Een uit de hand gelopen fantasie
Ik was benieuwd wat de maker van Monty Python and the
Holy Grail (1974) en Life of Brian (1979) nog meer te bieden had.
Bij het bekijken van Tideland verwachtte ik dan ook niet meteen een
serieus verhaal, maar eerder iets in de geest van Alex van Warmerdam.
De opening was tot de verbeelding sprekend: een jong meisje
tuurt in een konijnenhol, hetgeen van onderop een prachtig beeld oplevert. Ze
is dan ook weg van het boek Alice in Wonderland. In een volgend beeld zien we
haar in een oude uitgebrande bus die op zijn kant naast een spoorbaan ligt. Ze
speelt met handpoppetjes. Vervolgens komt haar vader in beeld, een rauwe
rockzanger, die verslaafd is aan de heroïne en naar Denemarken wil. De moeder
van Jeliza Rose, zoals het meisje poëtisch heet, wil niet mee. De moerasmannen
lokken haar niet aan. Ze ligt in haar witte babydoll mokkend in bed en laat
haar benen masseren door haar dochter.
In de loop van de film blijkt dat de eerste beelden
betrekking hadden op hetgeen zich later in de film afspeelt. Na de dood van de
moeder door een overdosis methadon gaan de vader en zijn dochter op weg naar
Denemarken eerst bij oma langs die in een huis op de prairie woont. Tenminste
dat denken haar nazaten. Als ze door het hoge gras haar Villa Kakelbontachtige
huis betreden blijkt oma allang overleden. Voor vader tijd om eerst een shot te
zetten. Jeliza Rose gaat ondertussen op onderzoek uit.
Dit is nog mooier dan Van Warmerdam, dacht ik, warmer,
energieker, echter, hoewel de absurditeit nooit ver weg is, zoals tijdens de
busreis van de twee waarin de vader zich van zijn buitensporige kant laat zien.
Het handpoppetje Mystique, een echte barbie met lange blonde
haren is Jeliza Rose tot steun bij de tocht door het huis. Ze stuit daarbij op
eekhoorns die haar belagen. Het is leuk te horen hoe ze haar angsten op het
poppetje afwentelt. Ze trekt ook de prairie in en ontmoet daar miss Munro, een
Michael Jacksonachtige vrouw, die laat zien dat ze door de bijensteek blind
geworden is.
‘Your not a
real ghost,’ zegt Jeliza Rose.
‘Not yet,’
antwoordt Ms. Munro.
Ze blijkt in een huis verderop te wonen met haar
epileptische broer Dickens die bang is om een konijn te doden. Vanaf dat moment
begint de film die eerst redelijk beheerst overkwam te ontsporen. Dickens is
een misplaatst typetje a la Catweazle met allerlei overbodige gebaren dat mij
steeds meer ging irriteren. De vader ligt dood in zijn stoel en wordt belaagd
door vliegen maar de toch schrandere Jeliza Rose heeft dat niet in de gaten. Ze
ziet wel dat miss Munro het in de kelder met boodschappenjongen Patrick doet en
ze wil ook graag het grote geheim van Dickens zien, hetgeen tenslotte iets
anders blijkt te zijn dan de kijker vermoedt. Miss Munro blijkt ook nog de
lugubere hobby uit te oefenen om lijken op te zetten.
Af en toe komen we in een droom van Jeliza Rose terecht en
we weten dat pas als we haar zien ontwaken. De grens tussen de werkelijkheid en
de verbeelding is kortom erg dun. Te dun. Zo werd het me niet duidelijk of miss
Munro nou de zus van de vader van Jeliza Rose was of dat hij haar geliefde was.
Geef mij dan toch maar Van Warmerdam die tenminste de grenzen duidelijker
afbakent.
Hier de
trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten