Jonge vrouw vermorzeld door de vormelijkheid van haar tijd
De roman Eline Vere vertelt
het verhaal over een gevoelige, welgestelde vrouw uit Den Haag die ten onder
gaat in een tijdsperiode aan het eind van de negentiende eeuw, waarin vormen op
de voorgrond stonden. In de film komt dit meteen tot uiting in de beginscène
waarin het aristocratische stel Henk van Raat en Betsy Vere een operavoorstelling
bezoekt. Eline, het jongere zusje van Betsy, past op hun zoontje Ben. Ze woont
in bij haar zus en zwager na de dood van hun vader, maar kan haar eigen weg
niet vinden.
Van alle kanten wordt getrokken aan het charmante,
getalenteerde drieëntwintigjarige meisje.
Als Eline zich te midden van de Haagse jetset waagt staan er
meteen de nodige mannen om haar heen, zoals de trouwe Otto. Zelf is ze zeer gecharmeerd
van operazanger Theo Fabrice, een imposante verschijning met zijn platte zwarte
hoed en rode sjaal. Ze is dan ook zeer blij met de grammofoon die ze op haar
verjaardag van haar mondaine tante Elise en oom Daniel uit Brussel krijgt.
Vooral omdat er een plaat bij is van Fabrice.
Ze krijgt het nodige tegenspel van haar neef Vincent, die
zich dood verveelt in Den Haag. Hij beklaagt zich tegen haar over het saaie
leven dat zijn familie leidt, heel anders dan dat van zijn vriend Lawrence uit
New York. Hij leeft een brief van hem voor met een gedicht van Walt Whitman en heeft
plannen om samen met hem naar Rusland te gaan.
De bemiddelende moeder van Henk heeft haar portret midden
tussen andere foto’s naast haar op een tafeltje staan. Ze vindt dat Eline maar
eens aan een man moet en waarschuwt haar om zich niet te veel met Vincent in te
laten. Een vooruitwijzing naar wat komen gaat. Moeder Van Raat is dan ook zeer
blij als Eline zich engageert met Otto. Ook Betsy is heel blij. Ze heeft weer
een doel in haar leven gevonden, lijkt het wel, door zich te bemoeien met het
huis waarin haar zusje zal gaan wonen en de inrichting daarvan.
Tegenhangster in het milieu is Jeanne, een arme vrouw met
een zieke man en twee jonge kinderen. Eline gaat in het kader van de
liefdadigheid regelmatig bij haar op bezoek en wil haar financieel ondersteunen
maar dat neemt de karaktervaste Jeanne niet aan. Het masker dat deze vrouw
Eline voor haar vierentwintigste verjaardag geeft, is veelzeggend.
De sfeer in de film is goed gekozen met de hoeden van de
mannen en de enorme jurken van de vrouwen. Eline draagt gewoonlijk een enorme rok.
Meteen in het begin van de film sneeuwt het in Den Haag, al was die er in de
film opgeplakt. Later als Eline wegvlucht uit het huis van Henk en Betsy regent
het pijpenstelen giert een storm door de straten, waardoor ze haar cape
kwijtraakt en drijfnat voor de deur van Jeanne belandt. Dat is het begin van
het einde.
De debuutroman Eline
Vere van Louis Couperus uit 1889, eerder uitgegeven in de vorm van een
feuilleton, wordt de Nederlandse Madame
Bovary genoemd. Een boek over een vrouw die in een ingesnoerde tijd problemen
met de liefde krijgt en daardoor ten onder gaat.
Harry Kümel was niet zo te spreken over het feit dat hij Maruschka
Detmers niet kon krijgen voor de hoofdrol en genoegen moest nemen met de
Belgische Marianne Basler, die niet helemaal de doem die op Eline ligt weet te
vertolken. Het scenario van Jan Blokker ten spijt en de mooie rol van Monique
van der Ven als Betsy is het boek veel beter dan de film.
Hier
een sfeerscène in de sneeuw waarin Eline de honden van Betsy uitlaat en dan de
zanger Fabrice ziet waarna ze geheel van slag is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten