Samenleving is geen neutraal maar een politiek begrip
Twee en een half jaar geleden was socioloog Willem Schinkel
ook al bij Wim Brands om te praten over zijn boek De nieuwe democratie. Inmiddels heeft hij een nieuwe essaybundel geschreven,
waarin hij opnieuw begrippen uit het lood slaat, zoals Brands dat noemt, en
waarover hij zoals gebruikelijk weer met durf en veel elan vertelt.
Brands vraagt hem wat hij wil met het op te richten
instituut voor de publieke verbeelding.
Schinkel wil daarmee het vermogen verbreiden tot verbeelden van
het publieke domein, dat sterk aan erosie onderhevig is.
Brands vraagt hem dit uit te leggen aan de hand van een
conflict.
Schinkel kiest voor de Zwarte Pieten discussie, die hij geen
discussie wil noemen maar een strijd, omdat discussie het fundament smoort van wat
op het spel staat, namelijk ons zelfbeeld als zouden wij niet racistisch zijn. Schinkel
ziet het structurele racisme terug op zijn universiteit waar alleen zwarte
vrouwen schoonmaken, terwijl witte mannen daar de dienst uitmaken.
Brands komt nog eens terug op de stelling van Schinkel uit
zijn vorige boek, namelijk dat politieke partijen één pot nat zijn.
Schinkel stelt dat de politiek geen richting meer geeft,
maar enkel bezig is met het managen van sociale problemen. Tijdens de laatste
verkiezingen ging het erover of het begrotingstekort twee of drie procent zou
mogen bedragen. De politiek heeft afscheid genomen van de ideologie en denkt
tegenwoordig eerst na welk standpunt de meeste stemmen oplevert. Depolitisering
is het gevolg van deze ontwikkeling. Na de financiële crisis heeft men geen
middelen meer om hier een politiek issue van te maken. Belangen- en klassentegenstellingen
verdwijnen onder het tapijt. Zelfs Piketty (door Schinkel gewoon uitgesproken
met de klemtoon op de tweede lettergreep) komt niet buiten het kader van het
kapitalisme. Dat zijn werk in de belangstelling staat zelfs evenwel iets over
de behoefte om het maatschappelijke conflict aan te gaan.
Schinkel gaat verder door over het populisme. Ook Fortuyn
politiseerde. Hij herinnerde aan de strijd. Huidige populisten zoals Wilders begrijpen
zichzelf niet. Ze zijn managers in de overdrive.
Brands wil terug naar Zwarte Piet.
Schinkel zegt dat de strijd die hieromtrent gevoerd wordt
goed is voor de democratie, die bestaat bij de gratie van dissensus in plaats
van consensus. Er wordt iets ingebracht in het publieke domein dat zich niet
laat reduceren tot een discussie. De dominantie van de witte man verbloemt de sociale
ongelijkheid.
Brands wil nog eens het standpunt van Schinkel horen over
integratie.
Volgens Schinkel is dit een mooi voorbeeld van de kracht van
de publieke verbeelding. Een groep wordt buiten de samenleving geplaatst, een
begrip dat niemand ooit waargenomen heeft. Er wordt aangenomen dat wij daarvan
de kern zijn en dat een groep zich ophoudt aan de buitenkant hiervan. Samenleving
is geen neutraal maar een politiek begrip.
Schinkel vindt het moeilijk de vraag van Brands te
beantwoorden hoe de strijd te voeren, maar het instituut voor de publieke
verbeelding kan wellicht een bijdrage leveren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten