Op de bres voor het Rusland van Poesjkin, Dostojevski en
Tolstoj
Sana Valiulina (Talinn, 1964) komt uit Estland, woont vanaf maart
1989 in Nederland en schreef de uitvoerige roman Kinderen van Breznjev over de periode vanaf de jaren zestig waarin het
Sovjet imperium al kraakte en onderwereld en bovenwereld nauw met elkaar verbonden
raakten. Tot de dag van vandaag aan toe, zegt Wim Brands met een ondertoon van
spijt in zijn stem.
Brands vraagt haar naar haar eerste herinnering uit de
Sovjet tijd.
Sana noemt een begrafenis van een oude onbekende partijleider
op televisie. Ze was een jaar of drie, vier oud en realiseerde zich opeens dat mensen
sterfelijk waren. Ze raakte in paniek en werd door haar moeder getroost. Ze weet
nog hoe de seksuele vrijheid en de uitbundige verlichting in het Westen, die ze
op de Finse televisie zag, lokte. Het was voor haar een venster op een andere
wereld, een ander leven. Ze werd opgevoed als Sovjet burger maar zag op school
een programma, uit Finland uiteraard, over Disneyland hetgeen een omstotelijk
bewijs voor haar was dat in die andere wereld veel mogelijk was. Ze praatte
erover met een vriendinnetje, die het niet met haar eens was. De moeder van het
vriendinnetje sprak haar eigen moeder erop aan, die tegen Sana zei dat ze haar
mond moest houden.
Brands begint over de verschillende perioden die in Kinderen van Breznjev aan de orde komen
en vraagt Sana naar haar generatie, hoe ze die zou omschrijven.
Sana vertelt over de periode Breznjev, dat ze dachten dat die
nooit over zou gaan, totdat de man overleed en er een en ander veranderde.
Tijdens de perestrojka verscheen de cultfilm Assa van Sergei Solovjov, waarin een
underground zanger zegt dat zij een generatie van straatvegers en nachtwakers
zijn. Dit is ook overdrachtelijk bedoeld, omdat men zich niet kan ontplooien. Sana
werd opgevoed met rolmodellen als het jongetje Pavel Mozorov, die zijn vader
aangaf omdat hij weigerde graan af te staan aan de bolsjewieken. Ze vraagt retorisch
en aangedaan aan Brands wat voor invloed dat soort rolmodellen op haar
leeftijdsgenoten had en zegt er meteen achter aan dat ze teveel praat.
Brands ontkent dit lachend, zou willen dat ze urenlang door
praatte en vertelt dat hij van de generatie Nix was. Hij gaat verder met de laatste
periode in de roman, waarin een onbuigzame boekhouder voorkomt.
Sana vertelt over de fictieve provincie Gasolia met als hoofdstad
Pegelburg in het vierde deel waarin deze boekhouder onkreukbaar blijft. Ze
wilde ermee aantonen dat de vrije wil bestaat en dat moed nodig is om voor de
waarheid te kiezen. Met de boekhouder loopt het overigens niet goed af. Ze legt
een verbinding met de Russische traditie en haalt Tsjechov aan dat zei dat de
Russen hun slavenmentaliteit druppel voor druppel uit zich moeten persen. In
het derde deel voert ze een intellectueel op, die geld rook en daarbij vond dat
het doel alle middelen heiligde. Sana stelt dat de moraal in Rusland al met de
revolutie in 1917 is afgeschaft en dat men zichzelf en anderen verloochende.
Brands vindt dat Sana met haar Russische roman de
Nederlandse literatuur verrijkt heeft.
Sana zegt dat ze zichzelf graag waanzinnige - al is dit
bijvoeglijk naamwoordig wellicht niet zo gelukkig gekozen - doelen stelt en
iets groots wilde verrichten al keek de hele
Russische literatuur over haar schouder mee. Ze noemt die
een wonder van vrijheid, onevenredig aan de maatschappij, waarin ook gepassioneerd
filosofie bedreven wordt. Russen houden er niet van om urenlang abstract te
denken, maar verpakken hun ideeën in romans. Bij Dostojevski eten de ideeën de
mensen op. Hij voorspelde al het Poetinisme.
Brands vraagt zich af of Poetin Dostojevski gelezen heeft.
Sana zegt dat Poetin, Stalin en Breznjev een ander Rusland
vertegenwoordigen dan Poesjkin, Dostojevski en Tolstoj, waarop Brands als
afsluiting stelt dat we het laatste Rusland weer terugstelen. Dat zal een droom
zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten