Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 12 mei 2012

Jean Kwok over Bijna thuis, VPRO-Nieuwkomers, 6 mei 2012


Chinees in de tempel, Hollands op de bakfiets.

Jean Kwok vertrok op vijf jarige leeftijd met haar ouders van Hong Kong naar de Verenigde Staten. De overgang was een hele schok. Ze sprak de taal niet en de kinderen op school zagen er allemaal heel anders uit. Een jongen met blond had ze nog nooit gezien. Ze woonden in een rechthoekige blokkendoos in Brooklyn, waar het koud was en het stikte van de kakkerlakken en de ratten. Ze sliep op een matras op de vloer. Haar vader bouwde een kooi voor haar hoofd om haar te beschermen tegen de pleister die van het plafond viel. De ratten kropen over haar heen. Ze moest altijd veel lawaai maken om de beesten op afstand te houden en schudde ’s ochtends haar trui uit voordat ze die aantrok.  

Wim Brands loopt met de vrolijke, spontane Kwok door China Town, New York waar ze na school in een naaiatelier werkte. Alle immigranten werkten in Amerika. Vanaf een bankje in Brooklyn kijken ze uit op Manhattan, een plaats van hoop, maar ook van angst om niet iets te kunnen bereiken. Ze wilde eruit komen net als het meisje in Bijna thuis en niet als oud omaatje eindigen achter de spijkerbroeken. Een immigrant verliest behalve zijn eigen cultuur ook zichzelf. Niemand weet nog wie je bent. Daarom klitte de oudere generatie bij elkaar.

Een uitweg werd geboden omdat ze heel goed kon leren en op de Hunter College High School werd aangenomen, een school voor hoogbegaafde scholieren. Later studeerde ze aan Columbia. Haar moeder stelde na de diploma uitreiking voor een hapje Chinees te gaan eten. Ze was bang dat ze haar kinderen teveel verwende. Hoewel ze zich Amerikaan voelde, moest Jean als kind wel van haar onderhandelen over prijzen in de supermarkt.

Brands en Kwok gaan op bezoek bij de vroegere schoolvriendin Sari Wilson, die nooit het idee had van de werkelijke leefomstandigheden van Jean. Pas na het lezen van Girl in Translation zoals de Engelse versie van Bijna thuis heet, begreep ze haar vriendin beter. Jean bekijkt oude foto’s, waarop ze haar haar draagt als een helm en rare kleren. Ze sprak niet veel, zegt de moeder van Sari, ze was heel netjes. Jean weet nog goed dat de moeder van Sari haar een cracker met kaas gaf, iets wat ze helemaal niet kende. Anderzijds gaf Jean eens een schaaltje met eten en zei pas later tegen Sari dat het koeientong was.

Kwok ontmoette de Hollandse Erwin op een strand in Honduras en woont met hem en hun twee kinderen in Voorschoten. Ze heeft de laatsten een oud Chinees lied geleerd, dat zij weer van haar oma kende.

In de boeddhistische Mahayana tempel in New York buigt Jean voor de beelden die goden moeten voorstellen. De tempel is altijd een plaats geweest van rust, waar zorgen konden worden losgelaten. Brands verbaast zich erover dat Jean zo serieus de rituelen uitvoert en vraagt haar hoe Chinees ze nog is. Jean antwoordt assertief dat ze hier in de tempel Chinees is en een Hollandse als ze op een bakfiets zit, maar na doorvragen van Brands geeft ze toe dat haar behoefte aan de rituelen te maken zouden kunnen hebben met haar Chinese identiteit die ze nog koestert.

Na het uitkomen van haar boek overleed haar broer die veel van vliegen hield tijdens een vliegtuigongeluk en ook haar moeder. Brands gaat met haar naar het familiegraf in de buurt van New York waarop veel Chinezen begraven liggen vanwege een goed Feng Shui.
Brands vraagt haar of ze ook bij haar ouders en broer begraven wil worden maar Jean kiest ervoor om bij haar eigen gezin te blijven. Hoewel Brands dat een rationalistisch trekje van haar vindt, zegt Jean dat ze in conflicten altijd intuïtief probeert te kiezen wat voor haar het beste is. Hetgeen mij heel begrijpelijk voorkwam.






 

1 opmerking: