Vrijheidsstrijder uit Sicilië, doodgeschoten door een
medestander
Giuliano werd in 1922 in het plaatsje Montelepre op Sicilië
geboren en stierf daar achtentwintig jaar later, doodgeschoten na een
strijdbaar leven in de bergen rond Palermo.
Hij wordt wel een Robin Hood genoemd omdat hij stal van de
rijken en gaf aan de armen, maar hij was behalve bandiet ook partizaan. Francesco
Rosi maakt geen biografie van Giuliano, maar begint met zijn dood en schetst
mogelijke oorzaken die daartoe geleid hebben.
Op 28-jarige leeftijd werd Giuliano doodgeschoten in
Castelvetrano, een dorp dat net als zijn geboortedorp rond de bergen van Palermo
ligt. In de loop van de film krijgen we steeds meer aanwijzingen over de
toedracht daarvan, want gemakkelijk te pakken was Giuliano niet. Ook voor de
camera niet want beelden van hem zijn zeldzaam.
In de jaren van de Tweede Wereldoorlog werd Giuliano een
partizaan, die streed voor een onafhankelijk Sicilië. Zijn groep werd gesteund
door de geallieerden. Fraai is de Amerikaanse vlag die boven de rotsen wappert
waar Giuliano en zijn mannen zich verschanst hebben. Vanuit de hoogte had hij een
uitstekend overzicht over de troepenverplaatsingen die zich ver beneden in de
vallei voordeden en als het nodig is beschoot hij hen.
Na de oorlog was het Italiaanse leger in hun strijd tegen
allerlei bendes in het oosten van Sicilië aan de winnende hand. De bevolking van
Montelepre, die op de hand was van de vrijheidsstrijders, werd kort gehouden
door de soldaten. Er gold een avondklok en af en toe mocht men een uurtje de
huizen uit om inkopen te doen. Tijdens een razzia werden de mannen naar Palermo
afgevoerd.
Nadat in 1946 de republiek werd uitgeroepen kregen veel
vrijheidsstrijders amnestie. Giuliano liet zich echter niet zien. De politie
maakte na een aanslag op agenten in Palermowacht op hem.
Als de communisten tijdens de verkiezingen in 1947 de winst
behalen, wordt dat luid gevierd in de vallei Portella della Ginestra. De
aanslag die Giuliano op de eerste mei op hen pleegt, loopt uit op een bloedbad
en het proces dat daarover gevoerd wordt, wordt door Rosi breed uitgemeten. Een
geitenhouder die door de groep van Giuliano geronseld werd om mee te doen aan
de aanslag en schadeloosgesteld werd om een ander voor zijn geiten te zoeken, vertelt
tijdens het proces dat hij onschuldig is omdat hij niet kon schieten. Giuliano
had het hem een keer voorgedaan, maar dat was niet genoeg.
In deze tijd komt ook Gaspare Pisciotta, neef en
medestrijder van Giuliano, in beeld. Hij spreekt vanuit zijn kooi waarin hij
met andere bendeleden zit opgesloten de rechter toe. Eerder pleegde deze neef,
daartoe verleid door de maffia en de politie die hem vertelden dat Giuliano banden
had met de carabinieri, een aanslag op Giuliano, die op dat moment in Castelvetrano
logeerde. Als de politie die op een afstandje aanwezig is, een schot horen,
gaan ze meteen kijken. Om te voorkomen dat er geruchten onder de bevolking ontstaan,
nemen ze het lijk mee naar buiten en leggen het neer, met het pistool in de hand.
De zwart-wit film is opgenomen op werkelijke locaties, zoals de plek
waar Giuliano door de politie neer werd gelegd. Aan het eind van de film is nog
een vergelijkbaar beeld te zien uit 1960, waarmee Rosi als het ware zegt dat Giuliano
niet de enige is, maar dat dit soort praktijken nog steeds aan de orde van de dag
zijn.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten