Dementie leidt tot betere band moeder en dochter
De tweede roman van Bregje Bleeker is getiteld Eva en gaat
over haar moeder Liesbeth die de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland was
en al voor haar vijftigste te maken kreeg met een aandoening, die een
combinatie was van dementie en Parkinson.
Carolina Lo Galbo begint over de herkenbaarheid van reacties
op haar roman.
Bregje bevestigt dat en gaat meteen van start met een
verhandeling over haar ouderlijk huis en de inhoud van de roman, waarbij het
een verademing is dat Lo Galbo haar gewoon laat praten. Bleeker vertelt over de
mooie jeugd die zij zelf had in de jaren zeventig met een moeder die veel kon
en moest. Liesbeth groeide op in een arm katholiek milieu in een klein dorp in
de buurt van Breda. Een zuster van het nonnenschooltje bracht het ijverige en
slimme meisje achterop de fiets naar het gymnasium in Breda. Liesbeth was haar
daarvoor zo dankbaar dat ze de non jaarlijks een kerstkaart stuurde. Later
verhuisde ze naar Amsterdam.
Toen Bregje zeventien was werd haar bijna vijftigjarige
moeder hoogleraar in een medische discipline, maar eigenlijk was ze in die tijd
al ziek. Haar man hield haar met de tekst van de inauguratie. Bregje vertelt
dat haar puberteit en het perfectionisme van haar moeder, bijvoorbeeld als het
om de beste leerprestaties ging, problemen in de relatie veroorzaakten. Anders
dan haar zus, die nog harder ging leren, ging Bregje tegen de verwachtingen van
haar moeder in. De zwijgende sfeer in het gezin maakte dat de ziekte pas laat gediagnosticeerd
werd. De huisarts ging ervan uit dat een werkende moeder te zwaar belast werd.
Een jaar thuis leidde echter niet tot een duidelijke verbetering. Daarna werd
een combinatie van Parkinson en dementie vastgesteld. Haar moeder kwam bij haar
langs om haar gerust te stellen dat de ziekte niet erfelijk was.
De band met haar moeder veranderde tijdens de ziekte in
positieve zin. Naast de aftakeling is hun goede contact een wezenlijk onderdeel
van de roman. Bregje had zich voorgenomen om niet meer boos te zijn op haar
moeder, maar liefde te laten heersen. Haar moeder kon zich meer ontspannen en
haar fouten toegeven. Samen konden ze lachen als ze in een pashokje stonden en
haar moeder vroeg hoe een blouse stond die ze verkeerd om had aangetrokken.
Door de dementie namen ze elkaar zoals ze waren. Bregje vertelt dat ze eerder
een gesprek gewild had over de toestand van haar moeder, die steeds meer
achteruit ging, maar door het zwijgen in de familie was dat moeilijk. Gewoonlijk
hobbelden ze achter de feiten aan, zoals vaak gebeurt in het geval van dementie.
Lo Galbo vraagt naar een pijnlijk moment in het liefdevolle
relaas.
Bregje antwoordt dat de gang naar het verpleeghuis moeilijk
was, temeer omdat zowel haar vader als haar moeder dachten dat dit voorlopig
was. Dat brengt haar op de door mij gehoopt antwoord op de vraag waarom ze het
verhaal in de vorm van een roman goot. Ze zegt dat dementie voor een groot deel
nog een onbekend gebied is en dat ze in een roman meer vrijheid had om de
kwestie rond karakter en ziekte weer te geven. Ze bleef haar moeder tot het
eind aan toe als persoon zien met verschillende rollen en haar eigen karakter.
Hier de site van Bregje
Bleeker. Daarop ook een link naar de eerste bladzijden uit de eerste hoofdstuk
van de roman.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten