Een fotoalbum met gedichten als kiekjes
De alweer drieëntachtig jarige, maar nog sterk aanwezige
Remco Campert is uitgenodigd naar aanleiding van het verschijnen van Het
verband tussen de dingen ben ik zelf, zijn gebundelde bijdragen uit de
Volkskrant over politiek, actualiteit en dagelijkse beslommeringen.
Campert ordent zijn herinneringen aan de hand van zijn
gedichten. Wim Brands speelt hierop in door hem dan ook veel gedichten te laten
voorlezen, zoals Licht van mijn leven, dat ik de nieuwe gedichtenbundel
staat, die aan het eind van het jaar zal uitkomen. Anders dan vroeger, toen hij
zich nog een plaats in de wereld moest veroveren, heeft Campert niet meer zoveel
haast. Zijn energie is tanende, zegt hij. Terwijl hij vroeger werkdagen van
tien uur maakte en hele nachten doorschreef, beperkt zijn arbeid zich nu tot
een uur van vier in de middag. De wekelijkse columns in de Volkskrant
vragen veel tijd. Omdat die nauw luisteren is hij daar meer dan een werkdag aan
kwijt.
Naast de genoemde dichtbundel en de columns is Campert bezig
met een korte roman, die ook voor het eind van het jaar gepland staat. Hij zit
nog middenin in het verhaal dat een nauwe relatie met film heeft. De
hoofdpersoon is een scenarioschrijver van middelbare leeftijd die genoeg van
het leven heeft en naar een hotel in Frankrijk gevlucht is. Het verhaal kwam
echter in een doodlopende steeg terecht en Campert is bezig het daaruit te
halen. Hij weet nog niet hoe het afloopt, maar hij denkt eerder aan aanvaarding
dan aan zelfmoord omdat hij zelf iemand is die graag leeft.
Hij begon zo’n drie jaar geleden aan het gedicht Licht
van mijn leven. Gedichten die nog niet af zijn stopt hij in een map en haalt
die af en toe weer te voorschijn tot ze goed zijn. Dan doet hij er niet meer
aan. Hij heeft dit gedicht ingekort en vindt het beter. Door het voor te lezen
heeft hij het idee dat het klopt. Dat heeft het geleerd van zijn vele
optredens.
Poëzie is de literaire vorm waarin hij zich het beste kan
uitdrukken. Hij schreef proza om geld te verdienen, maar heeft daar, anders dan
hij met vertalen had, ook veel plezier in.
Poezië valt niet af te dwingen. Die overvalt hem. Hij begon
er na de oorlog aan toen hij in een pleeggezin in Epe woonde. Het werd pas
serieus na zijn contact met de Vijftigers. Die gaven hem de zet om schrijver te
worden.
Brands toont een aantal notitieboekjes die Campert graag
koopt en gebruikt. Hij kan zich niet voorstellen dat hij net als Philip Roth
zou stoppen met schrijven, al was het maar omdat hij dan niet zou weten wat hij
moest doen. Soms moet hij zich wel eens tot werken zetten, maar als hij eenmaal
achter zijn bureau zit, is het goed.
Een fragment van een gedicht over een etentje in Keizer
brengt hem op de verhouding tot de moeder die als actrice veel afwezig was.
Remco herdenkt haar met liefde. Zijn eerste herinneringen is aan een zitje voor
het raam in Den Haag, waar hij de, door zijn moeder gevoerde, havermoutpap
uitspuugde nadat een meeuw op het raam had gepoept.
Hij leest over een gedicht over een gesprek met zijn moeder
die hem inlichtte over de dood van zijn vader Jan die in het concentratiekamp
Neuengamme omkwam. Hij schreef het in de jaren zeventig. Hij had weinig herinneringen
aan zijn vader die het gezin in de steek liet toen Remco drie jaar oud was.
Samen gingen ze eens naar een film in Cineac en daarna moest Remco lang wachten
in een woning van een maitresse. Ook kwam zijn vader, die inmiddels voor het
verzet werkte, eens langs in de oorlog toen Remco bij zijn oma woonde.
Poezië is een daad (van bevestiging) eindigt
met de dood. De dood is een ontroering, zo luidt de laatste zin. Schierbeek
maakte er ont-roering van, maar Campert vond het eerste genoeg. De dood is
onafwendbaar en onvermijdbaar in gesprekken. Camper heeft al een graf geregeld.
Hij verheugt zich op het plekje waar hij straks zal liggen. Daarom wil hij ook
niet verbrand. Want dan ben je nergens meer. Bij de herdenkingdienst voor Hugo
Claus in 2008 leverde hij een indrukwekkende bijdrage. Na zijn voordracht van
de bijdrage Leven die Campert uitsprak tijdens de herdenking voor Jan
Wolkers, stelt Brands voor de nieuwe dichtbundel die titel mee te geven.
Campert zal erover denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten