Een kunstenaar dient de dialoog met een dictator uit de weg
te gaan
De autobiografische roman De zachte held van Poesjkin vertaler Hans Boland (1951) gaat over
diens verlangen naar Indonesië, maar Wim Brands onderhoudt hem eerst over de prestigieuze
Poesjkin medaille die hij uit handen van Poetin weigerde aan te nemen. Boland
hoefde daar geen seconde over na te denken. Hij leest de heldere argumentatie
voor die hij daarover publiceerde. Poetin gebruikt anderen om zijn aanzien te
vergroten. Een kunstenaar dient niet de dialoog met zo iemand aan te gaan. Als
reactie wordt hij in de Russische media afgeschilderd als een pedofiel.
Brands gaat verder met De
zachte held, waarin Boland zijn liefde voor Indonesië en zijn nieuwe vriend
bezingt.
Boland vertelt dat hij tot zijn achtste levensjaar op Java
woonde en in 1959 terugkwam naar Nederland met het idee dat dit tijdelijk zou
zijn en dat hij op Java wilde sterven. Het duurde nog tot 2011 tot hij terugging
naar zijn geboorteland.
Brands memoreert dat Boland in zijn roman ook over het leren
van oud Javaans schrijft.
Boland zegt dat het belang van de sociale klasse terug te
vinden is in de taal.
Brands noemt Boland een dolende ziel, omdat hij ook in
Griekenland en Spanje woonde.
Boland noemt het logisch dat hij terug is gegaan naar Java.
Daar is de lucht, zegt hij. Hij ging in Nederland al met een accent praten als
hij Javanen tegenkwam. Zij gaan anders met elkaar om, missen agressie.
Brands noemt De zachte
held een zintuiglijk boek maar vindt het merkwaardig dat Boland daar zo
geisoleerd zit te vertalen.
Boland erkent dat in Indonesië onze cultuur ontbreekt en dat
hij met niemand een zinnig gesprek kan voeren. Problemen worden vermeden en
overdekt door de uitnodiging te eten of te slapen. Het Zwitserleven is niet aan
hem besteed. Hij houdt van problemen. Die zijn daar overigens ook gigantisch.
Brands vraagt of Poetin daar controversieel is.
Boland zegt dat hij zijn standpunt over Poetin daar niet kan
uitleggen. Omdat Poetin naar de kerk gaat en hij niet, deugt Poetin wel en hij
niet.
Brands gaat in op de liefde van zijn leven die Boland op
Java ontmoette.
Boland had dat niet gedacht. Hij vroeg zich of of hij van de
jongen zelf hield of van de Indonesiër in hem, maar kwam erachter dat het om de
persoon zelf ging. Er gaat niemand boven hem, weet hij.
Brands komt terug op zijn vertalingen van Poesjkin, waarvoor
hij de Martinus Nijhoff prijs ontving. Boland zegt dat na het Verzameld Werk
deel 8 nog een laatste deel volgt.
Brands vraagt of het hem uitmaakt waar hij vertaalt, maar
dat is niet het geval. Boland heeft aan een potlood en een papiertje genoeg en
loopt daarmee graag door de bergen.
Brands herinnert zich dat hij de gedichten van Kafavis uit
zijn hoofd leerde om de Griekse taal machtig te worden. Boland zegt dat hij dat eerder deed met Russische
gedichten.
Hier
een artikel in NRC van 6 september j.l. waarin Boland over zijn weigering
schrijft om een medaille aan te nemen van Poetin.
Aangepast 15 december 2014 21:00 n.a.v. opmerking anonieme lezer.
Aangepast 15 december 2014 21:00 n.a.v. opmerking anonieme lezer.
Er staat:Brands herinnert zich dat hij de gedichten van Kafavis uit zijn leerde om de Griekse taal te leren.
BeantwoordenVerwijderenLijd je een beetje aan al dat goeds dat je elke dag moet doen?
.