Ontsnappen uit wat dan?
Wim Brands prijst alweer vele jaren als presentator van VPRO
Boeken op onvermoeibare wijze de Nederlandse literatuur aan, zowel op fictie
als op nonfictie gebied, hetgeen een programma met een aardige mengeling
oplevert. Een enkele keer komt daarin wel eens iets boven drijven over zijn
eigen dichterschap, maar met het verschijnen van zijn bundel met de
intrigerende titel ’s Middags zwem ik in
de Noordzee wilde ik daar een nader licht op werpen.
Een eerste blik toont een dun boekwerkje met kwalitatief
sterke gedichten, maar halverwege stuit ik op zijn Brief aan zijn jongere ik, dat in opdracht van de Ikon werd
geschreven. De bundel eindigt met zeven In
Memoriams die doen denken aan het
project van F. Starik De Eenzame uitvaart
en lastiger te beoordelen zijn omdat ik de gestorvenen niet ken. Ik ben
toch al iemand die niet gewend is om over poëzie te schrijven en zich als een
peuter voelt met een vinger in de mond, maar wel met grote ogen.
Wat betreft de gedichten, die titelloos zijn, schrijft
Brands redelijk toegankelijk over de gewone zaken des levens - voorzover die
gewoon zijn - met hier en daar een aardige twist. Ik kan me voorstellen dat
hij, net als Kouwenaar vertelde in de documentaire Totaal witte kamer, steeds verder slijpt aan zijn gedichten tot hij
op een vondst stuit die het gedicht een bijzondere lading geven. Verder zijn de
gedichten redelijk uitgebeend. Brands vat steeds met weinig woorden een zo
groot mogelijk betekenis.
Al in het eerste gedicht komt het schurende van de twist naar
voren. Een partner ligt naast een zieke in bed die zegt dat hij buiten waait.
Wat het ook is, het
zal de natuur een
zorg zijn.
Het is de troost van de onverschilligheid, staat er aan het
einde.
Verderop zijn het herten die in het bos waargenomen worden, maar
later veranderen
om weer uit
naamwoorden te
bestaan die genade
schenken.
Het tweede gedicht bevat de titel van de bundel ’s Middags zwem ik in de Noordzee. Het
is een zin die de geliefde van de waarnemer tegen hem bezigt. Hij observeert
haar:
Hoe in dat water haar
armen nauwelijks
bewogen. Eenvoudig.
Achteraf is alles
altijd eenvoudig’
Het zijn regels die niet meteen duidelijk zijn maar die
steeds weer gelezen willen worden vanwege de ruimte die, net als in het eerste
gedicht, achter de woorden schuil gaat.
Melancholie is een geijkt onderwerp in de bundel. Het
oeroude thema van het tekort komt vaak terug. Een en ander hangt samen met de
zelfgekozen dood van de vader van Brands. De Brief aan zijn jongere ik en de In
Memoriams sluiten daar mooi bij aan. Het tapijt wordt opgerold. De lezer krijgt
het gevoel dat er geen ontsnappen mogelijk is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten