld te verlaten. ‘Ik wilde
weggaan, ergens naartoe waar ik niet meer gedwongen toeschouwer hoefde te zijn
van het demonische dansfeest dat de wereld is.’
In het titelverhaal Maanlicht keert een jonge vrouw
tijdelijk terug uit Zwitserland naar Amsterdam. Ze heeft geen onderkomen en
krijgt een etage aan de gracht aangeboden van een kennis die elders verblijft.
Op die etage spelen zich in het maanlicht vreemde zaken af. Een hazewindhond
blaft vanaf een etage boven haar. Ze wil haar overjas uittrekken maar merkt dat
ze die niet draagt. De hond blijft haar bezighouden tot aan haar vertrek.
Haasse houdt wel van het spookachtige, heeft ze tegen Patricia gezegd.
In Landschap in olieverf komt het spookachtige ook
voor, maar hier is het meer symbolisch. Eunice en Caspar, een pas getrouwd
stel, trekt na hun huwelijksreis in bij de moeder van de jongen, die midden in
de natuur woont. Caspar toont Eunice een zolderkamer met een bed en een
schildering, waarop een jongeman voorkomt die op Caspar lijkt. Eunice is in de
ban van die jongen. Haar echtgenote wordt er echter ziek van. Ik proefde er
iets in van het mythische van Adriaan Roland Holst.
Caulder Hall ligt mij na aan het hart. Het ademt een
Britse sfeer en speelt zich af in de Schotse hooglanden. De Hollandse Laura
Eskes, veertig jaar oud en ongetrouwd, besluit na de dood van haar moeder tot
een buitenlandse reis. Hotel Caulder lijkt haar wel wat. Ze wordt echter niet
vriendelijk ontvangen door de eigenaresse, miss Caulder. Die heeft twee vaste
mannelijke gasten, de oorlogsinvalide Doon en Reggie met zijn peper- en
zoutkleurige haar, die gesteld zouden zijn op hun privacy. Eskes weet toch
gedaan te krijgen dat ze mag blijven. De mannen zijn helemaal niet zo moeilijk
in het contact. Doon speelt piano en Reggie toert met haar roekeloos in een bus
rond het Loch. Laura wordt kalm bij de gedachte dat miss Caulder in de kamer
naast haar slaapt, maar miss Caulder is zo rustig niet, blijkt na het afscheid.
Aardige verhalen van de grande dame van de Nederlandse
literatuur, die behalve de verhalenbundel Het tuinhuis (2006) toch
vooral bekend is van haar lijvige romans. Als het om de kortere baan gaat geef
ik boven deze nog wat onvolgroeide verhalen de voorkeur aan de novelle Transit,
het fantastische boekenweekgeschenk uit 1994.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten