In de serie Mag het ergens over gaan, later
uitgezonden op Radio Haarlem 105, ondervraagt Ziggy Klazes een aantal personen
over hun kijk op onze wankelende wereld. In de sfeervolle ambiance van de
gehoorzaal van het Teylers Museum waar eeuwen geleden al door wetenschappers
werd nagedacht over de wereld. Vorige week verrichtte financieel specialist
Willem Middelkoop de aftrap, deze zondag kreeg milieu deskundige Maurits Groen
het estafettestokje van hem aangereikt.
Groen studeerde politicologie en was hoofdredacteur van het
tijdschrift van Milieudefensie, voor hij een eigen bureau startte op
milieugebied. Twee dagen geleden was hij in Wenen voor een conferentie over
democratie en energie. Hij overlegde daar met Bill Clinton over de levering aan
Haïti van WakaWaka ledlampjes, die vorig jaar in Haarlem gepresenteerd werden
en veiliger en duurzamer zijn dan de kerosinelampjes die men nu gebruikt.
Groen vertelt over de denktank in Wenen, een gelegenheid om
zonder de druk van de actuele politiek na te denken over maatschappelijke
onderwerpen. Eerder ging het over Oost-Europa. Men achtte het belangrijker de
instituties op te bouwen dan er een bak geld in te storten.
Klazes vraagt hoe de economische crisis de milieu crisis
beïnvloedt.
Groen gelooft niet in economische groei. Dat past niet meer
in het jasje van onze aarde. Het is moeilijk te zeggen hoe laat het is. Volgens
de living planet index van het WNF is de ruimte ieder jaar eerder op. De
economische boom in Azië maakt duidelijk dat er iets moet gebeuren.
Hoe krijg je de burgers zover dat ze dit inzien?
Groen meent dat educatie en theater op de basisschool een
belangrijk element is. Het onderwijs zou ingericht moeten worden naar ecologische
uitgangspunten. Economische ontwikkeling is wel mogelijk. Denk aan de
exploitatie van natuurlijke hulpbronnen als zon, wind, water. Dat vereist wel
een andere manier van denken. Dick Benschop, directeur van Shell, zou
ontslagen worden als hij daarop zou inzetten. Wellicht kan hij door zijn
kinderen aangesproken worden, beaamt Groen op een suggestie van Klazes. Volgens
Paul Gilding die ik gister op dit blog introduceerde, zou er later wel eens een
soort Neurenberg proces gehouden kunnen worden tegen personen die ingingen
tegen de roep van de aarde om duurzaamheid.
De mensheid worstelt met verandering. Groen ziet de Europese
Unie als een monument van menselijke beschaving. 500 miljoen Europeanen lossen
hun problemen vreedzaam op. Het is van belang dat men het gemeenschappelijk
belang ziet.
Klazes hamert op de vertaalslag naar de burger. Hoe is de
relatie met de democratie?
Volgens Groen staat onze democratie soms besluitvaardigheid
in de weg. In Amerika dienen de verkiezingen vooral om elkaar zwart te maken,
in Europa stagneert de ontwikkeling door machtsblokken die elkaar in evenwicht
houden.
Wat is ons richtpunt?
Honderd procent duurzaamheid.
Klazes begint over de alarmisten, zoals Al Gore, Paul
Gilding en ook Maurits Groen wel genoemd worden.
Groen heeft het rapport van de club van Rome er nog eens op
nageslagen en gezien dat we precies op de lijn zitten die in 1972 werd
uitgestippeld. Van het zwartste scenario dan wel. De ecosystemen worden verder
ondermijnd. De gevolgen komen later. Er is al berekend dat er over veertig jaar
geen vis meer zwemt in de zee, de belangrijkste voedingsbron voor veel mensen
in de wereld.
Hoe blijf je positief? vraagt Klazes.
Groen ziet net als Gilding veel mogelijkheden voor een
circulaire economie.
Moe van alle woorden en met enige verwondering fiets ik door
de stad naar huis. De terrassen zitten vol, koopzondag is in volle gang. De
vraag die Klazes verschillende keren stelde, over de kloof tussen de toestand
van de aarde en het gedrag van de mens is duidelijk waarneembaar. Kunnen we het
af met educatie en informatie, zoals Groen stelde? Hebben zakenlieden alleen
maar een bord voor hun kop of is er meer aan de hand? Wat is er nodig om de
aarde te redden als de democratie steeds meer een vertoning op televisie wordt
en de hardste schreeuwers de meeste stemmen krijgen? Gilding stelt dat ons
economisch systeem, dat berust op concurrentie, geen kant op kan en plots zal
instorten. Moeten we daar dan op wachten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten