Veredeld amateurtoneel over een frauderende zakenvrouw
Eva de Vriend is bijna vijfenzestig jaar oud als
ze haar kinderen op een zondagavond in haar villa bijeenroept. Die reageren
allen bezorgd. Is hun moeder soms ziek? Nee, dat niet, wimpelt Eva de zorgen
weg. Als ze alle vijf aanwezig zijn, legt ze uit dat ze jarenlang fraude heeft gepleegd
en de volgende dag naar de politie zal gaan om zich aan te geven. Hoe precies
de vork in de steek steekt horen we niet. Tijdens een mooie overgang met
voetlicht en muziek spelen de acteurs versneld door, tot we later op de avond weer
afdalen en de kinderen nogal versuft de boodschap van hun moeder verwerken de
consequenties voor zichzelf nagaan.
De vijf, die met hulp van hun moeder een aanzienlijke plek
in de maatschappij veroverd hebben, doen dat op hun eigen manier. Het meest
markant is de rol van Jan, de oudste zoon die zich omhoog gewerkt heeft in de
politiek en inmiddels Tweede Kamerlid is, maar zijn uitzicht op meer ineens
vervlogen ziet. De vorige avond was hij nog in Nieuwsuur te zien, waar hij hamerde
op de aanpak van fraude. Zijn zus Willemijn verwijt hem dat hij daarmee bijstandsmoeders
in de kou zet, Evelien is alleen maar panisch dat ze haar mooie huis moet
verkopen, Reinout van de andere kant blijft onverschillig onder de mokerslag.
Het is niet zijn schuld dat hij het artistieke leven leidt dat hij leidt.
Op de maandagochtend dat Eva naar de politie zal gaan,
overheerst verslagenheid, al heeft Reinout er niet minder om geslapen. Jan is de
hele nacht druk bezig om een persverklaring te schrijven, Sara peinsde in
pyjama over de gevolgen voor haar bouwbedrijf. Willemijn staat al klaar om met
haar moeder mee te gaan naar de politie, als de andere vier kinderen in
allerijl toch nog allerlei snode plannen bedenken. ‘Jij was toch een idealist,
Jan?’ roept Willemijn haar broer toe. ‘Ja,’ antwoordt die kort waarna hij zijn
kop weer bij de andere drie steekt.
Het is geëngageerd theater dat tekstschrijver Willem de Vlam
met de groep Opium voor het volk
brengt, bedoeld om dertigers en veertigers te doordringen van de toestand
waarin wij verkeren. De maatschappelijke problemen komen duidelijk aan bod. De Vriend N.V. wordt geregisseerd door
Paul Knieriem en gaat over de fraude van zakenlieden die met tal van argumenten
wordt weggepraat, de lakse houding van politici daartegen en de machteloosheid
van de rest van de bevolking. Slechts weinigen zijn bestand tegen de steeds
verder doordringende economisering die al onze relaties doordringt. Zelfs
Willemijn, die dacht schone handen te hebben, merkt dat ze ongeweten geholpen
is bij haar carrière als medisch specialist. In een mooie scène aan het eind praat
haar moeder op haar in. Ze geeft haar zelfs haar mobiele telefoon om de politie
te bellen, maar maakt haar dochter tegelijkertijd duidelijk hoe gemakkelijk zo’n
daad wel niet is en wie ze er allemaal mee dupeert.
Humor is er in gepaste mate. Eva vindt het niet erg om een
paar jaar in de cel te zitten, het verschil met een verzorgingstehuis is te
verwaarlozen. Sara neemt het haar moeder kwalijk dat ze haar kinderen als
beleggingsobjecten gebruikte. Ze had liever gezien dat ze vijf Maserati’s had gekocht
in plaats van hun vol te stoppen met geld. Zij waren wellicht gelukkiger met
een wat mindere positie in de maatschappij geweest. Verder is het allemaal erg
keurig. Als Jan in de avond aan de eettafel zijn controle verliest, blijven de witte
wijnglazen allemaal staan. Deze slimme komedie over familie en fraude, zoals de
ondertitel luidt, blijft daarmee een veredeld amateurtoneel waarin ieder zijn
zegje zegt en zijn rol speelt. Dat is verder niet onverdienstelijk. Belangrijker
is het overblijvende ongemakkelijke gevoel dat wij zelf collectief verantwoordelijk zijn voor
de fraude ten opzichte van de rest van de wereldbevolking. Het bloed aan onze
handen valt niet gemakkelijk weg te wassen, zo maakt Willem de Vlam duidelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten