Schaliegas zet de Verenigde Staten op de kaart, maar
vergiftigt het milieu
Regisseur Nordin Lasfar ging op bezoek bij producenten van
schaliegas en – olie in Texas, het oude hart van de Amerikaanse olie industrie,
dat inmiddels door de schalierevolutie een nieuw verfje heeft gekregen. Het is
opmerkelijk hoe weinig kritiek Lasfar heeft op de cowboys die zich op een
nieuwe manier willen verrijken met de producten van de aarde. Eerder in 2010
was Josh Fox met zijn documentaire Gasland
heel kritisch en strijdbaard over de vervuiling van de aarde door schaliegas.
Het kan zijn dat de technieken om schaliegas te winnen in zes jaar verbeterd
zijn, maar eerder denk ik dat de productie van schaliegas het ontwikkelen van
duurzame energiebronnen zal remmen, het CO 2 gehalte zal doen toenemen, net als
de ongelijkheid in de wereld, zeker in een tijdperk waarin Trump met de botte
bijl regeert. Lasfar had kortom wel duidelijker mogen maken dat hij zich als
een vos in lamskleren gedroeg tijdens zijn gesprekken met allerlei lieden die
hoog opgeven over de winning van fossiele brandstoffen uit schalie.
Geoloog Dan Steward werkte voor Mitchell Energy, die in
Texas de eerste boringen deed naar schaliegas en wel in het Barnett- veld, dat
momenteel het grootste gasveld van de Verenigde Staten is. Een andere geoloog,
Kent Bowker, ontdekte dat gesteente dat in een boorput naar boven gehaald werd,
veel gas bevatte. Nick Steinsberger ontwikkelde slick water fracking, het
splijten van het gesteente en het omhoog halen van het gas, waarmee veel geld
te verdienen viel. Het betekende dat de Verenigde Staten minder afhankelijk
werd van anderen voor hun gigantische energiebehoefte. De zorg om die op peil
te houden leidde tot de nodige interventies zoals in Irak. Energieonderzoeker
Daniel Yergin oogt minder als een cowboy maar plaatst ook weinig kritische
kanttekeningen in zijn verhaal over de ontsluiering van het geheim van
schaliegaswinning en een verspreiding van deze techniek over de wereld, eerst
in Canada, straks mogelijk in Pennsylvania en daarna ook in Europa.
De exploitatie van schaliegas en –olie kreeg een stimulans
door de strijd met de OPEC over de productie van olie. De prijzen werden door
de olieproducerende landen verlaagd om de schaliegaswinning uit de markt te
prijzen, maar door een verbeterde technologie konden de Amerikanen de
concurrentieslag aan. Door lagere productieprijzen en een snelle
schuldensanering door herstructurering van oude oliebedrijven, kon men de
dominante positie van de veertien traditionele olieproducerende landen breken.
In de Golf van Mexico werden installaties bedoeld voor de import van olie en
gas inmiddels omgevormd om die te exporteren, ook naar Koeweit, het land dat in
1948 voor het eerst olie leverde aan de VS. Volgens Yergin is er daarmee meer
variëteit op de energiemarkt gekomen en daarmee is het geopolitieke landschap
veranderd. Hij denkt dat schaliegas vooral de steenkool verdringt en daarom een
factor speelt in een duurzamer wereld.
Yergin zegt tegen Lasfar dat ook Europa baat zou kunnen
hebben van het schaliegas. Het zou zich daarmee minder afhankelijk maken van
Rusland. Commentator Chris Kijne zegt daarop dat bij ons de weerstand groot is
tegen schaliegas en dat de plannen daarvoor daarom in de kast zijn gelegd (zie foto). Dat
is heel wat anders dan in Groot Brittannië dat, ondanks protesten van de
bevolking in Nottinghamshire, de cowboys juist heeft uitgenodigd om hun
expertise rond de ontwikkeling van schaliegas in te brengen. Gelukkig ziet
Bowker in dat schaliegas alleen een overgangsstadium naar duurzame energie kan
vormen. Dat is er dan wel een waarin een stel cowboys de wereld nog een keer
over de knie legt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten