Beklemmende schets van het moderne leven
In de voorstelling Sontag,
naar een idee van Naomi Vellisariou, die de regie ook voor haar rekening nam,
wordt nauwelijks gerept over de Amerikaanse schrijfster, activiste en critica
Susan Sontag (1933-2004), maar tegelijk legt zij al haar gewicht de schaal in het
spel rond een moeilijke moeder - zoon verhouding, die maar niet tot een
oplossing komt, omdat het bewustzijn van de moeder te sterk is. Vellisariou,
die onlangs nog te bewonderen was in de film Out of love, vat in een glitterpakje en een microfoon in de hand in
een entr’acte de standpunten van Sontag over het moderne leven, verwoord door
de moeder, nog eens samen. Kunst is niet meer wat het was, maakt onderdeel uit
van een dolgedraaide maatschappij, waarin het gevoel het heeft moeten afleggen
tegen een informatiemaatschappij. De waarheid is hierin minder van belang dan de betekenis
die aan hypes wordt toegedicht.
In negen taferelen, die van elkaar worden gescheiden door donderende muziek, krijgen we het verhaal te horen van een
moeder die zich bezig houdt met culturele fenomenen en daardoor
weinig tijd heeft voor haar zoon. De situatie wordt mooi verbeeld in de
openingsscène waar we de zoon zien, die thuis komt van een studiereis naar
Palestina en het contact zoekt met zijn moeder die echter nog zit te lezen. De
zoon moet wachten tot zij haar boek uit heeft, geen gewone roman maar een
dagboek van André Gide, dat haar meer inzicht moet geven in het leven. We horen
dat ze zojuist in de steek is gelaten door haar vriendin en dat daarvoor ook al
haar huwelijk op de klippen is gelopen. De naïeve zoon in zijn houtje touwtje jas
en zijn schooltas onder de arm voelt de pijn zijn moeder goed aan, maar kan
haar niet bereiken. Zij ergert zich dood aan het kind dat onbeholpen met een
rietje een glas gezondheidsdrank leeg slurpt of een zak chips leeg kauwt, terwijl
hij zomaar in een boekwerk uit haar uitgebreide boekenkast staat te lezen.
De moeilijke verhouding tussen de twee krijgt een contrapunt
in de verschijning van een bijdetijdse theaterrecensent in een pak met een
scherpe snit, die ook nog druk bezig is met een schelmenroman en graag in de nabijheid
van de literair en cultureel onderlegde moeder vertoeft, al spuwt ze haar gal
over de voorstelling Hedda Gabler die
hij vol lof besprak. Via haar kan hij stralen met een essay dat zij voor zijn
krant schrijft, tot zij hem met haar depressieve gesteldheid daar vanaf helpt
en hem net als haar zoon de grond in boort. De gammele toegangsdeur en de rommelige
boekenkast werpen daar een mooi licht op. Vanaf de leren driezitsbank waarop de
werkloze krantenman, die ook door zijn vrouw aan de kant is gezet, aan een
nieuwe roman werkt (zie foto van Sanne Peper), refereert hij aan het gesprek
dat Sontag eens met John Berger had, waarin zij de almacht van het bewustzijn voorop
stelde.
De tekst van Rik van den Bos gaat diep in op de moeilijkheid
van het moderne leven in het artistieke milieu, waarin kunst steeds meer een
probleem dan een oplossing vormt. Hij snijdt wel erg veel aspecten daarvan aan,
waardoor de voorstelling, die door de statische houding van de moeder toch al
weinig dynamiek kent, erg intellectueel wordt. Gelukkig maakt het eind, waarin
de moeder en de zoon hun relatie nog eens testen, veel goed. Er valt een
moeilijke stilte na de patstelling waarin de moeder de zoon en de literaire
huisvriend - sterk gespeeld door Ingrid Wender, Tim Schmidt en Ward Kerremans -
terecht zijn gekomen. In die stilte ziet de toeschouwer duidelijk de noodlottige
toestand waarin men verzeild is geraakt Die wordt door het decor nog eens fraai
belicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten