Ontwikkeling theatergroep toont maatschappelijk onrecht aan
Halverwege de voorstelling Casino Royale 2.0 zegt Peer van den Berg nogal plompverloren dat ze
na acht jaar weer samen op het podium staan. Deze mededeling die hij tijdens
een scène uit de voorstelling Risk (1995) doet en ook nog eens herhaalt, klinkt
wrang tegen de achtergrond van de reden van samenkomst. Het is de crisis die
maakt dat ze noodgedwongen hun oude stiel oppakten.
Het thema wordt prachtig verbeeld door de drie acteurs die,
na een optreden van technicus Joop van Brakel als arme straatmuzikant en een
boeiende inleiding van Dette Glashouwer over pensioenzaken, in pampers uit
grote dozen komen. Henk en Peer liggen naast elkaar en hijsen zich op aan hun respectievelijke
wandelstokken en looprek. Nadat Peer ook Dette heeft wakker gemaakt met een tik
van zijn stok op haar doos, doen ze een fraaie act samen, waarbij Dette
opvallend vaak met haar neus in de luiers van de mannen terecht komt.
De boventiteling geeft aan waar het allemaal om gaat. Na de
liberalisering in de jaren negentig is, op een kleine bovenlaag na, iedereen er
armer op is geworden. Suver Nuver werd zelf getroffen door de intrekking van de
subsidie en laten in Casino Royale 2.0
nog eens zien hoe de ontwikkeling van hun gezelschap geweest is. Ze begonnen
als mimespelers in een repetitieruimte in de Bijlmer en traden op met behoud
van uitkering. Over geldzaken maakten ze zich nooit zorgen. De overheid was nog
een betrouwbare vader die zijn kinderen niet in de steek zou laten.
Dat werd anders in de jaren toen de trio Van Agt, Reagan en
Thatcher op het toneel verschenen, gevolgd door hun opvolgers, fraai verbeeld
door foto’s van deze negen politici voor hun gezicht te houden. De deregulering
zorgde er niet voor dat mensen vrijer werden, maar gaf, net zoals Trump nu weer
doet, alle ruimte aan het kapitaal om hun gang te gaan, met het idee dat
daarmee het geluk van de mensheid ook wel gediend zou zijn. Suver Nuver hield zich,
net als de Russen na de afschaffing van het communisme, vooral bezig met
orgiastische feesten en kon niet vermoeden dat ze, zoals prachtig verbeeld door
Henk, later als ex- subsidie slurpers tentoon werden gesteld.
De sketches zijn als vanouds, met een acrobatische plasseksscène
uit de voorstelling Popla (2000) als hoogtepunt. Helaas is de sleutelscène
waarin de groep op een ouderwetse manier fulmineert tegen uitbuiting en armoede
de minste. Het zingen van de Internationale roept geen ontroering meer op, de
protestsongs van Bob Dylan en anderen wekken niet meer op tot verzet. Het
blijft daarmee, ondanks de aandoenlijke manier waarop Suver Nuver de knuppel in
het hoenderhok gooit, de vraag hoe het systeem te veranderen waarin we, zoals
Glashouwer in haar latere praatje schetste, met zijn allen tot onze nek in
vastzitten.
Wellicht zorgt het door Suver Nuver geschetste toekomstbeeld
in 2041 waarin de mensheid eindelijk wat wijzer en vreedzamer is geworden,
ervoor dat we de investering in elkaar als richtlijn kunnen gebruiken. De
energie van Suver Nuver zorgt er in ieder geval voor dat we het, met hun troostrijke
boodschap in ons achterhoofd, weer even uithouden, maar het liefst zie ik ze
jaarlijks terugkomen om de boodschap 2.0 te vernieuwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten