Overdadige film over een jeugdliefde die door de Eerste
Wereldoorlog verstoord wordt
Un long dimanche de
fiançailles gaat over een jeugdige liefde tussen
Manech en Mathilde, die wreed onderbroken wordt door de Eerste Wereldoorlog.
Manech komt niet thuis en Mathilde doet verwoede inspanningen om haar geliefde terug
te vinden. Jean Pierre Jeunet wisselt oorlogsbeelden en jeugdherinneringen aan
de jeugdliefde af, maar volgt vooral de zoektocht van Mathilde. Een zachte vrouwelijke
vertelstem voert de kijker het verhaal binnen en geeft een overzicht van de
gebeurtenissen.
De film begint nogal bar met beelden van een regenachtige dag
in de loopgraven bij de Somme. Vijf ter dood veroordeelde jonge soldaten, een
meubelmaker, een lasser, een boer uit de Dordogne, een Corsicaanse pooier en het
groentje Manech, baggeren in 1917 door ondergelopen loopgraven naar de voorste
loopgraaf, die aan het niemandsland grenst. De vijf hebben allemaal geprobeerd
zichzelf te verwonden om op die manier uit de oorlog te komen en worden min of
meer vogelvrij verklaard in het desolate terrein dat tussen de legers ligt.
Daarna volgen we Mathilde. Omdat haar ouders verongelukten
toen ze drie jaar was, woont de in 1900 geboren vrouw bij haar oom en tante in
Bretagne. In afwachting van haar geliefde schrijft ze hem brieven, maar ze hoort
niets terug. Ze krijgt in 1920 een brief van een non met daarin de naam van een
man die Manech gekend zou hebben. Deze Esperanza begeleidde de vijf jongens op
weg door de loopgraven. Mathilde maakt een afspraak met hem. Hij geeft haar een
doos vol aandenkens van de jongens die Mathilde op het spoor van haar zoektocht
zetten. Ze schakelt daarbij een privédetective uit Parijs in, maar doet,
gedreven door haar liefde, zelf het meeste werk.
De speurtocht begint naar de non die haar de brief schreef
en die in werkelijkheid een hoertje is die in opdracht van de Corsicaanse
pooier werkte en daarnaast naar een keukenplunderaar, die Manech rode wanten
tegen de kou gaf. Er komen allerlei zijdelingse ontwikkelingen voor, zoals over
de gratie die door Poincaré was verleend maar die nooit werd uitgevoerd omdat
de verantwoordelijke gezaghebbende de brief verscheurde. Boeiend is ook dat
Manech door de hulp van de boer uit de Dordogne een andere identiteit kreeg
waardoor hij niet meer als zichzelf te vinden was en waardoor Mathilde bij een
verkeerde op het oorlogskerkhof treurde (zie foto).
Fraai zijn de beelden van de jeugdliefde tussen Mathilde en
Manech die de zoon van een vuurtorenwachter is. Omdat Mathilde kreupel is sinds
ze op haar vijfde door polio geveld werd, tilt hij haar op de rug naar boven in
de vuurtoren. De vrijscènes tussen de twee zijn echter nogal hetzelfde. Op haar
twintigste speelt Mathilde tuba omdat ze daarop een noodsignaal kan uitzenden. Ze
heeft ook allerlei dwanggedachten over de terugkeer van Manech. Als de hond van
haar oom eerder in haar kamer is dan ze wordt geroepen voor het avondeten, zal
ze Manech terugzien. Datzelfde geldt als ze eerder bij de bocht van de weg is
dan Manech die door een auto wordt opgehaald om naar de oorlog te gaan.
De beelden zijn, behoudens die van de oorlog, zacht
romantisch en geven de sfeer aan het begin van de twintigste eeuw mooi weer. Audrey
Tautou speelt, net als eerder in Le
fabuleux destin d’Amélie Poulain (2001) de sterren van de hemel en trekt
daarmee deze al te overdadige film die wat ongebalanceerd is door de vele
uitweidingen gedurende de zoektocht van Mathilde en wat onrustig heen en weer
schiet tussen herinnering en oorlog, de hoogte in.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten