Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 31 mei 2012

Paul Rosenmöller en de Arabische revolutie, Ikon, mei 2012


In 2011 trok de revolutie als een veenbrand door de Arabische wereld, zegt een televisiestem. Na een jaar maakt Paul Rosenmöller in vier afleveringen de voorlopige balans op.

Aflevering 1: Weerzien in vrijheid

Paul Rosenmöller gaat eerst met de, vanwege angst voor represailles, onherkenbaar gemaakte Syrische fotograaf Alaa Ali naar Wadi Khaled aan de grens met Syrië vlak bij Homs om hem zijn geboortedorp aan te wijzen, maar het is er te gevaarlijk vanwege sluipschutters. Vijf maanden geleden kwam Ali uit de gevangenis waar hij 23 maanden opgesloten zat. Hij doet voor dat hij zelfs zijn benen niet kon strekken. Hij vluchtte naar Libanon omdat men hem in de gaten hield. Ooit was hij als lid van de Nationale Garde en was dichtbij Assad. Voor die het leger op de bevolking afstuurde was hij een goede president. Het Vrije Syrische leger doet invallen vanuit deze grensplaats. Ali brengt Rosenmöller in contact met een strijder die zegt dat hij zijn vrijheid opeist, voor zichzelf maar ook voor zijn familie en zijn volk.

In een weeshuis in Tripoli worden oorlogsgewonden uit Syrië behandeld, omdat men in het ziekenhuis in Homs zijn leven niet zeker is. De slachtoffers worden met auto’s, ezels en soms op de rug vervoerd. Een gewonde, die onherkenbaar gefilmd wordt, toont een granaatscherf in de hals, een ander zijn geamputeerde been.

In de Libanese bergen woont een christelijke minderheid, die op de hand van Assad is. Een 26 jarige vrouw stelt dat het vooral een religieus conflict is. Ze zou het een ramp vinden als de moslims aan de macht kwamen. De soennitische fanatici zullen dan Libanon binnenvallen.

In de wijk Bab el Tebeneh in Tripoli wonen veel soennieten die strijden tegen een andere wijk - letterlijk op schootsafstand - , waar alavieten wonen. Een soennitische bakker en iman gelooft niet dat Syrië na Assad zal veranderen in een staat als Saoedi Arabië. Waarom vergelijk je Syrië niet met Egypte of Tunesië? vraagt hij geïrriteerd.

Rosenmöller bezoekt een Tunesische familie uit Redeyef die hij in 2009 vergeefs wilde spreken omdat hun zoon naar Italië gevlucht was. De ontmoeting is zeer hartelijk. Ze bekijken oude beelden van geheime agenten die toen uit het niets opdoken. Een van hen woont nog in hun buurt. Na de ontmoeting werden ze geschaduwd en urenlang ondervraagd. De huidige vrijheid bevalt beter. Helaas is er op economisch gebied weinig vooruitgang. In de fosfaatmijn wordt gestaakt, omdat de inkomsten naar de rijke kust gaan. Volgens een andere zoon is de politieke structuur in het land nog hetzelfde, dus zijn er niet snel veranderingen te verwachten.

Aflevering 2: Verdampte euforie

Redeyef is de bakermat van de opstand tegen Ben Ali die 23 jaar aan de macht was en op 14 januari 2011 werd weggejaagd. Het mijnstadje in het zuiden demonstreerde al in 2008 tegen de hoge voedselprijzen. De doden worden geëerd op het plein van de martelaren. De werkloosheid is hoog. In de mijn wordt gestaakt. Werklozen krijgen geen geld, wel de spionnen van de vroegere regering die nog steeds onder hen zijn en voor de islamitische Ennahah beweging werken, zoals een werkloze arbeider zegt.

Journalist Fahem Boukadous zat tweeënhalf jaar in de cel en werd mishandeld omdat hij streed voor een onafhankelijk, democratisch Tunesië. Achter hem brandt een gemeentehuis af, waarin zich een soldaat met een hoer bevond met portretten van Ben Ali aan de muur. Boukadous zegt dat de oude kliek berecht moet worden voor er iets kan veranderen. Zelfs Paul Rosenmöller komt onder vuur te leggen bij een opstootje. Het leger neemt een kijkje. Er is een machtsstrijd gaande, zegt Boukadous, tussen oud en nieuw. De overheid is afwezig, alleen de vakbond houdt de zaak in de hand. Leider Hajji zegt dat de overheid geen visie heeft op de toekomst en niets doet aan de sociale problemen. De ontevredenheid neemt toe. Hij vreest een islamitische dictatuur.

Rosenmöller is in Tunis, het centrum van de macht. Hij praat met de Nederlands sprekende volksvertegenwoordigster Firdaous Oueslati van de islamitische partij. Ze toont hem het parlementsgebouw en brengt hem in contact met mevrouw Labidi, de voorzitster. Rosenmöller vraagt haar of democratie mogelijk is in Tunesië. Beter dan in het westen, lacht Labidi.

Oueslati zegt dat ze eerst het land moeten opbouwen voor ze kunnen gaan nadenken over rechtvaardigheid. Ze bevestigt dat de vroegere minister van Defensie, Kamel Morjane, moet worden bestraft. Rosenmöller praat met hem. Morjane hoopte door mee te werken het regime te kunnen beïnvloeden, maar geeft ook toe dat hij niet de moed had het land te verlaten. Hij heeft wel als enige van de regering publiekelijk zijn excuses aangeboden.

Rosenmöller gaat naar een vluchtelingenkamp in Choucha bij de grens met Libië, waar Noord Afrikanen leven die gevlucht zijn voor de Libiërs, omdat die dachten dat ze voor Khadaffi werkten. De UNHRC zoekt oplossingen. Terug naar huis kunnen ze niet. De VS en Europa nemen vluchtelingen op. Nederland niet (hoewel het CDA inmiddels wel weer barmhartigheid kan tonen RS). De Somalische Mohammed (27) doet al een jaar niks. Hij probeerde vanuit Libië tot twee maal toe naar Europa te vluchten, maar werd opgepakt en in een cel gestopt. Tijdens een vluchtpoging kwam hij op een mijn terecht waardoor hij nu een been moet missen.

In Zawija vond in maart 2011 na het vrijdagmiddaggebed een vreedzame demonstratie plaats die hard uiteen werd geslagen. Een man toont op de laptop de beelden. Een broer van een andere man raakte gewond op de brug en werd later door de politie in het ziekenhuis gedood. ‘Laat de wraak maar aan Allah over, zegt de man van de broer. Een advocate strijdt voor gelijke rechten voor vrouwen en wil veertien verkrachtingen door brigades van Khadaffi voor de rechtbank brengen en zorgen dat er wettelijke bescherming komt. Zo niet dan is de opstand voor haar mislukt. Woede en wraakzucht botsen met recht en wet. In een moskee roept men op tot eenheid. 

Aflevering 3: De puinhopen van de dictator

Rosenmöller loopt met Essa El Hamisi rond op het platgebombardeerde hoofdkwartier van Khadaffi. De Amazigh, vroeger een Berber genoemd, is duidelijk opgetogen. Hij kan niet bevatten dat de dictator, die zijn volk 42 jaar lang wreed onderdrukte, is verdwenen. Hij heeft zoveel angst gekend. Rosenmöller gaat met hem mee naar Zuwara dicht bij de Tunesische grens, waar Essa vandaan komt. Een politiebureau werd in een opwelling van vreugde in de brand gestoken. Essa vindt een sleutel van een cel. Veel in de hoofden is opengebroken, zegt Essa. Ze moeten vooral de hoofden van de mensen herbouwen. Men is zo gewend om na te volgen.

In de omgeving wonen nog duizenden aanhangers van Khadaffi. Er heerst een gewapende vrede. Revolutionair en gitarist Bunduq Bunduq speelt tegenwoordig voor politie agent. Hij zegt dat de milities van Khadaffi sterker worden. Tachtig procent van de dorpsbevolkingen is voor Khadaffi. Soms zijn er schotenwisselingen. Hij speelt gitaar en zingt en zegt dat hij een rebel is sinds hij zich ervan bewust is geworden dat hij een Amazigh is. Op de school zijn geen bevoegde leraren, maar de blijdschap is er niet minder om. De trots over hun eigen cultuur overheerst.

Ali Ashour, de minister van justitie, komt langs om over de opzet van het rechtssysteem te praten. Hij zegt dat de cultuur van de Amazigh een plaats krijgt in de maatschappij. Essa weet dat Khadaffi niet terug komt, maar niet of er geen andere dictatuur voor in de plaats komt. Hij ziet wel wat in Turkije als voorbeeld van een gematigd islamitische staat.

De emir van Qatar stond achter de omwenteling. Hij financierde de uitzendingen van Lybia tv. Sana el Mansouri is omroepster. Ze komt oorspronkelijk uit Zuwara en kent Essa en Bunduq. Haar oma was heel blij om haar eigen taal op de televisie te horen. De emir zond voedsel en wapens, maar het kwam toch door de wil van de revolutionairen dat de omwenteling slaagde, zegt ze.

De emir hield zich afzijdig in Jemen, waar dictator Ali Saleh werd verdreven. Fotografe Amira Al Sharif loopt met Rosenmöller op het plein van de verandering, dat een stad in een stad is. Ze wordt beschermd door lijfwacht Ibrahim die eerder een kogel in zijn been kreeg. De revolutie is nog niet voorbij. De familie heeft de touwtjes nog in handen.
De rol van de media is door de revolutie veranderd, zegt Amira. Vroeger kon een vrouw niet fotograferen. Ze bezoeken de begraafplaats van de martelaren. Amira verloor veel vrienden maar had geen tijd om bang te zijn. De doden zijn het waard om voor te vechten. Zij met haar camera in een door mannen gedomineerde wereld.

Vrouwen spelen een belangrijke rol in de revolutie, al zijn ze gesluierd. De winnende World Press Photo 2011 - een pieta van een moeder die haar gewonde zoon liefdevol in de armen sluit - werd gemaakt door een Spanjaard. Rosenmöller gaat op bezoek bij de moeder, Fatima al Qaws, en haar zoon Zayed. De laatste vertelt over de demonstratie en het traangas. De moeder vindt het belangrijk dat hun stem in de wereld gehoord wordt. Haar man dacht vanuit een stammenmentaliteit, waarin de vrouw thuis hoort, maar hij is bijgedraaid.

Aflevering 4: De onzichtbare revolutie

Paul Rosenmöller is nog steeds in Jemen, het armste en meest instabiele land in de Arabische wereld. Hij neemt daarom een kogelvrij vest mee naar Aden. Na de vereniging van Noord en Zuid Jemen in 1990 werd Aden overspoeld met vluchtelingen, die door Al-Qaida werden weggedreven. De negentienjarige Khadidah uit Abyan zegt dat de infrastructuur daar aan gort ligt. Ze woont in een oude school en wil soldaat worden om haar land te verdedigen.

Hamdan Ashar, een gevluchte ingenieur uit Abyan, vreest dat men een islamitische staat wil stichten. Men heeft veel wapens van het leger, gekocht of gekregen. De regering steunt Al-Qaida in het geheim. Het vertrek van Ali Saleh was een chirurgische ingreep, maar bracht geen verandering. Jemen is een tijdbom, onbekend wanneer ie afgaat.

In Sana’a loopt Rosenmöller weer over het Change Square, dat in handen van de oppositie is. Bolle wangen van de mannen wijzen op collectieve verslaving aan qat, waardoor het werk in de middag stil ligt. De jeugdige Tawakkol Karman, Nobelprijswinnares van de vrede, wil een democratisch Jemen, maar zegt dat het moeilijk wordt het leger te hervormen.

Rosenmöller praat met generaal Yahja Saleh, neef van de afgezette dictator, die zich omringd heeft door elitetroepen. Volgens hem hebben de jongeren de opstand verloren en is de rust teruggekeerd. De regering strijdt tegen Al-Qaida, wat anderen ook beweren.

De nieuwe president Al Hadi geeft de demonstranten op Change Square echter nog alle ruimte.

Bij het betreden van Bahrein (700.000 inwoners) wordt de camera in beslag genomen. Men vreest demonstraties na het vrijdagse middaggebed. Rosenmöller filmt met een kleine camera een vreedzame demonstratie, vooral van vrouwen, tegen de soennitische koning Hamad. Volgens activiste Ahlam Oun strijdt niet de sjiitische meerderheid tegen de soennistische minderheid, maar het volk tegen het koningshuis. Ze zit naast Rosenmöller in de auto en wendt met afschuw haar blik af van het Parelplein waar in februari 2011 de opstand bloedig onderdrukt werd en dat sindsdien door de militairen is ingenomen. Chirurg Saeed Al Samahiji werd gearresteerd toen hij gewonden behandelde. De sjiitische Fareeda Gulam, echtgenote van de soennistische Ibrahim Shareef, die gearresteerd werd en vijf jaar gevangenisstraf kreeg, is een levend bewijs dat het niet om een sektarisch, maar om maatschappelijk conflict gaat.

De jonge Ahmed Abdul Nadi kwam om door een traangasgranaat die in zijn kamer terechtkwam. Na zijn begrafenis volgt een confrontatie met de ordetroepen. Chirurg Ali Al Ekri zegt dat men ook ander gas gebruikt. In maart 2011 werd hij opgepakt en gemarteld. Hij kreeg zonder proces vijftien jaar gevangenisstraf, maar is op borgtocht vrij.

Inmiddels heeft Rosenmöller zijn camera terug maar hij mag daarmee alleen een lid van de nationale raad filmen. De man spreekt van infiltratie door Iran en vindt dat het volk het niet erg vindt dat er mensen dood gaan omdat men graag martelaren wil.

Bahrein, een vergeten revolutie, concludeert Rosenmöller aan het eind van deze boeiende serie. Hier meer daarover, hier de promo.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten